Leonieke Baerwaldt schrijft over mensen die worstelen met het bestaan. In haar debuut Hier komen wij vandaan uit 2021 gaat het over de ouder-kindrelatie en het spanningsveld tussen veilig en onveilig opgroeien. ‘Ik zie nu in dat het leven chaos is, en het ouderschap ook.’
‘Veel kinderen groeien op in een chaotische omgeving die ze op hun leeftijd moeilijk kunnen plaatsen. Of ze doen het op een creatieve manier, zoals het meisje met de zwervende moeder in Hier komen wij vandaan. Zij maakt voortdurend een eigen verhaal om met het onvoorspelbare gedrag van haar moeder om te kunnen gaan.’
De fascinatie voor het spanningsveld tussen veilig en onveilig opgroeien komt voort uit haar jeugd, zo vermoedt Leonieke Baerwaldt. Ze werd in 1985 geboren in Ecuador, waar haar vader ontwikkelingswerk deed. Er was veel activisme in het gezin, haar ouders namen haar mee naar demonstraties, zoals tegen het Pinochet-regime in Chili. ‘Ik herinner me, toen we door Zuid-Amerika reisden, dat ik in Lima op iemands schouders zat en met een vlag wapperde. En daarna traangas, het gevoel ervan in mijn keel en ogen en dat we beschutting zochten in een sigarenwinkel.’
Op haar vijfde verhuist het gezin naar Eindhoven, waar Baerwaldt ook nu weer woont. ‘In die periode was er veel conflict tussen mijn ouders’, vertelt ze in een koffietent waar we hebben afgesproken. ‘Ze waren erg op zoek naar zichzelf en naar betekenis in het leven. Ik heb geen ongelukkige jeugd gehad, mijn ouders waren heel liefhebbend, maar het was wel ingewikkeld om als kind tussen die persoonlijke zoektocht en dat activisme in te zitten. Je kunt als kind veilig zijn en je toch niet zo voelen, of andersom. Dat spanningsveld zoek ik op in Hier komen wij vandaan. Al mijn personages kampen, of het nou komt door een gefnuikte kinderwens of een chaotische moeder, met een voortdurende onrust.’
Het gold ook Baerwaldt zelf, toen ze tiener was. Op haar 16e ging ze van school; haar diploma haalde ze via het staatsexamen. Ze studeerde maatschappelijk werk en filosofie in Rotterdam en literatuurwetenschappen in Amsterdam. Er volgden allerlei baantjes in de hoofdstad, onder andere als kokkin en receptioniste, tot zij en haar man besloten om allebei hun droom na te jagen; hij startte een bedrijf, zij ging voltijds schrijven, met Hier komen wij vandaan als resultaat. Gevraagd naar de opvolger houdt ze de lippen op elkaar. ‘Ik ben aan het schrijven’, zegt ze. Meer wil ze er niet over kwijt.
Schrijfaspiraties waren er altijd al, maar het duurde een tijd voor ze ermee aan de slag kon. ‘Ik heb beelden in me zitten die lang moeten rijpen. Een van de bronnen van dit boek is de tropische vissenwinkel die op mijn hardloopronde lag. Wie heeft in hemelsnaam zo’n winkel, vroeg ik me telkens af, is het misschien een dekmantel van een of andere louche activiteit? Door mijn fascinatie voor onveilig opgroeien stelde ik me voor hoe een kind naar zo’n aquarium zou kijken, het verlangen dat dit zou kunnen opwekken om in die andere wereld te zitten: een omgekeerde kleine zeemeermin. Sprookjes vind ik sowieso interessant omdat ze een buitenstaandersperspectief hebben. Je kunt je ermee aan de werkelijkheid onttrekken en weer naar binnen kijken, waardoor alles een absurde laag krijgt.’
Buitenstaanders. Buitenbeentjes. Het zijn termen die ook opduiken in recensies om de eenzame, wat vreemde figuren uit Hier komen wij vandaan te labelen. Tot Baerwaldts ergernis. ‘Met mijn schrijven hoop ik precies te bereiken dat we buitenstaanders niet meer als dusdanig beschouwen. Door iemand als buitenbeentje te bestempelen vel je impliciet een heel hard oordeel. Terwijl als je wat dichterbij deze mensen komt, je merkt dat zij even hard dromen en ploeteren als jij. Alleen lopen ze daarbij harder tegen zichzelf en de realiteit aan dan anderen.’
