Het gebouw van basisschool De Geluksvogel in Limmel-Maastricht wordt geroemd door zowel architectuurkenners als gebruikers. ANNEKE VAN WOLFSWINKEL sprak met de Eindhovense architect Misak Terzibasiyan. “De trots van kinderen op hun eigen gebouw, dat is het mooiste compliment.”

Als je de bovenverdieping van de school bereikt, ga je vanzelf fluisteren. Kinderen zitten verspreid over de ruimtes, alleen of in groepjes, gebogen over boeken en schriften. iPads in vrolijk gekleurde beschermhoezen liggen onder handbereik. Schuifwanden staan open, lokalen zijn er eigenlijk niet. Iedereen kan elkaar zien en naar elkaar toe lopen. Toch is het er opmerkelijk rustig. Hier wordt geleerd.

Het schoolgebouw van De Geluksvogel ligt aan de rand van de Maastrichtse wijk Limmel en is opgetrokken uit lichtgrijze baksteen, met op de bovenverdieping een markante houten omlijsting die lijkt te zweven tussen hemel en aarde. Het gebouw is ontworpen door UArchitects, het Eindhovense bureau van architect Misak Terzibasiyan die medeoprichter Emile van Vugt vorig jaar zag vertrekken. In februari werd de school opgeleverd, een half jaar later kreeg Terzibasiyan de Victor de Stuersprijs, een tweejaarlijkse prijs van de gemeente Maastricht voor verrijkende architectuur. Behalve de prijs van de vakjury kreeg het gebouw ook de publieksprijs. Dat maakt nieuwsgierig: wat maakt De Geluksvogel zo bijzonder?

“Het gebouw is als een jas die past”, zegt Anouk Willems, directeur van De Geluksvogel. Een groepje moeders staat te praten bij het keukentje, maar verder is de benedenverdieping leeg. De onderbouwleerlingen zijn vanmiddag vrij. Vanaf de open ruimte in het midden kun je in alle omliggende ruimtes naar binnen kijken; de wanden hebben grote ramen, sommige zijn opzij geschoven. Verrijdbare zitbankjes staan in een kring, in een nis bij een groot raam is een speelgoedrestaurantje ingericht. Hier geen klassieke gang met klaslokalen en dichte deuren, maar ‘ateliers’ voor taal, rekenen en andere vakken, bemand door vakleerkrachten die lesgeven aan kinderen van verschillende niveaugroepen. “Alles in deze school is flexibel”, zegt Willems. “Kinderen uit niveaugroep 3 kunnen gewoon nog met het speelgoed van de kleuters spelen als ze dat willen, omdat ze de ruimte delen.”

Ook leerkracht Marloes Vreuls vindt de open ruimte prettig. “Omdat je elkaar als leraren bezig ziet, ervaar je bewust dat je samen aan het werk bent. Je voelt je gezamenlijk verantwoordelijk voor alle kinderen.”

De gevel van De Geluksvogel
toont de binaire code van enen
en nullen en verwijst naar het
digitale onderwijs.

De flexibiliteit en transparantie van het gebouw zijn een tastbare vertaling van de onderwijsvisie van De Geluksvogel. Digitaal onderwijs en natuureducatie zijn belangrijke pijlers, geïnspireerd door de ideeën van de Steve JobsSchool van Maurice de Hond. “Een echte Steve JobsSchool zijn we niet”, relativeert Willems, “wel krijgen alle leerlingen een iPad in bruikleen.” De leerlingen komen vooral uit gezinnen in de volksbuurten Limmel en Nazareth, waar toegang tot tablets en een ‘mediawijs’ gebruik van internet niet altijd vanzelfsprekend is. “We werken ook met papieren boeken en schriften, zodat iedere leerling bewust de vorm kan kiezen die voor hem of haar het prettigst werkt.”

Vooral in de buitenruimte met boomstammen, zand, wilgentenen en houtsnippers is te zien dat de natuur een belangrijke plek inneemt. De school wil energieneutraal en afvalvrij functioneren. Vreuls en Willems zijn vol lof over de manier waarop Terzibasiyan hun ideeën heeft weten vorm te geven. “Het gebouw past bij de manier waarop wij onderwijs willen geven. Het is een droom die werkelijkheid geworden is.”

Eén wand in het kantoor van UArchitects wordt ingenomen door een stellingkast die uitpuilt van de bouwmaterialen: plankjes in verschillende houtsoorten, talloze baksteenvarianten, allerlei afwerkmaterialen voor wanden en vloeren. Terzibasiyan: “Ik neem vooraf altijd stalen mee naar opdrachtgevers, om ze de materialen te laten zien, voelen en ruiken. Er is niets belangrijker dan de zintuiglijke ervaring van een gebouw. Van buiten en van binnen.”

