De militaire graven glimmen, colonnes met oldtimers rijden door de straten, er zijn concerten, herdenkingen en, vooral, bevrijdingsfeesten. Het zes maanden durende programma van 75 Jaar Bevrijding, constateert WIDO SMEETS, is vooral een viering van de eigen identiteit. Maar hoe zat het ook alweer met die holocaust?

“Sorry mama, mijn buitenlandse reis is niet geslaagd. Ik hou zoveel van je! Ik ben aan het sterven, want ik kan niet ademen. Sorry mama. Sorry.”

Zo nam de 26-jarige Pham Thi Trà My via een sms-bericht afscheid van haar moeder, even voor ze op 23 oktober stikte in een vergrendelde koelcontainer in Essex.

In een andere gemoedstoestand, opgewekt en verwachtingsvol, had ze drie weken daarvoor ook al afscheid genomen. Toen vertrok ze naar Hanoi, waar ze 36.000 dollar neertelde voor de oversteek naar Engeland. Via China en Frankrijk zou ze doorreizen naar the land of milk and honey, in haar hoofd dan toch, waar ze een nieuwe toekomst voorzag. Het liep anders. Het laatste deel van de reis zat ze met 38 lotgenoten in een vergrendelde koelcontainer waar ze niet meer levend uit zou komen.

Op het nieuws vertelde Phams moeder over het laatste bericht van haar dochter, huilend keek ze naar het schermpje. Ik probeerde me het onvoorstelbare voor te stellen: hoe het is om met veertig mensen in een afgesloten container te zitten, met het geraas van eindeloos denderende wielen onder je als enige contact met de wereld. Na dagen van honger en dorst hoor je een afslaande motor. Een portier gaat open en dicht, wegstervende voetstappen, stilte.

Ik pakte Is dit een mens uit de kast, het verslag van Primo Levi over zijn deportatie naar en verblijf in Auschwitz. 25 jaar heeft het ongelezen in de kast gestaan. 25 jaar duurde het voor ik durfde te bladeren in een boek dat nooit geschreven had mogen worden.

Duitsland telde aan het eind van de Tweede Wereldoorlog 1100 vernietigings-, concentratie- en werkkampen. ‘Men wist niet dat
nazi-Duitsland één monsterlijk web van slavenkampen was.’ illustratie uit Is dit een mens van Primo Levi.

De doorslag om het ook daadwerkelijk te lezen gaf de aankondiging van een literaire avond in Antwerpen, twee weken later, ter herdenking van de 100-jarige geboortedag van Primo Levi (1919-1987). In een klein theater in de Permeke-bibliotheek stonden drie microfoons, op de stoelen erachter zaten zeven bekende Vlamingen die fragmenten uit het boek zouden voorlezen. Onder hen Kristien Hemmerechts, Rudi Vranckx, Koenraad Tinel en een ontzagwekkende Dimitri Verhulst. Laat Verhulst, met zijn gruizige stem, een gebruiksaanwijzing voordragen, en het zal klinken als de ontknoping van een Griekse tragedie.

Primo Levi was een cum laude afgestudeerde chemicus die eind 1943 als jonge verzetsstrijder werd opgepakt en met 650 joodse lotgenoten werd afgevoerd naar concentratiekamp Auschwitz in Zuid-Polen. Hij belandde in Buna-Monowitz, een naburig werkkamp waar de meeste gevangenen binnen drie maanden dermate waren verzwakt dat ze werden vergast. Ze verlieten het kamp door De Pijp, zoals de gaskamers door de gevangenen werden genoemd.

Levi was gevangene 174517, het nummer stond op zijn arm getatoeëerd. Hij was een van de weinigen die zou overleven, door mazzel, vindingrijkheid en zijn kwaliteiten als chemicus, waar de nazi’s ondankbaar gebruik van maakten.

