Afgelopen maand vierde Zuiderlucht het tienjarig bestaan. Er waren warme woorden, mooie cadeaus en memorabele momenten, zie ook ZL Podium, ons tweede katern. Inmiddels zijn we terug bij de orde van de dag. Die wil dat Maastricht sinds de verkiezingen een PVV-stad is, en dat die partij in bijna de helft van de Limburgse gemeenten de grootste is. Tijd voor een Cordon Limbourgeois? Of is de verkiezingsuitslag juist het gevólg van zo’n beschermwal die zovelen zo graag opwerpen om te laten zien dat Limburg anders is dan de rest van het land.

Dat laatste hebben we geweten, op 15 maart.

Ik geloof niet dat we de deprimerende verkiezingsuitslag te danken hebben aan de veronderstelling dat het A-viertje van Gekke Geert voor veel Limburgers nog net genoeg is om te bevatten. Liever leg ik het probleem bij degenen die er geen genoeg van krijgen te tamboereren op het Limburg-gevoel, die giftige sublimatie van het Calimero-denken. Én, niet te vergeten, bij het stelselmatig uitvergroten en cultiveren door Dagblad De Limburger van angstgevoelens voor van alles en nog wat. Een serieus (zelf)onderzoek zou hier niet misstaan.

Ik vermoed dat het in de hoofden van de mensen in deze provincie een stuk beter zou marcheren als ze zich als normale inwoners van Nederland zouden gaan beschouwen. Normaal. Doen. Je kunt er de grootste mee worden.

Het is niet om genoemde beschermwal te doorbreken dat we als Zuiderlucht vanaf mei ons werkterrein gaan uitbreiden naar Noord-Brabant. We zijn er anderhalf jaar geleden, toen we Eindhoven gingen bedienen, al mondjesmaat mee begonnen. Nu is het écht zo ver: vanaf komende maand ligt Zuiderlucht in de hele provincie, van Deurne tot Bergen op Zoom en van Waalwijk tot Valkenswaard. We maken dan een cultuurblad voor de Zuidelijke Nederlanden, met een papieren oplage van 20.000 exemplaren. Digitaal zijn we onderweg naar 10.000 lezers.

Of de Limburgse ‘spoeling’ nu dunner wordt, hoorde ik al iemand vragen. Dat is niet de opzet. Ons vertrekpunt sinds 2007 blijft onveranderd: ons bestaansrecht wordt bepaald door de markt. Die markt bestaat grofweg uit twee delen. Met de lezersmarkt zit het wel snor: meestal zijn we halverwege de maand al door onze voorraad heen. De aanbiedersmarkt, vooral bestaande uit cultuurinstellingen, kan daarentegen wel een impuls gebruiken. Het zijn de instellingen die met hun communicatie en advertising (op papier, digitaal en via social media) de omvang en slagkracht van ZL mede bepalen. In ons blad kunnen ze hun zichtbaarheid vergroten, over enige tijd zelfs meer dan verdubbelen.

Op 20 april lanceren we in Eindhoven de eerste editie van Zuiderlucht als Zuid-Nederlands cultuurblad en doorbreken we doelbewust het Cordon Limbourgeois – voor zo ver we daar last van hadden. Dan is het weer pionieren geblazen.

Ook de editie die u nu in handen heeft, zit vol pioniers. Zo verwijst de cover naar de Marres-expositie The Painted Bird in Maastricht, waar negentien jonge kunstenaars aan begonnen te schilderen zonder te weten waar ze uitkwamen. Schrijver Benny Lindelauf die deze maand enkele literaire prijzen gaat ophalen: nog steeds een pionier. Theatergroep Squad en modeontwerpster Irene Heldens: begonnen als pioniers, nog steeds pioniers. Tigre Blanco, idem dito. Het zit hen, en ook ons, in de genen. Ook het museum, dat klassieke, 18e eeuwse bastion van overzichtelijkheid, is zichzelf opnieuw aan het uitvinden, legde Ann Demeester op 10 maart uit in de derde Zuiderluchtlezing in de Van Eyck Academie in Maastricht. Een weerslag van haar bevlogen betoog staat in dit nummer.