Weinig hachelijker dezer dagen dan uitspraken doen over het coronabeleid. Een heldere observatie van vandaag kan morgen een faliekante misser blijken.  

Over de aanhoudende sluiting van de kunstinstellingen is al veel gezegd. Het museum, met ruime ervaring in  het reguleren van bezoekers, is dicht – in de supermarkt is het gangpad overvol. De boekhandel is dicht – de patisserie open. Theater en bioscoop gesloten – kerk en vliegveld open. De logica erachter is uit het zicht geraakt, het vertrouwen in degenen die het bij elkaar hebben bedacht verdampt. Niet alleen de restricties wekken verwondering. Ik las ergens over een ‘meanderende vaccinatiestrategie’ – het leek me een understatement. 

De lijdzaamheid waarmee de cultuursector dit alles ondergaan, is opvallend. Er zijn virtuele rondleidingen, 360 graden viewings  en gestreamde voorstellingen, verder blijft het stil. Het verzet blijft beperkt tot de handtekeningenactie Open de musea en presentatie-instellingen, ingezet door een kunstenares (Anne Wenzel) en een journaliste (Lucette ter Borg). Vraagje: hoeveel instellingen hebben de petitie daadwerkelijk verspreid onder hun publiek?

Intussen trekt de cancelcultuur voren door de samenleving. Zie het gedoe over de vertaalopdracht van Amanda Gormans The Hill We Climb en het schrappen van een passage over Mohammed in een nieuwe vertaling van La Divina Commedia van Dante. Fijn dat er weer aandacht is voor poëzie – maar is dit wat we met zijn allen willen? 

In deze strijd der identiteiten krijgt ook de geschiedenis een ethische wasbeurt, zie de schrobbering die het historische Bauhaus postuum kreeg te verduren. Onder de noemer New European Bauhaus wil Brussel de  Europese cultuur een miljardenimpuls geven – directeur Hicham Khalidi van de Jan van Eyck-academie in Maastricht vindt het maar niks. Volgens hem staat Bauhaus (1919-1933) voor een ‘eurocentrische modern-koloniale orde’ en daarmee voor ‘het uitbuiten, kleineren en uitwissen van andere betekenisvolle leef- en denkwijzen.’ 

Toe maar. 

Hij was van vóór de woke-generatie, maar zat Tom Wolfe er dan zó ver naast toen hij in From Bauhaus to Our House de Bauhaus-beweging omschreef als ‘veel meer dan een school’, als ‘een commune, een spirituele beweging, een radicale kijk op kunst in al haar vormen, een filosofische broeihaard vergelijkbaar met de Tuin van Epicurus’?

In deze nieuwe ZL geeft Cyrille Offermans een proeve van zíjn perspectief op Bauhaus en zijn erfenis. Ook in dit nummer het slot van de 4 mei lezing die Abdelkader Benali had willen geven – tot ook hij de woke-guillotine hoorde suizen.

Naar aanleiding van de tentoonstelling August und Elisabeth Macke. Der Maler und die Managerin belicht Christiane Gronenberg de rol van de kunstenaarsvrouw. Elisabeth Macke was niet de eerste vrouw die niet alleen muze was, maar ook manager. Nee, de wereld is niet zo eenduidig als sommigen graag willen. 

Bij de honderdste verjaardag van Paul van Ostaijens dichtbundel Bezette stad zet Yannick Dangre uiteen hoe de Antwerpse dichter een hype werd – en dat bleef tot de dag van vandaag. De inwoners van de door hem geschetste bezette stad (Antwerpen) gingen gebukt onder de beperkingen van de Duitse bezetting. De bioscopen waren dicht, de pleinen leeg. Wie zondigde tegen de avondklok riskeerde de kogel. Hoor de mensen snakken naar vrijheid!

Toen het voorbij was ging het volk los, met alle uitspattingen van dien. De Roaring Twenties, de roerige jaren twintig, waren óók de hoogtijdagen van de avant-garde in Berlijn, waar Van Ostaijen zijn heil had gezocht. Een zucht naar vernieuwing (film, jazz) en experiment (drugs, dada, Bauhaus) trok door de straten. Sidderend van leven zochten de mensen naar nieuwe levensvormen, omdat de oude niet meer voldeden.

WIDO SMEETS, hoofdredacteur

w.smeets@zuiderlucht.eu