De Kunstendag voor Kinderen wordt in heel Vlaanderen gehouden. Waarom staat er altijd een plusje achter de leeftijd van kinderen bij theatervoorstellingen, vragen ze Gerhard Verfaillie wel eens. “Dat plusje ben ik, want ik ben 52.” door Fons Geraets
Zo omschrijven ze het zelf: een festivaldag voor echte speelvogels, prettige bollebozen en nieuwsgierige spring-in-het velds’. “Ik haat het woord kindervoorstelling”, zegt programmeur Gerhard Verfaillie, tevens directeur van de Hasseltse cultuurtempel. “Je moet geen voorstelling maken gericht op vijfjarigen, die worden per definitie eenlagig. Bovendien: hét kind van vijf bestaat niet, die zijn allemaal verschillend. Wij hebben categorieën als 3+, 6+, 8+ enz. Ik maak altijd het grapje: dat plusteken ben ik, want ik ben 52. Het stuk moet mij dus ook aanspreken. Dat intergeneratieve vind ik fantastisch leuk.”
Verfaillie prefereert daarom de term familievoorstelling. “Ik hoed me ervoor om kinderen te zien als speciale wezens. Het zijn gewoon mensen, met dezelfde emotional range. Natuurlijk moet je ze geen 2,5 uur teksttheater voorschotelen – daar hoef je trouwens bij veel volwassenen ook niet mee aan te komen.”
Het belangrijkste verschil is volgens hem dat de jeugdige bezoeker, nog niet ingewijd in de sociale codes, recht voor zijn raap is. “Een kind heeft er geen moeite mee om, als een spanningsboog ontbreekt, een stuk weg te zetten als saai. Volwassenen zijn die directheid verleerd.”
Je kan er, zegt hij, de klok op gelijk zetten: als muziek van moderne componisten als John Cage of György Ligeti wordt gebruikt, beginnen ouders en docenten te klagen: ‘Oei, dat wordt moeilijk, dat is niks voor onze kinderen’. Verfaillie: “De kinderen zijn daar veel opener in omdat ze de code van modern-klassieke muziek niet kennen. Die horen gewoon ritme, melodie, klanken. Zij vragen zich niet af: luister ik nu naar moeilijke muziek? Wij maken er een hele context bij.”
Op de vraag waarom het belangrijk is om de jeugd vertrouwd te maken met kunst, zegt hij: “Omdat het een fundamenteel recht is om met schone dingen in aanraking te komen. Dus ook kinderen. Je moet ze bijzonder au sérieux nemen. Niet omdat zij het publiek van morgen zijn – dat vind ik een secundaire reden.”
Het is Gerhard Verfaillie een doorn in het oog dat de media en de kunstopleidingen alleen kunst voor volwassenen serieus nemen. “Ook de Toneelacademie in Maastricht beschouwt het kinderkunstencircuit als tweederangs. Met de Kinderkunstendag, onze reguliere familieprogrammering, het Krokusfestival en het coproductieplatform P2, proberen we dat beeld bij te stellen. Aan alle aspirant theatermakers zou ik willen zeggen: Het is moeilijker om een voorstelling te maken die én volwassenen én kinderen aanspreekt. In dit segment liggen volop kansen en uitdagingen.”