Miljoenen mensen kennen zijn muziek, weinigen zijn naam. Luitspeler Jozef van Wissem is na decennia New York terug in Europa. Met dank aan Trump en corona. En ja, ook aan regisseur Jim Jarmusch. DIETER VAN DEN BERGH ving hem op. ‘Voor een soloartiest is een luit perfect.’
Met zijn lange haren, donkere kleren en doorleefde gezicht ziet hij er uit als een oude punkrocker, een kruising van Nick Cave en een betere versie van Iggy Pop. Maar Jozef van Wissem speelt klassieke trance-muziek, op de barokke luit.
En nee, we gaan hier geen verhaal afsteken over hoe Jozef van Wissem (Maastricht, 1962) de luit eigenhandig van zijn stoffige imago ontdeed en een plekje gaf in de internationale alternatieve pop. Al deed hij dat wel. We beginnen liever over zijn achtergrond, waar hij zelf tot dusver weinig over losliet.
Op de middelbare school in Maastricht behoorde hij al tot de “freaks”, vertelt Van Wissem. Vanaf zijn elfde studeerde hij klassieke gitaar en speelde hij ook op straat. ‘Ik speelde in een punkband en woonde in Wyck, later in een kraakpand in het centrum. ’
Een oom, Jean Innemee, zanger en oprichter van The Walkers, had een studio in kasteel Borgharen bij Maastricht. ‘In mijn familie werd het geaccepteerd en gerespecteerd om met muziek je brood te verdienen. Dat had ook heel anders kunnen zijn.’
Vanwege de veel levendiger kraakscene daar verhuisden de Maastrichtse freaks naar Groningen toen hij 18 was. Daar runde hij tussen 1988 en 1992 een kroeg, en was hij gitarist in experimentele bands. ‘Ik kreeg een brief van een producer uit New York. Die ben ik gaan opzoeken. Ik werd meteen verliefd op Williamsburg (in het noorden van Brooklyn, red.). In het begin, zo rond 1994, woonde ik in een loft. Een spannende tijd, New York was nog erg industrieel, maar ook gevaarlijk.’
Hij ging luit studeren bij Patrick O’Brien, een ex-student van Reverend Gary Davis, de legendarische, in 1972 gestorven zwarte blues- en gospelmuzikant. ‘Ik ontmoette er veel mensen uit de kunstscene en dat heeft me beïnvloed. Brooklyn was de perfecte plek om mezelf opnieuw uit te vinden. Maar er zijn daar ook een aantal bevriende muzikanten uit het leven gestapt.’
Een van zijn vrienden was cineast Jim Jarmusch, bekend van onder meer Down by Law en Broken Flowers. Van Wissem schreef de soundtrack voor zijn hippe vampierfilm Only Lovers Left Alive, met Tilda Swinton en Mia Wasikowska, die in 2013 op het filmfestival van Cannes werd bekroond als beste soundtrack. Het betekende Van Wissems internationale doorbraak. ‘Na die prijs heb ik wereldwijd 1500 concerten gegeven. Ik heb vaker opgetreden dan de Ramones.’
De afgelopen drie jaar woonde hij afwisselend in Warschau en Rotterdam. ‘Ik ging zo veel toeren in Europa dat het onmogelijk was om steeds terug te vliegen naar New York. Niet in de laatste plaats door het immigratiebeleid van Trump. Later kwam daar ook corona bij, dat maakte het nog lastiger.’
‘Ik wil de luit in de juiste nieuwe context plaatsen. Als een soort moderne kunsthistoricus’
In de internationale muziekwereld gaat Jozef van Wissem door het leven als “de man met de luit”. ‘Voor een soloartiest’, zegt hij, ‘is de luit perfect. Je hebt verder niets nodig. Soloartiesten ontbloten vaak de ziel, je kunt je niet verstoppen achter je bandleden. Ik gebruik ook elektrische gitaar, elektronica, stem en programmeerdrums, maar vooral voor soundtracks.’
Hij maakt geen muziek voor de massa. Hoewel. ‘Miljoenen mensen hebben mijn muziek gehoord in de videogame The Sims Medieval. Maar muziek voor de massa zou ik het niet willen noemen, dat ontstaat als grap, als wegwerpartikel.’
Veel meer dan de gemiddelde muzikant laat de luitspeler zich inspireren door andere vormen van kunst. Zo componeerde hij soundtracks bij Hans Holbeins schilderij De Ambassadeurs en Caravaggio’s De Luitspeler. ‘Ik heb lak aan scheidslijnen tussen de disciplines en pas graag beeldende kunsttheorie toe in compositie voor muziek. Het draait uiteindelijk om vernieuwing van de vorm. Voor mij is het belangrijk om de luit als instrument in de juiste nieuwe context te plaatsen, als een soort moderne kunsthistoricus.’
Zijn instrumenten laat hij speciaal maken. Lachend: ‘Sommige zijn zo duur als een Kia, maar ik heb toch geen rijbewijs. Mijn nieuwste aanwinst is een reconstructie van een klassieke Nederlandse barokluit uit de tijd van Vermeer. Je kunt het instrument terugvinden op schilderijen uit die tijd.’
Waar hij optreedt, op een rockfestival of in een klassieke setting, dat maakt hem niet zoveel uit. ‘Vanwege akoestiek en galm komt mijn werk het beste uit de verf in een kathedraal. Maar een metalfestival of club is vaak ook erg leuk. Ik gebruik ook veel rook als visueel effect en mag daar graag in verdwijnen. Sommige mensen begrijpen dat niet.’
Tot midden 2022 gaat de oud-Maastrichtenaar onafgebroken toeren. Opvallend veel concerten zijn in het Oostblok en op de Balkan. ‘Voor het publiek daar is een concert bijwonen iets bijzonders, iets magisch, en geen excuus om bier te drinken en door de muziek heen te lullen, zoals dat in Nederland wel gebeurt.’
Ondertussen komen zijn laatste vier soloalbums nog uit op cassette en verschijnt er een nieuwe plaat, met onder meer een hommage aan klassiek gitarist Julian Bream, in opdracht van het New York Guitar Festival. ‘Die plaat zal anders zijn dan de anderen. Ik heb door corona veel tijd gehad om er écht over na te denken.’