In een voorwoord bij de Italiaanse schoolboekversie van Is dit een mens vertelt Levi over de omvang van de genocide. Toen ik het boek in 1946 schreef, zegt hij, wisten we nog niet “dat er in Auschwitz alleen al miljoenen mannen, vrouwen en kinderen met wetenschappelijke nauwgezetheid waren uitgemoord, en dat niet alleen hun bezittingen en hun kleren, maar ook hun beenderen, hun tanden, hun haren zelfs ‘benut’ waren.” Men wist ook niet “dat het aantal slachtoffers van het hele concentratiekampsysteem negen of tien miljoen bedroeg”, en dat nazi-Duitsland gedurende de oorlog “één monsterlijk web van slavenkampen was.”

Deze maand is het 75 jaar geleden dat Auschwitz werd bevrijd door de Russen. Dat Levi op dat moment met roodvonk in de ziekenboeg lag, was zijn geluk. Bij het naderen van de Russen werden de gevangenen van Buna-Monowitz geëvacueerd naar Buchenwald en Mauthausen. In de nacht van 17 op 18 januari trokken zo’n 20.000 gevangenen te voet westwaarts. Een week later waren ze vrijwel allemaal dood. Bezweken aan de ontberingen onderweg.

De 800 zieken, onder wie Levi, bleven achter. Van hen stierven er 700 in de dagen rond de bevrijding. Een week later begon Levi aan de thuisreis. Via Rusland, Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland kwam hij negen maanden later aan in Turijn. In november 1945 begon hij te schrijven aan Is dit een mens.

Terwijl de Russische troepen Auschwitz naderden, stuitten de Westerse geallieerden langs de Limburgse Maas op zich stug verwerende Duitsers. Tussen het eerste (Mesch, 12 september 1944) en het laatste (Arcen, 3 maart 1945) Limburgse dorp dat werd bevrijd lagen bijna zes maanden van zware gevechten. Het is vooral deze periode die dezer dagen wordt gevierd met 75 Jaar Bevrijding: een indrukwekkende waaier aan herdenkingen, lezingen, concerten, optredens, tentoonstellingen, historische colonnes, films en veel, heel veel, bevrijdingsfeesten.

Het contrast met de viering in het eind 1944 binnen zes weken bevrijde Noord-Brabant is groot. In tegenstelling tot in Limburg, waar de provincie verordonneerde dat de viering ‘vanuit het volk’ moest worden georganiseerd en daar ook een zak geld voor had klaarstaan, is er in Brabantse geen provinciebrede viering. Je kunt als altijd Kamp Vught bezoeken, het enige Nederlandse concentratiekamp, waar je als altijd een online review voor TripAdvisor kunt achterlaten.

75 Jaar Bevrijding Limburg heeft tussen september en mei een programma opgeleverd met 107 over de provincie gespreide ‘events’. Colonnes met oldtimers rijden door de straten, legendarische verzetsdaden worden opnieuw, en nóg heroïscher dan de vorige keer, beschreven. Er zijn eerbiedwaardige dodenherdenkingen, de graven van gesneuvelde en intussen ‘geadopteerde’ militairen worden opgepoetst. Er voer een vrijheidsboot over de Maas, een uit de VS ingevlogen 100-jarige bevrijder mocht voor de tv-camera de gastvrijheid van de lokale bevolking aanprijzen; overal ademen de festiviteiten een net ontkiemde frivoliteit, alsof het gisteren was dat de geallieerden hier door de straten reden.

Zoals door de provincie gewenst ligt de nadruk op de bevrijding van de eigen contreien. Dat daar een wereldomvattende oorlog aan voorafging met een in gruwelijkheid ongeëvenaarde genocide is binnen 75 Jaar Bevrijding slechts een voetnoot. Het programma lijkt opvallend goed te passen in de identiteitspolitiek die vanuit het Limburgse provinciehuis wordt gevoerd. De herdenking van de bevrijding van de nazi’s heeft geresulteerd in de viering van de eigen identiteit, in de viering van Dorpsstraat, Ons Dorp.

De vraag komt op of de huidige, in vrede opgegroeide generatie nog wel een idee kán hebben, van de impact van een wereldomvattende oorlog – meer dan van een akelig avontuur dat gelukkig, net als in de film, goed afliep. Behoren de gruwelen van het front en de mensonterende omstandigheden in de honderden Duitse én Japanse concentratiekampen nog wel tot ons collectief geheugen? Of is het niet meer dan een vaag besef, ergens in een uithoek ervan?

