De afgelopen jaren hadden we, al zeg ik het zelf, op zijn tijd best een aardige cover. Een selectie van die omslagen hebben we tentoongesteld in Centre Céramique in Maastricht en het Parkstad Limburg Theater in Heerlen. We kregen er veel reacties op.

Dat gold ook voor de cover van de vorige Zuiderlucht. Daarop geen foto, maar de namen van (op dat moment) alle begunstigers van ZL. Wat dat zijn, begunstigers? Ik omschrijf ze bij voorkeur als goodwill-abonnees: lezers die er 55 euro voor over hebben om dit blad maandelijks thuisbezorgd te krijgen. Omdat ze het de moeite waard vinden om te lezen, en omdat ze van mening zijn dat Zuiderlucht moet blijven bestaan.

Ruim 500 begunstigers op de cover van ZL5, het was onze manier om ze te bedanken, op de beste plek die een blad te bieden heeft . De actie komt voort uit onze campagne WORD 1 VAN DE 1000 die, u raadde het al, tot doel heeft om duizend begunstigers te werven. Dat aantal is bij benadering de hoeveelheid ‘goodwill-abonnees’ die Zuiderlucht nodig heeft voor een stabiele toekomst.

Inmiddels is het aantal alweer gestegen tot, op het moment dat ik dit schrijf, zo’n 620. Of we al die namen deze maand weer op de cover gingen zetten, wilde iemand weten. Nou nee, zo’n stunt kun je maar één keer uithalen. Een reprise komt er alleen als we de 1000 daadwerkelijk hebben gehaald. Die afspraak – voor later dit jaar? – is bij deze gemaakt. Voor verder campagnenieuws verwijs ik graag naar de advertentie hiernaast, de ZL-nieuwsbrief, social media en www.zuiderluchtmoetblijven.eu , waar u de voortgang van de campagne van dag tot dag kunt bijhouden.

Over naar de inhoud van dit dubbelnummer ZL6|7, waar u de midjaarlijkse Zuiderluchtige Zomerverhalen aantreft. Daaromheen een picknickmand vol artikelen. Theo Ploeg legt uit waarom hij drie jaar geleden vol enthousiasme de Randstad verruilde voor Heerlen, en vorige maand de verhuiswagen toch maar weer terug liet rijden. Spijtoptanten, ze bestaan, alle campagnes ten spijt. Over de crisis in de bouw dachten we inmiddels bijna alles gelezen te hebben. Edwin Oostmeijer licht de sector door vanuit onverdacht perspectief: dat van opgeleid projectontwikkelaar. Toch voldoet hij allesbehalve aan het beeld van zo’n snelle jongen in een strak pak die alles van de klok weet maar niets van de klepel – enfin, dat leest u zelf wel.

Verder treft u aan: de gewelddadige dood van Ria Valk (de kip, wel te verstaan), de ontmaskering van de Meester van Elsloo, een profiel van The Gaslight Anthem, en een afstoffing van de in de Gouden-Eeuw revival wat vergeten familie Huygens. Verder zijn er interviews met Hadewych Minis over haar hoofdrol in de Van Warmerdam-film Borgman, met kledingontwerpster Monique van Heist die niks van mode moet hebben, en een portret van de na een beroerte deels verlamde schrijver/theatermaker Ger Bertholet. En niet te vergeten de rubrieken en columns die het geheel bij elkaar houden.