In een van zijn beste columns schreef Martin Bril op 31 mei 2007 dat hij zich gediscrimineerd voelde. “Ik kan”, zo beklaagde hij zich, “nergens invullen dat ik na mijn dood mijn organen best wil doneren, maar dan alleen aan welgebekte vrouwen tussen de 25 en 35.” Via je donorcodicil na je dood lekker terug-discrimineren, toen ik de column laatst herlas moest ik net zo hard lachen als in 2007.

Net als u discrimineer ik er, meestal onbewust maar niet altijd, de hele dag lustig op los. Toen we vorige maand in ZL een oproep plaatsten voor een accountmanager, ging het mis. We zoeken, gezien de leeftijdsopbouw bij dit bedrijf, iemand die jonger is dan veertig. Oei, wat kregen we ervan langs bij de sociale media. Leeftijdsdiscriminatie! Schande! Het was dringen geblazen bij de digitale dorpspomp en het was, zoals zo vaak als het nergens over gaat, erg vermakelijk. Zo betitelde Harry Sprenger, brein achter Zwart Goud (een site over Heerlen en omstreken) Zuiderlucht als ”het toiletpapier voor Limburgse musea”. Wij wensen jou ook een gelukkig nieuwjaar, Harry.

Enfin.

Toen Martin Bril in 2009 overleed, kwam ik erachter dat ik, ondanks mijn geringe aanleg voor idolatrie, helden heb. Bril was zo’n held. Hij was ook een asshole, maar bij helden zie je dat door de vingers.

Zoals ik in 2009 vloekte en huilde om Martin Bril, zo vloekte en huilde ik vorige maand om Jeroen Willems. Net als Bril een gigant in zijn genre, groots in zijn twijfels en onzekerheden, vilein in het tonen van zijn donkere kanten.

Theatercritica en ZL-medewerkster Annette Embrechts kende Jeroen Willems van de middelbare school in Heerlen. Haar persoonlijke in memoriam staat in dit eerste nummer van de (alweer) zevende jaargang van ZL. Willems werd als acteur opgeleid aan misschien wel de beste toneelacademie van het land, die van Maastricht. Die als ‘toneelstad’ fungeert in die andere necrologie in dit nummer, over het opdoeken van theaterwerkplaats Huis van Bourgondië.

Een stad die dezer dagen veel in het nieuws is, is Roermond. Vanwege het gedwongen vertrek van wethouder en ‘onderkoning’ Jos van Rey. Wij belichten niet de corruptiezaak waar de VVD’er in is verwikkeld, maar de stedenbouwkundige ontwikkeling die Roermond onder zijn regeerperiode doormaakte.

Gewoontegetrouw gaan we ook over de grens. De expositie A Bigger Picture van David Hockney, dit voorjaar in Londen goed voor maar liefst 650.000 bezoekers, is neergestreken in Keulen. Duncan Liefferink ging kijken of de hosanna’s over de bejaarde Brit (is dit leeftijdsdiscriminatie, of alleen maar een alliteratie?) terecht zijn. Iets noordelijker, in thuisstad Düsseldorf, treedt deze maand de legendarische band Kraftwerk acht keer op. Alle acht uitverkocht. Teleurgestelde fans – gelukkig hebben ze de platen nog – kunnen terecht in een foto-expositie. Leon Verdonschot belicht de erfenis van deze pioniers van de technopop.

Intussen stond België vorige maand stil bij het 200e geboortejaar van Hendrik Conscience (1812-1883), de schrijver “die Vlaanderen leerde lezen”. Geert van Istendael onderzocht of dat klopt, u vermoedt vast de uitkomst al.

Nu we het einde van de Maya-jaartelling (had u op 21 december ook alvast uw mooiste kleren aangetrokken?) hebben overleefd, is het weer tijd om vooruit te kijken. Naar de komst van de Derde Industriële Revolutie bijvoorbeeld. Die is nakende, met de introductie van de 3D-printer. Zegt technologie- en internetgoeroe Chris Anderson, bekend van onder andere TED en Wired. Theo Ploeg sprak met hem.

Ten slotte wens ik iedereen, onder én boven de veertig, dorpspompverslaafden én digitale geheelonthouders (en iedereen daar tussenin) een gelukkige nieuwe jaartelling toe. Met een lichte voorkeur voor welgebekte vrouwen tussen de 25 en 35.