Op het oorlogskerkhof in Ysselsteyn liggen bijna 32.000 doden.
foto Roger Cremers

Volgens de site 75jaarbevrijdinglimburg.nl gaan twee van de 107 activiteiten in Limburg over de Holocaust. Op 27 januari is er een herdenking van de International Holocaust Day in het Provinciehuis in Maastricht. Het is een besloten bijeenkomst, “enkel op uitnodiging bij te wonen!” staat in het programma. Met uitroepteken. Waag het niet te komen als je niet bent uitgenodigd. En op 6 februari opent in datzelfde provinciehuis de tentoonstelling Metamorfose van de herinnering, met foto’s van Roger Cremers en in Auschwitz opgenomen films van Charlotte Lagro. De expositie staat niet vermeld in het programma van 75 Jaar Bevrijding. Vergeten.

Naar verluidt weet twee derde van de millennials in de VS niet waar Auschwitz voor staat. Daar kun je de schouders bij ophalen; de in 1942 geboren bokskampioen Cassius Clay had nog nooit van Adolf Hitler gehoord. Toch gaan al die ‘welwillenden’ eind dit jaar naar de stembus om te oordelen over Donald Trump, de president die enkele maanden geleden zijn Koerdische bondgenoten in het Midden-Oosten van het ene moment op het andere liet vallen met als argument: “Ze hielpen ons niet in de Tweede Wereldoorlog.”

Auschwitz ligt niet in de VS, maar in Europa, waar de Tweede Wereldoorlog verreweg de meeste slachtoffers maakte. Hoe zou het, 75 jaar na de bevrijding, bij de jongere generaties in Nederland zijn gesteld met de kennis van de oorlog en de Holocaust? Wat weten ze van de historische betekenis van Auschwitz? Waar zouden ze die kennis vandaan halen? Bij Primo Levi en zijn collega-schrijvers?

Niet uit het programma van 75 Jaar Bevrijding Limburg, waarin geen enkele literaire activiteit is opgenomen. Er zijn bibliotheken volgeschreven over de Tweede Wereldoorlog, inclusief bevrijding en nasleep, tot op de dag van vandaag. Al die boeken hebben bij de programmamakers geen belletje doen rinkelen.

Ja maar, horen we links en rechts, jongeren lezen geen boeken. Wat heet. Een kwart van de 15-jarigen, zo bleek recentelijk, kan niet eens een gebruiksaanwijzing of een brief lezen. Ze kijken, verkleefd als ze zijn met hun smartphone-schermpjes, ook geen tv. Halen ze hun kennis dan van school, waar het geschiedenis- en leesonderwijs de laatste decennia naar de filistijnen is geholpen? Minister Van Engelshoven van onderwijspartij D66 wil de nieuwe Canon van de Nederlandse Geschiedenis niet meer in boekvorm uitbrengen. Een video volstaat.

Intussen kijken wij, de oudere generaties, al jarenlang weg van voetbaltribunes waar ‘Hamas, Hamas, alle joden aan het gas’ wordt gescandeerd en halen de schouders op over een zulthoofd dat het lot van de Nederlandse boeren vergelijkt met dat van de joden ten tijde van het nazi-regime.

De Holocaust is met ons aller instemming een abstractie geworden.

“Het fascisme is niet dood”, schreef Primo Levi bij de genoemde schooluitgave van Is dit een mens. “In sommige landen is het sterk, in andere beidt het zijn tijd, en het belooft de wereld nog steeds een Nieuwe Orde.” Zijn woorden, we hoeven niet ver om ons heen te kijken, hebben meer kracht van realiteit dan gedurende de 75 jaar die achter ons liggen. Net als zijn slotzin: “Ik zal me gelukkig prijzen als zal blijken dat al was het maar één van mijn nieuwe lezers heeft begrepen hoe gevaarlijk de weg is die begint bij nationalistisch fanatisme en de weigering om redelijk te denken.”