De Fins-Armeense Misak Terzibasiyan (Helsinki, 1964) kwam op zesjarige leeftijd met zijn ouders naar Nederland. Hij verwierf de Nederlandse nationaliteit, studeerde aan de TU Eindhoven en richtte in 2003 UArchitects op. Zijn Finse wortels zijn nog voelbaar in zijn werk, zegt hij, bijvoorbeeld in het combineren van baksteen en hout. “Ik heb in Finland vaak de puur zintuiglijke gebouwen bezocht van Alvar Aalto. Hij combineerde de typisch Finse houtskeletbouw met baksteen, wat een heel rijk contrast geeft.”

Bij De Geluksvogel gaf hij die twee materialen een speciale betekenis. “De baksteen is verticaal gemetseld, en door de afwisseling van de vlakke kant en de andere kant (waar een inkeping in zit) ontstaat een patroon dat lijkt op de binaire code: enen en nullen. Zo verwijst de buitenkant van het gebouw naar het digitale onderwijs dat zich binnen afspeelt. Binnen heb ik juist veel hout gebruikt, als verbinding met de natuur rondom de school.”

Van sterarchitecten heeft Terzibasiyan naar eigen zeggen niet zo’n hoge pet op. En over theoretische stijlopvattingen in de architectuur haalt hij zijn schouders op. Een goede architect werkt niet voor zijn ego, is zijn overtuiging. Alles draait om de gebruiker: “Ik wil gebouwen maken waarin mensen zich gelukkig voelen.”

Interieur van De
Geluksvogel.

Ontwerpen is voor hem een ambachtelijk creatief proces: hij tekent veel met de hand. Natuurlijk, tekenprogramma’s op de computer, virtual reality, hij gebruikt het allemaal, maar slechts als hulpmiddel. De pen in de hand die over het papier gaat, dáár begint het mee. “Dat werkt in je hersenen anders dan werken op een scherm, het doet iets met je ruimtelijk inzicht. Met de hand kom je tot heel andere oplossingen, er ontstaat meer verrassing. Dat zie je uiteindelijk terug in het gebouw.”

De opdracht voor de Maastrichtse school was hem op het lijf geschreven. “Wat ik zo mooi vind bij De Geluksvogel is dat de virtuele en de natuurlijke werkelijkheid een symbiose aangaan. Het zoeken naar die symbiose zie ik als een belangrijke ontwikkeling in onze tijd. En voor kinderen is de zintuiglijke ervaring van de natuur al helemáál belangrijk.”

“Geluk” is een groot woord, maar Terzibasiyan gebruikt het zonder aarzeling of ironie. Geluk ervaart hij in Finland, zegt hij. “De uitgestrekte bossen en meren, die zijn zo rustgevend. We leven steeds meer in een digitale wereld, maar als je die verbinding met de natuur kwijtraakt – wat blijft er dan over? Een abstracte, steriele omgeving. Dat is heel armoedig.”

“Geluk, dat is ergens binnenkomen en je weldadig voelen, ontspannen. Hoe iemand zich voelt in een ruimte wordt bepaald door de zintuigen: de lichtinval, de akoestiek, de materialen die hij aanraakt, de geur die hij ruikt.” Om die reden gebruikt hij graag hout in zijn gebouwen. Iedereen ervaart een houtgeur als weldadig, als huiselijk. Dat kun je vermoedelijk terugvoeren tot de prehistorie, denkt hij, het zit in ons DNA. “Het mooie is dat je de kinderen op De Geluksvogel vaak onbewust met hun handen aan die houten lambriseringen ziet voelen.’

Geluk is voor hem ook: een kind dat graag naar school gaat. En wie geluk heeft, wil het delen. Terzibasiyan vertelt hoe hij een tijdje geleden bij de school aankwam en er kinderen op hem af kwamen. “Die kinderen weten helemaal niet wie ik ben, voor hen ben ik gewoon een voorbijganger. Ze riepen blij: ‘Meneer, meneer! Dit is ónze school!’ Die trots op hun eigen gebouw, dat is het mooiste compliment dat ik kan krijgen.”

Misak Terzibasiyan (Helsinki, 1964)

Studeerde in 1991 af aan de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven
Werkte van 1996 – 2003 bij Architecten aan de Maas in Maastricht
Richtte in 2003 architectenbureau UArchitects op
Publiceerde in 2016 het boek Context_Textures

Realiseerde onder meer:
Brede school ’t Hofke, Eindhoven, 2013
Strandwachterspaviljoen, Nesselande, 2014
Sportcentrum Zaanstad-Zuid, Zaanstad, 2015
Basisschool De Brug, Bocholt (België), 2017
IKC De Geluksvogel, Maastricht, 2017

Terzibasiyan won met het ontwerp van De Geluksvogel de American Architecture Prize 2017 (in de categorie ‘educatie’) en de Victor de Stuersprijs.