Joery Wilbers moet als nieuwe directeur het verschil maken bij ECI Cultuurfabriek in Roermond. De schulden zijn van tafel, de ambities naar beneden bijgesteld. “Op zeker moment kon ECI helemaal niks goeds meer doen.” door Emile Hollman
Sinds Joery Wilbers in januari werd aangesteld als de nieuwe directeur van ECI Cultuurfabriek, heeft hij taal noch teken vernomen van zijn voorganger René Lebens. En daar kan hij zich wel iets bij voorstellen. Tot aan het einde van zijn dienstverband bleef de immer optimistische Lebens volhouden dat het allemaal goed zou komen met het Roermonds cultuurhuis. Hij dokterde een plan tot reanimatie uit maar mocht de operatie zelf niet ter hand nemen. “René was met een onmogelijke opdracht opgezadeld, daar moet je reëel in zijn. Maar er zijn ook dingen misgelopen”, zegt Wilbers.
Joery Wilbers, tot begin dit jaar directeur van de Heerlense popzaal Nieuwe Nor, wist hoe de vlag erbij hing in Roermond. In een poging te redden wat er te redden viel, klopte Lebens een jaar geleden bij de Nieuwe Nor en andere podia aan voor hulp in de programmering popmuziek. Want bands en publiek lieten het afweten. De opdracht was om 30.000 bezoekers te trekken met 85 concerten, een gemiddelde van 350 per keer. In de Nieuwe Nor had Wilbers er negen jaar over gedaan om dat te halen.
‘Jouw club is er een van wouzen en nono’s.’
“De popmuziek in Roermond ligt volledig op zijn gat”, constateert Wilbers in de foyer van ECI Cultuurfabriek, een voormalige chemiefabriek aan de oever van de Roer. “En Lebens had niet echt ideeën om er wat aan te doen. Ik zou niet weten waar ik hier 85 optredens vandaan zou moeten halen.” Dus stelde hij de prognose bij naar 10.000, het aantal popactiviteiten op vijftig. “Op het gebied van de popmuziek zijn de kaarten geschud in deze provincie. Een beetje band komt hooguit twee keer naar Limburg. In Roermond kunnen we niet concurreren met Maastricht, Heerlen, Sittard of Venlo. Natuurlijk heb ik mijn tong blauw geluld bij bookers om goede bands naar Roermond te halen. Het is niet eens een kwestie van geld, met anderhalve ton kun je best vooruit. Maar het fundament is weg. Willem Venema van Mojo Concerts zei: “Mijn ervaring met je club is bijna irrelevant. Ik kan mij alleen een zootje wouzen en nono’s heugen.” Ik beaam dat niet hè, maar hij doelde op de programmering in ECI. Het geeft aan dat we helemaal opnieuw moeten beginnen.”
Tot 2006 was Joery Wilbers (Maastricht, 1973) consulent popmuziek bij het Huis voor de Kunsten. Daarna maakte hij van de Nieuwe Nor in Heerlen een goed draaiende popzaal. “Dat stond goed en ik wilde wel wat groters, mezelf in de wind zetten, in een grotere organisatie, met meerdere disciplines. Ik hou ook van dans en theater.”
Hij wist waar hij aan begon in Roermond. Twee jaar na de opening in 2012 dreigde voor ECI Cultuurfabriek, waarin 18 miljoen euro was gepompt, een faillissement. De 6500 vierkante meter grote ECI biedt onderdak aan een theater, een filmhuis, een expositieruimte, een poppodium, een muziekschool, volwasseneneducatie, twee restaurants en een theatercafé.
Voor zijn aantreden wist Wilbers dat de huurschuld van negen ton werd weggepoetst. En dat gebouw en horeca losgekoppeld werden van de hoofdopdracht: cultuur. “Een schone lei”, noemt hij het zelf. Maar wat is schoon? Het theatercafé bevindt zich nog steeds achterin het gebouw, op een onmogelijke plek. Wel zijn theaterbezoekers met de komst van restaurant Lounge 44 niet langer aangewezen op het ook in ECI ondergebrachte sterrenrestaurant One. De ambities zijn aangepast, de grootstedelijke allure is verdwenen. ECI is er voor Roermond en de regio.
Nog maar vier jaar geleden waren de ambities zo hoog dat ook het Duitse publiek werd meegenomen in de prognoses. Het antwoordapparaat in ECI spreekt nog steeds Duits.
“Dat doet de gebouwbeheerder. Ik heb het gehoord, ik bel ook wel eens om te kijken hoe lang het duurt voor je de juiste informatie hebt. De grens is lastig, bij De Nieuwe Nor lukte het alleen met een heel specifiek programma om publiek in Aken te bereiken. In september hebben we hier Shakatak, een Britse jazzfunkband, daar moet het Duitse publiek wel warm voor lopen. We programmeren vooral voor stad en streek en we verschillen niet veel van de programmering in Weert of Reuver.”
Nog even over die popmuziek. Hoe ga je dat aanpakken?
“We moeten daar weer een fundament voor bouwen. Hier in ECI repeteren bijvoorbeeld geen bands. Dat kan toch niet waar zijn in een stad als Roermond? Ooit waren hier bands als Dreadlock Pussy, Supergroover en Cooler than Jesus. We beginnen klein, we huren nu vijf dagen per week de Azijnfabriek in de binnenstad, er komt een repetitieruimte en de theaterschool brengen we er onder. Maar ook een DJ-lab. Echt bedoeld voor jonge gasten.”
Waarom haal je die niet naar ECI?
