“Het is zo druk in mijn hoofd, ik moet elke dag zoveel keuzes maken, dan wil ik niet ook nog over mijn kleren moeten nadenken.” Aldus directeur Rob Ligthert van de Toneelacademie in Maastricht in een ontwapenend interview in deze ZL met Emile Hollman.

De pest met drukte en keuzestress, en nu spreek ik even voor mezelf, is dat die vooral van anderen lijkt te komen. Is het een kwestie van perceptie dat mensen zich veel drukker maken over futiliteiten dan pakweg tien jaar geleden – en daar op luidruchtige, vaak agressieve wijze uiting aan geven? Is het omdat we in zulke onzekere tijden leven? Driekwart van de elektronische schrijfsels die ik onder ogen krijg zouden niet geschreven zijn als de afzender eerst een korte wandeling had gemaakt.

Rob Ligthert heeft niet wat je noemt een culturele achtergrond. Zijn ouders hadden een Chinees restaurant. Tien jaargangen lang kwam er geen Chinees restaurant voor in Zuiderlucht, in dit nummer hebben we er twee. Ook cineaste Yan Ting Yuen groeide op als kind van een afhaalchinees – weinig woorden geven de status van een beroep zo goed weer als dit. Yuen maakte een film over het leven van haar ouders en legde een vinger op de verschillen tussen de Chinese en de Westerse cultuur. Zonder zich te begeven in termen van superioriteit. Kom er nog maar eens om, dezer dagen.

Kijkend naar de inhoudsopgave van dit nummer valt me op hoe snel we geneigd zijn te vergelijken. Een teken van onzekerheid? – of psychologie van de koude grond? Dieter van den Bergh constateert dat de graffiti-artiesten van nu, omarmd als ze zijn door overheden en instituties, een stuk pragmatischer opereren dan vroeger. Schrijver Ted van Lieshout stelt in een interview met Stan van Herpen vast dat de maatschappij in zijn jeugd heel anders omging met pedofilie dan nu. En de popmuziek is ook al niet meer wat ze geweest is, zeker in vergelijking met het legendarische popjaar 1967. “Break on through to the other side” zingen we al een halve eeuw mee met The Doors, net als “if you choose, if you choose, try to lose” met The Velvet Underground.

Dat we in onzekere tijden leven, hierboven schreef ik het zelf, is natuurlijk een cliché. Alle tijden zijn onzeker. Alleen in retrospectief komen ze tot rust. Waarmee we die tijden en onszelf ook weer tekort doen – we worstelen ons er toch maar mooi doorheen.

Sommigen gaan ver om zichzelf onder controle te houden. Rob Ligthert noemt chansonnier Jacques Brel als voorbeeld. Hoe freaky is dat? Discipline en afstand zijn nodig om waarachtig te kunnen blijven. Veel popmuzikanten uit dat historische jaar 1967 hadden dat minder goed begrepen als Brel.

Wat is waarachtigheid? Ik kijk al dagenlang naar het dead pan face van kunstenaar Raymond Pettibon, door fotografe Chantal Heijnen zo treffend vastgelegd in zijn New Yorks atelier. Een gezicht als een dode pan. Zie de cover van dit nummer. “Ik glimlach niet vaak”, zegt Pettibon in het mooie interview dat Mars van Grunsven in datzelfde atelier met hem had. “Maar dat betekent niets.”

Ik vermoed dat het wél wat betekent. Ze spelen toneel, Brel en Pettibon. Wie een waarachtig bestaan wil leiden, heeft geen andere keus.

WIDO SMEETS

hoofdredacteur

w.smeets@zuiderlucht.eu