Voorhoedes – ik heb het nu niet over voetbal – trekken historisch gezien meer aandacht dan achterhoedes. Die houding is aan het veranderen, we leven, ik vertel niets nieuws, in defensieve tijden. Achterhoedes – ook in het voetbal, godbetert – worden belangrijker. Het nieuwe en het avontuurlijke ontmoeten dezer dagen vooral argwaan en afschuw.

Ook in de kunsten gaven voorhoedes, daar heten ze avant gardes, dat klinkt sjieker, lange tijd de toon aan. Totdat overheden, om allerlei redenen, er hun handen vanaf trokken, met instemming van het publiek overigens. Zo worden avontuur en experiment verdrongen naar de marge. Veiligheid troef, ook hier.

Afgelopen juni voltooide de Bulgaarse kunstenaar Christo na meer dan veertig jaar van voorbereiding zijn droom van The Floating Piers, een bijna vijf kilometer lange, in oranjegeel doek verpakte drijvende pier op Lago d’Iseo in Noord-Italië. Ik vermoed dat de voorhoede der kunsten het als een curiositeit ziet: och, daar hebben we Christo weer met zijn trucje. Het publiek dacht daar anders over. In zestien dagen kwamen 1,2 miljoen mensen naar Lago d’Iseo om tussen het dorpje Luzano en de eilandjes Monte Isola en Isola di San Paolo over het water te lopen. De wandeling trok meer bezoekers dan de Wereldtentoonstelling in Milaan vorig jaar, waar experiment en avontuurlijk denken de hoofdmoot vormden.

Geen afval, geen graffiti, geen lange rijen met vreet- en zuiptentjes. Je wordt niet gefouilleerd op eten en drinken omdat de organisatie daar zelf aan wil verdienen.

Van enige afstand deed de mensenmassa op die oranje pier denken aan de vluchtelingenstromen van de laatste jaren, en aan de Exodus: Moses slaat met zijn staf op het water en het ganse volk steekt over. Knijp de ogen dicht tot spleetjes en het lijkt een droom, een film, een hallucinatie. Vooral tegen de avond, wanneer het licht van de zakkende zon de reflecterende golfjes zilvergrijs maakt en het oranje lint laat fluoresceren.

Het ware kunstwerk is het realiseren van het project, had de oude meester vooraf gezegd. Na een wandeling over zijn drijvende dam denk ik dat er meer aan de hand is. Het kunstwerk, dat zijn al die mensen samen. Goed gemutst, soms met devoot respect steken ze over. Er zijn geen kaartjes, geen openingen of recepties, je kunt niet reserveren, er staan lange rijen maar je hoort geen wanklank. Er ligt geen afval, er zijn geen graffiti, geen lange rijen met vreet- en zuiptentjes, je wordt niet gefouilleerd op eten en drinken omdat de organisatie daar zelf aan wil verdienen: kom er eens om op n’importe welk grootschalig evenement dan ook.

Elke dag liet Christo zich met een boot, een soort drijvende pausmobiel, langs de pieren varen. Mensen die hem herkenden zwaaiden, juichten, en riepen bravo. Het was fokking heet, misschien wel 35 graden, ineens voelde ik geen zweetdruppels over mijn rug glijden, maar een koude rilling.

WIDO SMEETS
hoofdredacteur
w.smeets@zuiderlucht.eu