“Het heeft geen zin om jonge bands te laten spelen in een zaal voor 550 bezoekers. Theaterschool en dansschool zijn gescheiden door een tussenwand maar gebruiken dezelfde vloer. Dat betekent geluidsoverlast. Er is in het verleden veel gesoebat en nagedacht hoe dat anders zou moeten, maar het is niet op te lossen. Daarom wijken we uit naar de Azijnfabriek.”
In de theaterzaal van ECI is de lei evenmin helemaal schoon. Wilbers spreekt van een “te gek zaaltje van 235 stoelen.” Alleen kom je binnen op het voortoneel. Dus als de deur dicht is, kom je er niet meer in of uit. Ook het klimaat is er niet erg prettig. “De warmte komt van boven maar daar zit ook de afzuiging, soms is het er te koud. Niet zo heel handig gemaakt dus.” En de kwaliteit van de stoelen is ook al niet top. “Als iemand begint te wiebelen op zijn stoel, wiebelt de hele rij mee.”
Kennelijk is er slecht nagedacht bij de inrichting van het gebouw?
“Het eerlijke verhaal is dat daar heel goed over is nagedacht. Alleen is het in de uitvoering, omwille van het budget, niet gelukt. Vandaar die vreemde constructie met de dansvloer en de theaterzaal. En ook het drumlokaal van de muziekschool kan alleen gebruikt worden in overleg met de eronder gelegen Rugzorg-praktijk. Dat heeft me verbaasd. Je kunt er boos om worden, maar dat levert niks op. Zulke dingen moeten we aanpakken.”
Is daar geld voor?
“Dat moet er komen en daarover ben in gesprek met de gemeente.”
Hoe ziet je wensenlijstje eruit dan?
“De theaterzaal moet optimaal zijn. Dus prima stoelen en een goed klimaat. De geluidsproblemen in de muzieklokalen moeten worden aangepakt net als de hinderlijk rollende bas in de popzaal. We hebben een vast en trouw theaterpubliek van zo’n tienduizend bezoekers. Als we die problemen aanpakken, kan dat alleen maar groeien.”
Tienduizend bezoekers per jaar?
“We hebben een zaalbezetting van 44 procent. Dat is fors lager dan het landelijk gemiddelde. Het ligt in elk geval niet aan het gebouw, want dat is vet.”
Misschien ligt het aan wiebelende stoelen?
“Het heeft vooral te maken met het slechte imago van ECI. Op een gegeven moment kon ECI helemaal niks goed meer doen.”
Waar komt het publiek voor?
“Het is een beetje gissen, maar ik denk dat we het vooral moeten hebben van de last minute bestellingen. Het is heel onduidelijk wat het hier nou goed doet. Het schiet alle kanten op en we krijgen er nog geen vinger achter. We zijn er flink mee aan de slag.”
Waar liggen je persoonlijke ambities qua programmering?
“Geëngageerde makers als Toneelgroep Maastricht en choreograaf Joost Vrouenraets wil ik heel graag binnen hebben. Met talentenmakelaars Via Zuid brengen we een try-out van Marie van Vollenhoven in het kader van het Limburg Festival. Van enthousiaste jonge makers krijg ik goede zin. Een van mijn ambities is om theatermakers hier producties te laten maken. En ik wil de verhalen uit de streek zichtbaar maken. Ook de expositieruimte wil ik daarvoor inzetten. Zo bouw je aan een nieuw publiek.”
Snappen ze bij de gemeente waar je het over hebt?
“We hebben om de twee weken overleg. Ik wil precies weten waar de realiteitsfactor zit. Ik ben geen luchtfietser. Ik ga niet roepen dat het geweldig gaat als dat niet zo is. Ik proef dat er politieke rust is. De raad heeft gekozen voor een herstart van ECI.”
Dit jaar werkt ECI Cultuurfabriek met een begroting van 2,3 miljoen euro. Bijna één miljoen daarvan wordt gesubsidieerd door de gemeente. Drie jaar geleden was dat respectievelijk 3,5 miljoen en 1,2 miljoen. Zo’n 56 procent van de exploitatiekosten moet ECI dus zelf verdienen. De beste verdienmodellen zitten volgens Wilbers in het filmhuis en de cursusafdeling.
ECI verloor de afgelopen jaren de dance-evenementen en de amateurverenigingen. Hoe ga je die terug krijgen?
“De dance-organisatoren zijn hier gillend weggerend. Voorheen moesten bezoekers geleid door TL-licht naar de zaal. Dat was niet zo gezellig. Nu hebben we een echte techno-feel gerealiseerd met gedimd licht en lasers. We denken met hen mee. Ik heb heel wat organisatoren gesproken en er staan weer nieuwe festivals op de agenda.”
“De amateurverenigingen vertrokken ook vanwege geluidsproblemen. We bieden ze nu plek in de Azijnfabriek. Ze komen langzaam terug. De grauwsluier verdwijnt, het is weer relaxed hier, dat voel ik ook bij de mensen die hier werken.”
Van 240.000 naar 50.000 bezoekers
In de prognoses van ECI Cultuurfabriek uit 2010 werd uitgegaan van 240.000 bezoekers per jaar. In een interview met Zuiderlucht eind 2014 beweerde de toenmalige directeur René Lebens dat dit aantal in 2016 alsnog gehaald zou kunnen worden. In het bedrijfsplan 2016 van zijn opvolger Joery Wilbers zijn de bezoekersaantallen bijgesteld tot 50.000, om precies te zijn 48.500. Per onderdeel gaat Wilbers uit van 9.000 bezoekers voor het theater, 10.000 voor de popzaal, 3.700 voor evenementen, 15.000 voor het filmhuis, 4.700 voor projecten, 1.500 deelnemers aan cursussen en 5.000 losse bezoekers. Voor de expositieruimte heeft hij geen bezoekersaantallen begroot.