Het komt dicht bij het gevoel dat ze zelf als kind had, vertelt ze. ‘Als tiener verzette ik me stevig tegen ons alternatieve gezin. Ik wilde graag bij de groep horen, bij de “normale mensen”. Inmiddels besef ik dat het veel complexer ligt, waardoor ik de behoefte heb om te nuanceren zodra er te hard wordt geoordeeld.’
‘Ik vind het essentieel om begrip te hebben voor zij die buiten de maatschappelijke normen vallen’
Tijdens haar stage maatschappelijk werk ontmoette Baerwaldt mensen die haar blik veranderden. Daklozen en verslaafden die niet konden meedraaien in het systeem ‘maar wel blij werden van iets eenvoudigs als een kop koffie of het zorgen voor een aangelegd tuintje rondom hun slaapplek in de bosjes. Ik vind het essentieel om begrip te hebben voor zij die buiten de maatschappelijke normen vallen, en in mijn fictie wil ik die normen bevragen. Empathie is zowel het doel als de brandstof van mijn schrijven. Precies door je in een onbestaande wereld in te leven, kun je iets begrijpen over de echte wereld. Zo hoop ik stiekem dat mijn lezer, na het lezen van mijn boek, niet meer meteen zijn oordeel klaar heeft als hij langs een tropische vissenwinkel of een caravanpark loopt.’
Het is een boodschap waar je een politieke visie in kan zien, zij het zonder dat die expliciet wordt. In tegenstelling tot veel generatiegenoten staat ze niet op de barricaden. ‘Het politieke interesseert me wel, en het sluimert ook in mijn roman. Zo zwemt de zeemeermin in vervuild water en heb ik niet voor niets aandacht voor de marges van onze samenleving, maar voor mij moet een roman een intrinsieke waarde hebben. Zodra hij een vehikel wordt om een politieke of morele boodschap uit te dragen, vind ik het niet interessant.’
Baerwaldt formuleert voorzichtig maar overtuigend. Op haar 38ste lijkt de cirkel rond. Opgegroeid in Eindhoven, waar ze na tal van omzwervingen sinds drie jaar weer woont. De schrijfaspiraties van de dromerige puber eindelijk verwezenlijkt. Het onrustige kind werd moeder. En nu ze zelf twee kinderen heeft, merkt ze hoe normaal het is dat je als ouder ook met heel veel andere dingen bezig bent. ‘Als meisje voelde ik me daardoor aan mijn lot overgelaten, maar nu kan ik het in ander perspectief plaatsen. Ik zie nu in dat het leven chaos is, en het ouderschap ook. Het is als ouder onvermijdelijk dat je soms aan de belevingswereld van je kind voorbijgaat. Tegelijkertijd vind ik dat juist het mooie aan ouderschap: dat jouw belevingswereld en die van je kind naast elkaar bestaan en tegelijk toch voortdurend dooreenlopen. Ik blijf me nog elke dag afvragen hoeveel stappen er nodig waren geweest opdat ik me als kind wél veilig had gevoeld, of juist opdat het helemaal was misgelopen. En tegelijk klinkt dat zo nodeloos negatief; ik heb mijn vader tot aan zijn dood verzorgd en ga nog bijna elke dag met mijn moeder wandelen. Onze band is hecht.’
Het lijkt alsof de interne logica van Baerwaldts leven even sterk is als die van Hier komen wij vandaan. Alles komt terug. Dat helpt mee betekenis geven, iets wat ze uit haar opleiding filosofie meenam. ‘Ik ben een vormdriftige schrijver. Het verhaal moet kloppen en minutieus in elkaar klikken. Ik denk dat bijna alles narratief is, dat we verhalen nodig hebben om onszelf te definiëren en onze identiteit te bewerkstelligen. Dat is wat ik mijn personages, die er door hun moeilijke situatie nog meer nood aan hebben dan anderen, wil geven: hun eigen verhaal en een plek in de wereld.’