Het Stedelijk Museum is weer open, het schijnt fantastisch te zijn. Toch laat een hoofdstedelijke krant een paar directeuren van belangrijke internationale musea (deels CEO’s van multinationals die kunstcollecties verschepen) zeggen dat het Stedelijk de internationale top niet meer zal bereiken. Wat Amsterdam er zelf van vindt, was al duidelijk. Het stadsbestuur haalt vier miljoen euro af van het museumbudget. Die hoofdstad is een ramp voor het land.
Dan Maastricht. Niks bezuinigen, de stad verhoogt de komende jaren juist het budget voor kunst en cultuur, om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa worden. Het bidbook is klaar, nu is het de billen bijeen knijpen tot 2014, dan wordt de nominatie bekend gemaakt.
Nu hebben wij hier in het zuiden natuurlijk meer geloof in onszelf dan de Amsterdammers, dus gaan we ervan uit dat Maastricht de titel wint. Kwestie van positief denken: er liggen immers tachtig miljoen euro klaar om al die mooie dingen uit het bidbook te realiseren. Tachtig miljoen is voorwaar een bedrag dat de fantasie prikkelt – bijvoorbeeld om er andere dingen mee te doen dan de topdown toverformules die in het bidbook staan. Je zou het bedrag bijvoorbeeld kunnen verdelen over de mensen. Iedere burger krijgt een voucher van een paar honderd euro, een persoonsgebonden culturele strippenkaart dus die een jaar geldig blijft. Voordelen: de 80 miljoen komen tot de laatste cent terecht bij de burgers, en vervolgens bij de culturele instellingen. Er hoeft geen organisatorische ambtenarij te worden opgetuigd, het duur bemenste hoofdkantoor kan worden ontmanteld, wazige pr- en communicatieplannen kunnen in de versnipperaar.
Wat zal het bruisen in stad en regio in het historische jaar 2018! En ook erna, de effecten zullen enorm zijn. En Maastricht wordt dé internationale benchmark voor steden die kunst en cultuur belangrijk vinden.
Maar zo zal het niet gaan.
De werkelijkheid is die van een ambitieus bidbook, en zeven miljoen euro die door de plannenmakers alvast zijn besteed. En wanneer Zuiderlucht vraagt om een toelichting op de jaarrekening 2011, wordt die geweigerd. Bij VIA 2018 wil men ons alleen te woord staan als we ook (lees: vooral) berichten over het bidbook. Maar dat deden we dit voorjaar al. Dus treft u in dit oktobernummer van Zuiderlucht een artikel aan over de financiële handel en wandel van VIA 2018 zonder toelichting door de grote roergangers zelf. Het zij zo.
Verder in dit nummer items over de heringebruikneming, na elf jaar verbouwen, van die andere Amsterdamse cultuurtempel, het Rijksmuseum, over Fons Haagmans’ schildersblik op zijn geboortegrond, de Mijnstreek, over het best bewaarde geheim van de Limburgse rockscene genaamd Peter Beeker, over de grote-stadsfotografie van Arjen Schmitz, over lange poëzienachten, over een leegstaand museum onder de nieuwe brug bij Vroenhoven en over een snipper antisemitisch verleden in Meerssen.
In de twee ZL-specials bij dit nummer zoomen we in op het ‘Roermond-model’ (kortweg: eerst brood op de plank, dan cultuur) dat een bekroning vindt in de opening van de ambitieuze ECI Cultuurfabriek, en staan we uitgebreid stil bij Mary Heilmann, de Amerikaanse winnares van de BACA, de tweejaarlijkse kunstprijs van het Bonnefantenmuseum.