“Mijn huid kleurt naar zand, mijn ogen naar hout, mijn haar naar nacht, aan de oevers van de Maas vond ik het leven, terwijl mijn grootvader zijn leven drieduizend kilometer zuidwaarts achterliet in het land van verkruimelde dromen en verdwenen munten”, schreef Aya Sabi bijna een jaar geleden in een open brief in De Morgen. Aya Sabi (1995) zette afgelopen najaar haar studie biomedische wetenschap even on hold voor de campagne van haar literaire debuut Verkruimeld land.

Ze is geboren in Roermond en verhuisde op haar dertiende met haar ouders naar Genk. Een cultuurshock. De feeërieke wereld van haar jeugd was in één klap voorbij.

Om de nieuwe werkelijkheid het hoofd te kunnen bieden begon ze te schrijven. Aya Sabi wil het onrecht bestrijden en de wereld veranderen, met haar studie en met haar teksten – ze is verder columniste en bij tijden erg actief op de sociale media. Tot woede van bijvoorbeeld staatssecretaris Theo Francken (N-VA, integratie).

In Verkruimeld land staan geen klinkende stellingnames of uithalen naar de actualiteit. Het is een poëtisch boek – het engagement zindert tussen de regels. In de literatuur voelt Aya Sabi zich welkom, over de wereld daarbuiten is ze vaak boos en onzeker. Klagen daarover doet ze niet. “Onzekerheid is goed is omdat je dan nog meer van jezelf gaat geven.”

Een kunstenares die haar engagement scheller laat klinken dan de pastelkeurige tonen van Aya Sabi is de regisseuse Daria Bukvić (1989). Ook zij groeide op in Roermond, de omstandigheden waren hier minder feeëriek. Ze belandde in het vluchtelingenopvangcentrum op het oude kazerneterrein. “Een getraumatiseerd speelparadijs”, noemt ze het.

Anders dan Aya voelde ze zich niet welkom. Hoe ze dat op de planken uitdrukt, kunt u gaan zien in haar bewerking van Shakespeares Othello waarmee Het Nationale Theater nu door het land trekt – maar niet door Limburg. Vijf speelplekken in Noord-Brabant, geen enkele in Limburg waar Daria Bukvić als regisseur werd opgeleid.

Aya en Daria geven kleur aan een nummer dat van begin tot eind in vlam staat. Van de dekselse filmmaker Noël Loozen en de herontdekte schoonheid van beton tot de stadswandeling door ontwerpersstad Eindhoven en de podiumpissende acteur, zanger en duizendpoot Martijn Crins. Waarbij we kunnen vaststellen dat zowel de eerste als de laatste lijken te worden gestuurd door een vorm van prettig absurdisme.

WIDO SMEETS
hoofdredacteur
w.smeets@zuiderlucht.eu