Half april kijkt een tjokvolle schouwburg in Heerlen toe hoe IBA Parkstad de Doos van Pandora opent. Bijna driehonderd ideeën levert de eerste open oproep op, 39 ervan worden geselecteerd. Na afloop oppert iemand dat er geschiedenis wordt geschreven – maar dat weet je altijd pas achteraf.
Hij kon het even niet laten, trompettist Eric Vloeimans. Toen hij voor de laatste keer als entr’acte uit de coulissen van de Heerlense Stadsschouwburg kwam, moest hem iets van het hart. Bijna drie uur lang had hij met zijn muzikale kornuiten een stroom aan Parkstedelijke ideeën voorbij zien komen die de regio nieuw elan moeten geven. Hij was onder de indruk van die eruptie van creativiteit. Als één kloppend hart voor de regio applaudisseerde de volle schouwburgzaal voor het compliment van deze onverdachte passant.
Hoe doe je dat, 291 ideeën presenteren zonder pauze, met een zaal die vol spanning wacht welke plannen verzilverd kunnen worden en welke niet? Die taak lag in handen van één man, Jo Coenen, architect, stedenbouwkundige en voormalig Rijksbouwmeester, een man wiens woorden zijn gedachten amper bij kunnen houden, met alle risico’s van dien. Voordat hij plaatsneemt in het hoekje van een enorme bank in het decor van Warhorse (de oorlogsmusical die vorige en de volgende avond op het programma stond) drentelt, ijsbeert hij over het podium om zijn gehoor bijna terloops in te wijden in wat hem de komende jaren te doen staat als directeur van IBA Parkstad. Niet zozeer een keuze te maken uit een Fundgrube van 290 ingediende plannen en ideeën, als wel daar prioriteit in aan te brengen zonder de kracht van al die gebalde positieve energie geweld aan te doen. Jo Coenen, geboortig van Hoensbroek, voelt zich zo senang tussen zijn eigen stam dat hij de leden ervan probleemloos durft voor te houden dat hij, zo’n veertig jaar na de mijnsluitingen, de samenhang der dingen in zijn geboortestreek kwijt is.
Hij verontschuldigt zich voor de introducerende film die de bezoekers eerst voorgeschoteld krijgen, maar het moet even. De film laat zien hoe het mijnverleden werd opgeruimd met dynamiet en hoe de regio veranderde van zwart naar groen, van mijnstreek naar Parkstad. Daar waar de Oranje-Nassau II ooit stond, kwam een draf- en renbaan. Nu is er het Pinkpopterrein. Jo Coenen is een klassieke architect, hij tekent nog met pen en papier. Hij tovert zijn publiek langs tekeningen en schetsen, vol symboliek, met piramides, vissen, planten en stromen – allemaal om te laten zien hoe IBA Parkstad de regio een duurzame economische, sociale en culturele impuls moet geven.
Coenen neemt er de tijd voor. Verliest die wel eens uit het oog, bijvoorbeeld wanneer hij het over “deze avond” heeft, terwijl de presentatie plaatsvindt in de ochtend, maar blijft scherp als een mes. Soms denk je in een casino te zitten: door de spanning verliezen de mensen hun gevoel voor tijd.
Stap voor stap vormt Coenen op het podium een tableau de la troupe, met plannenmakers die alvast door de eerste ballotage zijn gekomen. Blije gezichten dus, dankbare woorden, enthousiaste verhalen. De eerste ‘Big Bang’ van IBA Parkstad levert 39 gehonoreerde ideeën op. Gaan daarmee de andere 251 ingebrachte ideeën richting prullenbak? Nee hoor. Zij die er vandaag niet bij zijn, hoeven niet te wanhopen. Hun ideeën blijven in portefeuille, mogelijk zijn ze bruikbaar in een volgende fase, al dan niet in combinatie met andere ingediende plannen. Zo blijft de spirit in de zaal ongebroken.
Het enthousiasme op het podium werkt aanstekelijk, er is geen project dat er met kop en schouders bovenuit steekt. Na afloop oppert iemand dat er vandaag geschiedenis wordt geschreven – maar dat weet je altijd pas achteraf. Ook omdat er nog meer op stapel staat. Dit was pas de eerste ontwerpronde, er volgt er tenminste nog één. Mogelijk zijn het er meer, the sky lijkt de limit bij IBA Parkstad. Coenen sluit zelfs niet uit dat er ook in Maastricht een IBA-project zal komen, en in Sittard, in Aken en in Genk. Een waagstuk, die grensoverschrijdende aanpak, zeker na het echec van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 waar juist die euregionale schaal tot een struikelblok werd.
Over schaal gesproken, Coenen toont zich aan het eind van de presentatie een man die oog houdt voor de menselijke maat. Hij nodigt een gepensioneerde kapper op het podium die naar eigen zeggen zijn leven lang koelpietenkopjes knipte, en ook Nic. Tummers, architectuurcriticus, kunstenaar en oud-senator en architectuurcriticus werd nog even op het schild gehesen. Coenen heeft goed nieuws voor hem. Het is niet dat IBA Parkstad pardoes de beurs trekt om de gigantische bibliotheek/archief van Tummers, noem het gerust een Gesamtkunstwerk, in zijn woning aan de Heerlense Schoolstraat veilig te stellen. Maar de onderliggende boodschap is helder. Via IBA Parkstad wil Coenen het belang van het conserveren van cultureel erfgoed nog maar eens onder de aandacht brengen. Wordt dus vervolgd.
Aan het eind komt Coenen woorden te kort om trompettist Vloeimans en zijn twee collega’s te bedanken voor hun intermezzo’s. Op de achtergrond wordt een foto geprojecteerd van het trio op pluchen stoelen in een verder lege schouwburg. Volgens Coenen kijken ze wat gedesoriënteerd. Dan wijst hij met een veelbetekenende glimlach op het IBA-logo in de bovenhoek. Dat is wat ze zoeken. IBA Parkstad als richting voor de toekomst.