Meer participeren moeten we, vindt het kabinet Rutte II. Een eufemisme voor: los het voortaan zelf maar op. Liefst samen, zodat er geen ruzie van komt. Reken in elk geval niet op de overheid.
Ik hoor de echo’s van John F. Kennedy, vijftig jaar dood alweer: “Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.” De quote uit zijn eerste presidentiële rede in 1961 groeide uit tot tegeltjeswijsheid.
Soms loopt het uit de hand, met dat participeren, zeker als de overheid het liefst de andere kant opkijkt. In de bouw bijvoorbeeld ontstaan steeds meer initiatieven van onderop, burgers willen zelf gestalte geven aan hun wijze van (samen)wonen. De tijden dat een architect als Rem Koolhaas, en tal van collega’s in zijn slipstream, ‘fuck the context’ kon roepen, liggen in velerlei opzicht achter ons. Toch zijn ook bij deze participatie hype kanttekeningen te plaatsen. In deze ZL wijst Michelle Provoost op de gevaren die kleven aan een al te groot vertrouwen in al die participatiedrift. “Je kunt dat een ideologische stap noemen, maar die is vooral ingegeven door bezuinigingen. Bottom-up mag nóóit een alibi zijn om publieke taken af te stoten. Dat maakt de motieven van participatie niet zuiver.”
De roep om daadkrachtige(r) bestuurders wordt er intussen niet minder op. Maar klopt dat geschetste beeld van een overheid zonder slagkracht wel helemaal? Of raken bestuurders juist vleugellam door een op democratische spelregels gebaseerde om zich heen grijpende burgerlijke mierenneukerij?
Trouwens, ze bestaan nog hoor, krachtige bestuurders die iets voor elkaar weten te boksen. Het artikel over bibliotheek De Boekenberg in Spijkenisse laat zien wat visie en vasthoudendheid teweeg kunnen brengen. Mits ze binnen de perken blijven; we weten wat er kan gebeuren als bestuurlijke doortastendheid zich loszingt van de realiteit. Zie de affaire Ton Hooijmaijers. Zie de affaire Jos van Rey.
Nergens is de mondigheid en het Do It Yourself principe zo ver doorgevoerd als op internet. Dat levert – bijvoorbeeld – een dagelijkse oogst op van 350 miljoen geüploade foto’s op Facebook. De inflatie van het portret, ooit symbool van het individualisme, wordt schrijnend weergegeven in de wand met honderden ‘selfies’, een werk van kunstenaar Gregor Wintgens in café Zondag in Maastricht. Toch valt er een positieve ontwikkeling te puren uit die eindeloze brei van digitale bagger, meent Cyrille Offermans. De voorzichtige comeback van het geschilderde portret, zo suggereert hij in de coverstory van dit nummer, zou er wel eens een reactie op kunnen zijn.
Het zijn hoopvolle woorden bij de start van het nieuwe jaar. Waarvoor we u, behalve hoop, alle geluk en gezondheid toewensen.