Wat hebben een intens gebed, een rolkoffertje van acryl en de drug ayahuasca met elkaar gemeen? Ze kunnen een mystieke ervaring opleveren die je bestaan verrijkt. WIDO SMEETS gaat op zoek naar zijn mystiek geheugen. ‘Waarom rol ik niet elke ochtend mijn yogamatje uit om daarna goedgemutst aan de dag te beginnen?’
Het leven zit vol mystieke ervaringen – vaak hebben ze een banale oorsprong. Meer dan vijftien jaar geleden alweer beschreef Martin Bril in een column het heerlijke gevoel dat het maaien van gras kan opleveren. Hij gebruikte daarbij geen rolmaaier, motormaaier of zo’n dom miniatuurtrekkertje, maar een grastrimmer.
Bril onderscheidde drie fases van gelukzaligheid. Eerst is er het voorzichtige, onderzoekende maaien. Na de gewenning volgt het ritmisch maaien, waarin mens en machine één zijn en de gedachten alle kanten op kunnen. De derde fase breekt aan wanneer een opspringend kiezelsteentje tegen je wang schiet, een kwart centimeter onder het linkeroog. Hoogste tijd om te stoppen, een biertje te drinken en te genieten van de weldadige stilte die is ingetreden.
Er was ook nog een toegift. Wanneer Bril als een grasmannetje op laarzen de keuken in banjert, wordt hij er door zijn vrouw – naar buiten, jij! – meteen uitgezet. ‘Heerlijke woorden zijn dat.’
De mentale zuivering van een uurtje gemotoriseerd grastrimmen is me bekend; ik herken de rituelen, de trance en de extase als de klus voorbij is. Het grasmaaien is intussen een gewijde traditie in mijn bestaan; de column van de in 2009 overleden Bril hangt ingelijst op het toilet.
Of ik, zo uit mijn hoofd, nog andere mystieke ervaringen kan oplepelen, vroeg ik mezelf af toen ik het Limburgs Museum binnenliep voor de expositie Mystiek. Rituelen. Verstilling. Extase. Er schoot me een ‘absence’ van een handvol gedachteloze seconden te binnen op de top van een Spaanse bergtop, na een hallucinante voettocht naar boven. En de stilte verterende muziek van Edward Elgar tijdens de begrafenis van een dierbare, in een kerk met een hemelse akoestiek.
Twee mystieke ervaringen op een mensenleven voelt als weinig. In een hernieuwde poging om mijn hitlijst met bovenaardse ervaringen op te krikken kwam ik tot een stuk of tien, er komen scenes uit mijn mentale privé-archief voorbij waarin het platte zonder waarschuwing overging in het verhevene. Als u het niet erg vindt, hou ik ze graag voor mezelf.
Bij de opening van de expositie, half oktober, had een stoommachine de entree van het museum in nevelen gehuld. Halverwege de mist kwam de vraag op waaróm ik zo weinig aanleg heb, of denk te hebben, voor de mystieke geneugten van het leven. Waarom rol ik niet elke ochtend mijn yogamatje uit om daarna goedgemutst aan de dag te beginnen? Heb ik er geen behoefte aan? Of is het dat ik die behoefte niet voel?
Ik kijk naar de poster van de expositie, en de parmantige punten tussen de drie delen in de subtitel: Rituelen. Verstilling. Extase. Moeten de onderdelen los van elkaar worden gezien, of kunnen ze ook volgtijdig optreden? Doet het er eigenlijk toe?
Wanneer weet je of je een mystieke ervaring te pakken hebt? In zijn inleiding in de catalogus helpt kerkhistoricus Peter Nissen de museumbezoeker op gang. ‘Mystiek is wat onzichtbaar of onuitspreekbaar is, datgene waarvoor je eerbiedig je ogen en je mond sluit. In religieuze termen wordt het dan al gauw vertaald als datgene wat de mens te boven gaat’.
En in niet-religieuze termen? Mij gaat dezer dagen – misschien is het de tijd, of de leeftijd, of allebei, steeds meer boven de pet. Het meeste daarvan is bepaald niet mystiek van aard, laat staan een aanleiding om eerbiedig de ogen te sluiten.
Ook de titel Mystiek. Rituelen. Verstilling. Extase roept het gevoel op dat er vroeger meer mystiek in de lucht hing dan vandaag de dag; het maakt het concept bij voorbaat interessant. Vooral de middeleeuwen gelden als een onuitputtelijke bron waar de mystieke theologie al snel voet aan de grond kreeg in de poëzie, dat andere domein waar het onzegbare wordt verkend. Hildegard van Bingen, mystica, componist en dichter, drukte haar visioenen uit in verzen: ‘Kijk naar de zon / Kijk naar de schoonheid van het groen van de aarde / Denk nu na.’ Ook Petrarca’s verslag van zijn beklimming van de Mont Ventoux in 1336 laat zien dat de natuur vol mystieke inspiratie zit. Van Bingen en Petrarca waren voorlopers. In de negentiende eeuw plaveiden muziek, literatuur en beeldende kunst hun eigen mystieke pad naar het grootse, het ongrijpbare en het onbevattelijke. De nietige mens restte, in het aangezicht van het sublieme, weinig anders dan stille bewondering.
