We gingen naar Roermond om te zien hoe het met de net niet failliet gegane ECI Cultuurfabriek gaat. Goed, kunnen we u melden. Hoewel nog niet alle wolken zijn verdwenen, is de enthousiaste directeur Joery Wilbers erin geslaagd nieuw elan te creëren in die imposante moloch aan de Roer.

Zo zagen we in de ECI een schitterende pas de deux van Joost Vrouenraets en Maïté Guérin van Gotra Ballet. Het was de zoveelste bevestiging dat het kán: in een even vurige als sensuele opvoering het stof van de klassieke dans afblazen, de tijdloos jeugdige energie van de dansers tegen het grid laten spatten en het voetlicht benevelen door de condens van het hier en nu. Na afloop deed het publiek hen juichend en joelend uitgeleide.

In diezelfde week werd bekend dat de subsidie van Gotra wordt teruggebracht van 135.000 naar nul euro per jaar.

Nog niet zo heel lang geleden werd Vrouenraets met klaroengeschal teruggelokt naar zijn vaderland om hier een ‘eigen’ dansgezelschap op te zetten. Hij werd zé in de watten gelegd dat je wel eens dacht: “Nou, nou, kan het misschien wat minder…”

Dat kon dus niet. Vrouenraets werd de überbeweeglijke bewijsvoering van een overheid die een artistieke brain drain constateert wil stopzetten: jong talent hoeft niet langer te vertrekken om zich te ontwikkelen. Dat kan ook op eigen bodem.

Tot je niet meer piep bent of, zoals Vrouenraets, zelfs mid career. Dan kan de omarming van gisteren zomaar veranderen in een pootjelap van vandaag. Weg ondersteuning. Zoek het verder maar uit. Doei!

Het vonnis over Gotra werd voorbereid door een adviescommissie genaamd Cultuurtank. Die legt elk subsidieverzoek op een matrix van zes criteria, waarvan er niet één over artistieke inhoud gaat. Nul op zes, da’s niet veel. Dat moeten de Cultuurtankers ook hebben gevoeld toen ze Gotra, voorafgaand aan twee pagina’s genadeloze kritiek, in hun rapport één flonkerende zinsnede toebedeelden: “De Cultuurtank heeft wel veel waardering voor de artistieke ontwikkeling van aanvrager.”
Een laatste omhelzing nog. Een kus des doods.
Het is te prijzen dat een overheid controleert hoe de toegekende cultuurgelden worden besteed. Zoals het begrijpelijk is dat er objectieve maatstaven worden ontwikkeld om dat te toetsen. Maar ligt het niet even voor de hand dat ook de artistieke kwaliteit wordt meegewogen? Dat is toch waar het om draait? Vrouenraets is danser en choreograaf. Geen boekhouder of marketeer.
Achter het Gotra-vonnis gaat een problematiek schuil die de hele sector aangaat. De cultuursector is de afgelopen jaren zo uitgemergeld dat gezelschappen en instellingen, en niet alleen de kleintjes, vaak niet verder komen dan hap snap beleid. Waarom lang vooruit kijken als er maar voor één of twee jaar geld is?
De onevenredig zware bezuinigingen hebben instellingen ertoe gedwongen hun organisatie te decimeren. Gevolg: onderbemensing op alle fronten, inclusief bedrijfsvoering en marketing. Vervolgens worden ze negatief beoordeeld op… bedrijfsvoering en marketing.

Deskundigheid en professionaliteit is intussen opgedroogd of verdwenen. Jonge, getalenteerde Nijenroders staan na hun studie niet te trappelen om voor een tijdelijk contract en een minimumloon eens lekker de schouders onder de cultuursector te zetten.
Enfin, daar moest ik allemaal aan denken toen Joost en Maïté in ECI Cultuurfabriek werden bedolven onder een warm applaus. Wellicht vertrekken ze binnenkort naar elders, naar een plek waar hun werk niet door boekhouders wordt afgevinkt. Een plek met deugdelijke oefenruimtes, mooie zalen en een publiek van liefhebbers waar ze zich kunnen richten op waar ze goed in zijn: dansen, en het bedenken van mooie choreografieën.

WIDO SMEETS
hoofdredacteur
w.smeets@zuiderlucht.eu