Onder de schrille retoriek van de protesterende professionals uit de kunstensector gloeide afgelopen voorjaar ook een stille belofte. De sector zou zich voortaan meer openstellen en aansluiting zoeken bij de rest van de samenleving. Openheid en dialoog moesten de relatie met het publiek herstellen, kunst en cultuur zouden weer de plek opzoeken waar ze thuishoren: midden in de samenleving.

Amper een half jaar later wordt van dat voornemen nog weinig vernomen. Nog voor Zijlstra zijn bijl aan de wortel van de sector had gezet, hadden individuele instellingen zich al een weg gebaand door het ministerie, al dan niet gesteund door politieke achterkamerdeals. De solidariteit van het Malieveld was verdwenen, het was ieder voor zich en Zijlstra voor ons allen. Deze Haagse reflex is moeiteloos overgenomen in de provincie. Beter gezegd: ook hier was het weer business as usual. Toen de nieuwe cultuurgedeputeerde Noël Lebens eind september in de Groote Sociëteit in Maastricht zijn eerste kennismaking met ‘het veld’ had, vond dat als vanouds plaats achter gesloten deuren. En toen de kwartiermakers van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 afgelopen najaar ideeën gingen collecteren voor het bidbook, gebeurde dat in alle beslotenheid met de usual suspects van de cultuurinstellingen. Alsof buiten die kringen nooit iemand een idee heeft.

Terwijl er genoeg reden is voor nederigheid en herbezinning. De metamorfose van de Maastrichtse Timmerfabriek tot cultureel verzamelgebouw, een van de beoogde blikvangers van Via 2018, is van de baan. In navolging van het Zijlstra-beleid ziet Maastricht kennelijk weinig toekomst meer voor de productiehuizen Intro In Situ (muziek) en het Huis van Bourgondië (theater), twee potentiële gebruikers van de Timmerfabriek. Overigens is het de vraag of de afgeslankte versie die er nu gaat komen, zoveel slechter is. Een meer organische invulling van zo’n complex zou wel eens beter kunnen uitpakken dan het tot nu toe nagestreefde kant-en-klaarpakket.

Intussen moeten de bestaande instellingen zichzelf opnieuw uitvinden om de dalende bezoekersaantallen te lijf te gaan. Het Theater aan het Vrijthof in Maastricht duikt qua bezoekers in 2012 voor het derde achtereenvolgende jaar in de min, in Venlo heeft De Maaspoort een kwart van de programmering weggesneden om een uitbreiding te kunnen financieren. Gelukkig is er niet alleen kommer en kwel: de theaters van Heerlen en Genk trekken juist méér publiek. Hetgeen door de concurrentie al te gemakkelijk wordt verklaard door de nieuwbouw. Ik vermoed dat het anders zit, dat het de programmering is die het hem doet.

WIDO SMEETS

hoofdredacteur

w.smeets@zuiderlucht.eu