Ondernemers die in Nederland een bedrijf hebben en net over de grens wonen, komen niet in aanmerking voor de TOZO-regeling. Ten onrechte, vinden CHRISTIANE GRONENBERG en WIDO SMEETS. Juist grenswerkers hebben de afgelopen jaren het Europa van de open grenzen in de praktijk gebracht.
Vanuit de waaier van vragen en veronderstellingen over de virusbestendigheid van onze samenleving doemt ook de vraagstelling op of de EU de coronacrisis zal overleven. Ondanks ideologisch gespin van de Europese commissie bieden de video-conferences van de EU-regeringsleiders weinig hoop. De Europese solidariteit is ver te zoeken.
Aan de top van de piramide is men vooral met zichzelf bezig. Hoe is het bij de lagere overheden in de EU-landen? Hoe gaan die met elkaar om, en met de burgers? Hoe doen de burgers het onderling? Hoe is het aan de basis, in de dagelijkse omgang met elkaar, gesteld met die internationale solidariteit?
De hoogleraren Cörvers en Soete schetsen in De Limburger van 18/4 een zakelijk, en daardoor onthutsend beeld van de situatie aan de Nederlands-Belgische grens. Die is, op Belgisch initiatief, op slot en blijft op slot, hoewel de lock downs in de twee landen nog amper van elkaar verschillen. Ook de gezondheidssituatie aangaande het virus is in beide EU-landen, ondanks enkele statistische en interpretatieve verschillen, vrijwel hetzelfde.
Vreemd genoeg voelt het bij de bewoners van de grensgebieden anders. Winkelen in de enclaves Baarle-Hertog en Baarle-Nassau is problematisch. Een Vlaamse grensbewoner die voor de avondmaaltijd een pond asperges wil scoren op de markt in Maastricht, vijf kilometer verderop, moet Nederlandse vrienden inschakelen om het pakketje op een onbewaakt moment tussen de spijlen van het metershoge hekwerk bij Smeermaas aangereikt te krijgen.
Het maakt de stemming en de onderlinge verhoudingen in het grensgebied er niet beter op. Dat geldt bij uitstek voor de zogenaamde grenswerkers, mensen die aan de ene kant van de grens wonen en aan de andere kant werken. De dagelijkse grenscontroles vormen maar een klein deel van de irritatie; de inkomensonzekerheid is een veel grotere. Zo vallen Nederlandse ondernemers die in België of Duitsland wonen en een bedrijf hebben in Nederland, buiten de compensatieregelingen van de overheid.
Wij kunnen het weten. We hebben een bedrijf in Maastricht, Nederland, maar wonen net over de grens in België. Over grensblokkades hebben we nooit nagedacht, opgegroeid als we zijn met de vier EU-vrijheden: vrij verkeer van personen, van goederen, van diensten en van kapitaal. Waarbij ook de vrijheid van vestiging het vermelden waard is.
Ook al stamt de tekst uit het pre-coronatijdperk, de effectuering van deze Europese waarden zijn nog steeds rechtsgeldig. Of toch niet?
Als zelfstandige ondernemers voeren we een bedrijf in Nederland (Maastricht) en wonen in België, net over de grens. De ironie wil dat ons bedrijf in essentie én grensoverschrijdend is én de Europese gedachte als dragend uitgangspunt heeft. Ons bedrijf geeft onder andere cultuurblad Zuiderlucht uit, een tijdschrift dat elke maand, in druk en online, het culturele landschap in Zuid-Nederland, Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen in kaart brengt. We doen dat sinds 2007, en niet onverdienstelijk: qua oplage is ZL intussen het grootste cultuurblad van Nederland.
Zuiderlucht is onafhankelijk, gratis en niet-gesubsidieerd. Met de lock down in Nederland en België is onze bedrijfsvoering van de ene op de andere dag teruggevallen naar nul. Dat wil zeggen: geen inkomsten, wel doorlopende kosten.
Daarin zijn we niet uniek. En net als andere ondernemers zouden we nu in aanmerking moeten komen voor de TOZO-regeling: een overbruggingsregeling van 1050 euro per maand. Net als vele andere grensgangers/ondernemers vallen we buiten de boot. Voor de politici en/of ambtenaren in Den Haag die nog denken dat België een belastingparadijs is: de fiscale druk is er intussen hoger dan in Nederland – waar we wel braaf omzet- en inkomstenbelasting betalen, en sociale heffingen. Interessant contrapunt in dezen: in het buitenland woonachtige werknemers van de vorige week onder een miljardenregen bedolven KLM-werknemers zijn vrijgesteld zijn van inkomstenbelasting.
Aan het eind van hun stuk pleiten Cörvers en Soete voor een intelligente ‘open-up’ aan weerszijden van de grens. Wij willen eraan toevoegen: laat het behalve een fysieke, ook een mentale heropening zijn – tot in de hoofden van alle betrokkenen, ook in Den Haag. Wonend aan de andere kant van de 1025 kilometer lange grens met België en Duitsland hebben, daartoe uitgedaagd door decennialang uitgevente EU-waarden, duizenden Nederlanders gekozen voor wonen over de grens, en een in Nederland geregistreerde onderneming voeren.
Passend in de oproepen om nationale solidariteit zou het goed zijn als álle Nederlandse ondernemers in aanmerking komen voor de compensatieregelingen. Ook de grenswerkers onder hen die de afgelopen jaren het Europa van de open grenzen in de praktijk hebben gebracht.
Christiane Gronenberg is Duitse en bladmanager van Zuiderlucht. Ze woont in Luik (B).
Wido Smeets is Nederlander en hoofdredacteur van Zuiderlucht. Hij woont in Oud-Rekem (B).