Tijdens de voorbereiding van de expositie zochten curatoren Laura Adams en Edwin Beckers een aantal geselecteerde kunstenaars op in hun atelier om hen te bevragen over hun opvattingen over en ervaringen met mystiek. Dat onderzoek betaalt zich uit in soms verrassende keuzes, zoals bij de Roermondse kunstenaar Luc Peters, met zijn anachronistische beelden waarin mystieke symbolen uit oude en nieuwe religies versmelten. Drie van zijn even knoestige als ontroerende beelden staan als poortwachters aan het begin van de expositie. De beelden ademen een tijdloze oerkracht; Peters maakte ze in 2021.
‘Mystiek koppel ik al snel aan geloof’, zei Ted Noten tegen de curatoren. ‘Als kind ben ik bijna verdronken in schuldgevoel, maar ook in de betovering van goud, wierook en de verhalen.’ Als ode aan zijn oma goot hij katholieke relieken, vooral crucifixen, in een rolkoffer van acryl; zo sleept hij zijn herinneringen een leven lang mee.
Behalve rituelen kunnen ook inkeer en verstilling tot een mystieke ervaring leiden. Het gebed, meende de joods-Duitse filosofe Edith Stein, ‘is de grootste prestatie waartoe de menselijke geest in staat is.’
Ook kunstwerken hebben de kracht van verstilling, zegt een andere zaaltekst in Mystiek met een zucht van verlichting. Neem de raadselachtige foto’s van Dirk Braeckman. Ze maken het mysterie voelbaar zonder dat je er een vinger achter krijgt. ‘Alles begint met een andere manier van kijken’, meent hij, ‘want ook in het banale en alledaagse schuilt mystiek.’ De bergwandelaar en grasmaaier in me knikt instemmend.
Extase is wellicht de meest tot de verbeelding sprekende mystieke ervaring. Vaak gaan er extreme inspanningen en gedragingen aan vooraf. We kennen, opnieuw uit de religie, de zelfkastijding. Het zichzelf afranselen, is het idee, brengt de mens dichter bij God; de pijn overstijgende trance die ermee gepaard gaat, geldt als bijvangst.
De marathonloper kent het runner’s high, het door endorfines aangestookte vuur van opperste gelukzaligheid
Seculiere afgeleiden zijn er volop. De marathonloper kent het runner’s high, het door lichaamseigen endorfines aangestookte vuur van opperste gelukzaligheid; ik heb me er vaak aan gelaafd. Dat een bijna bovenmenselijke geestelijke en lichamelijke inspanning tot extase kan leiden, suggereren ook Bullfighters, de fotoreeks die Rineke Dijkstra maakte van jonge stierenvechters na het verlaten van de arena. De spanning verdwijnt van hun geschonden gelaat, er komt opluchting voor in de plaats.
De extase kan ook collectief zijn, zoals bij het Holifeest bij hindoestanen en het Carnaval bij (gewezen) katholieken – bij dit laatste festijn wordt de roes opgeroepen en versterkt door bovenmatig gebruik van drank en drugs.
De expressie van een individuele roes komt in Venlo aan bod in de film/installatie Night Soil, waarin Melanie Bonajo op zoek is naar de contouren van een nepparadijs, voortgekomen uit het afzetten tegen onze kapitalistische, patriarchale consumptiemaatschappij. Ze wordt daarbij op gang geholpen door de hallucinogene drug ayahuasca; gebruik ervan kan gepaard gaan met verschijningen en visioenen en kan leiden tot extase.
‘Zonder infernale schaduwen geen paradijselijke hemelen’, schreef Hafid Bouazza
De aantrekkingskracht van de roes zijn de extremen die elkaar raken. ‘Het lijkt erop dat drugs, tot wat voor hoge vreugden ze ook kunnen stuwen, uiteindelijk de dualiteit van de mens benadrukken: zonder infernale schaduwen geen paradijselijke hemelen’, schreef Hafid Bouazza. De vorig jaar op 51-jarige leeftijd overleden schrijver was een ervaringsdeskundige; het aanhoudende teveel leidde tot zijn vroege dood.
Misschien had Bouazza gelijk, en is de dood een sublimatie van de extase. Was de entree van de expositie bij de opening nog gehuld in nevelen, bij de laatste deur klinken, uit een luidsprekertje in het plafond, op repeat, The Doors, met hun Alabama Song:
‘For if we don’t find
The next whiskey bar
I tell you we must die
I tell you we must die
I tell you, I tell you
I tell you we must die’
Mystiek. Rituelen. Verstilling. Extase. Van 15.10 t/m 19.3 in het Limburgs Museum in Venlo. limburgsmuseum.nl