Wat denkt u dat een Amsterdammer doet wanneer hij de keus krijgt tussen een weekend Eindhoven en een weekend Maastricht? Inderdaad, hij kiest voor Maastricht.

Om enig opborrelend chauvinisme op voorhand te voorkomen: het is een kwestie van afvinken. Eindhoven en Maastricht zijn voor een Amsterdammer allebei dorpen waar boeren wonen, maar er is één verschil. Eindhoven, beter gezegd 040, heeft PSV, en daar wil je met je 020-tattoo nog niet dood gevonden worden. Trouwens, van MVV en de eerste divisie hebben ze in Amsterdam niet eens weet, zelfs niet nu de ploeg aan de bekwame hand van van überhotelier Paul Rinkens uit de bijna-dood is opgestaan.

Een tweede pluspunt is dat Maastricht voor een Amsterdammer “net buitenland” is, en voor exotica hebben ze in Mokum nu eenmaal respect. Waarom denken we dat de Nederlandse Dansdagen in Maastricht zijn beland? Precies. Een declarabel weekendje Maastricht verlengt het vakantiegevoel, een zwoele zaterdagavond op het Vrijthof, glaasje whisky erbij, valt niet te versmaden.

Toch was er half februari in hartje Amsterdam een driedaagse festival met popmuziek, design en wetenschap uit “die knoertgezellige lichtstad”. Zoals de naam al laat doorschemeren was Het wonder van Eindhoven natuurlijk ‘camp’, een uit de hand gelopen grap van een stelletje Amsterdamse expats  met Brabantse wortels. Maar toch. De media doken er massaal op, en niet vanwege het campgehalte van het festijn. Eindhoven is namelijk hot, met de campus, de Design Academy, de popscene, de creatieve industrie op de Strijpen R, S enzovoort, en niet te vergeten de karakteristieke zelfspot op Stratumseind.

Het is, zomaar uit het hoofd, een handvol selling points waar Maastricht, ondanks dat  exotische imago, niet van terug heeft. Maastricht, dat is een dagje funshoppen of ‘een weekend lekker weg’, maar verder? Intussen zijn beide steden wel in de race zijn voor de titel van Culturele Hoofdstad 2018. Ik laat me hier niet verleiden tot een vergelijkend warenonderzoek, en al helemaal niet tot een voorspelling, maar op de een of andere manier zie ik het niet gebeuren, dat een handjevol uitgeweken Sjengen in Amsterdam een soort  Wonder van Maastricht organiseren. Ik ben bang dat het zelfs in eigen stad niet eens zou lukken, tenminste als het, zoals in Amsterdam, van onderop zou worden georganiseerd. Omdat stad en bestuurders als verblind naar de cijfers 2018 kijken, zijn de kleine initiatieven onderaan de culturele piramide zo goed als uitgedoofd. In Maastricht wordt van bovenaf georganiseerd, of er wordt niet georganiseerd.

Och, zult u zeggen, iemand die er wat van merkt. Zeker niet nu in deze Tefaf-maand in Maastricht twee weken lang alles bigger than life lijkt? Klopt. En erna valt de stad weer voor elf maanden in de ut-geit-toch-good-zoe-modus.

Toen in 2012 de pleuris uitbrak door de bezuinigingen op cultuur, was er in Nederland een handjevol steden die niet minder, maar juist méér geld gingen steken in cultuur. Twee van die eigengereide enclaves bevonden zich in Zuid-Limburg: Maastricht en Heerlen. Amper een jaar later heeft de culturele verschraling ook hier toegeslagen. In Maastricht staat alles on hold, in afwachting van het oordeel van de jury inzake ‘2018’, later dit jaar. In Heerlen, waar tot voor kort een Culturele Lente werd gepredikt, gaat het mes in het symbolisch hart van die beweging: cultuurtempel Schunck.

Zo blijft er van het ons ooit ingepeperde geloof in wonderen wel heel weinig over.