In december vorig jaar kreeg de Russische journalist Dmitri Moeratov de Nobelprijs voor de Vrede. Bij de uitreiking in Oslo waarschuwde hij dat ‘machtige figuren’ in Rusland de geesten rijp maakten voor oorlog. ‘Sterker nog, in de hoofden van sommige politici is een oorlog tussen Rusland en Oekraïne niet langer uitgesloten.’

De woorden klinken als een echo uit de vorige eeuw, toch is het nog geen vijf maanden geleden. In Rusland, zei Moeratov ook nog in Oslo, worden politici die bloedvergieten willen voorkomen, als zwakkelingen gezien. Dreigen met oorlog, dat is pas patriottistisch.

Toen Moeratov zijn toespraak hield, had Rusland tienduizenden militairen langs de grens met Oekraïne samengetrokken. Poetin zei niet uit te zijn op een invasie, maar vergeleek de situatie in Oost-Oekraïne met volkerenmoord. Terwijl zijn legers al ruim drie maanden op barbaarse wijze huishouden in Oekraïne, doet hij dat nog steeds.

De waarschuwende woorden van Moeratov, hoofdredacteur van de Novaja Gazeta, haalden niet de hoofdpagina’s, vaak niet eens de krant. Voor de tv-journaals was het al helemaal een ver-van-ons-bed-show – te druk met vox-poppen, het bevragen van ‘gewone mensen’ in de straat.

Op 7 april werd in de trein van Moskou naar Samara een aanslag gepleegd op Moeratov. Een man goot een fles olieverf, verlengd met aceton, over hem heen. Nog geen uur later verscheen op Telegram een video van de aanslag, gefilmd door een handlanger, met als commentaar: ‘Zoals beloofd zullen onze veteranen in de nabije toekomst laten zien dat het bloeden van onze Glorieuze Zonen niet zal worden getolereerd. Jullie, tuig, weten dat die vuile Oekraïners de ‘Boetsja-tragedie’ hebben verzonnen en jullie ondersteunen deze leugen, maar jullie zien niet hoe onze jongens de keel wordt doorgesneden! We pakken jullie allemaal, wacht maar!’

Tuig, dat is ook het woord dat Geert Wilders gebruikt als hij journalisten bedoelt. 

Moeratov, die zijn belager nog achterna ging, kwam er van af met brandwonden aan gezicht en bovenlijf.   

Voor ons westerlingen is Rusland een ingewikkeld land, voor de oorlog en de (mogelijke) consequenties ervan geldt hetzelfde. Mijn generatie noch de generaties voor en na mij heeft een idee hoe het is om een oorlog mee te maken, hoe het is om voor langere tijd bedreigd te worden in vrijheid, je bestaan en je leven – en dat van je naasten. Mijn leven lang, en nog steeds, probeer ik me voor te stellen hoe het zou zijn om zélf in een oorlogssituatie te zitten. Het lukt me niet. 

In dit nieuwe ZOUT magazine beschrijft columniste An Olaerts de teloorgang van ons romantische beeld van Rusland. Ze citeert de Roemeens-Nederlandse schrijfster Mira Feticu: ‘Rusland houdt van tragedie. Het Westen ook, tenminste met een koffie verkeerd in een fauteuil. De westerse intellectueel zweert bij Fjodor Dostojevski en de dieptes van zijn personages, dieptes waarin hij zichzelf niet waagt, omdat het niet verstandig zou zijn.’

Nee, de Russische voorliefde voor tragedie is de onze niet. Laten we dat zo houden.

WIDO SMEETS

hoofdredacteur

w.smeets@zoutmagazine.eu