Carl Andre is zo klassiek dat je denkt dat hij al wel dood zal zijn. In gesprekken met de meest uiteenlopende kunstenaars duikt zijn naam op. Pas nog vertelde Jan Fabre in NRC-Handelsblad hoe hij “als jonge gast van een jaar of twintig” naar Museum Kröller-Müller ging om het werk van Carl Andre te zien.
Maar Carl Andre is niet dood. Hij werd geboren in 1935 in Quincy, Massachusetts, en woont en werkt nog steeds in New York. Reizen doet hij niet meer. Bij de start van een overzichtstentoonstelling in Museum Kurhaus in Kleve wordt hij vertegenwoordigd door zijn tweede echtgenote, de kunstenares Melissa Kretschmer.
Carl Andre is zo invloedrijk omdat hij rond 1960 de beeldhouwkunst zo goed als opnieuw uitvond. Zijn werk, zo zei hij, was niet langer een ingreep in het materiaal, maar een ingreep in de ruimte. Hij nam gestandaardiseerde houten balken of koperen platen en legde ze naast elkaar op de grond of stapelde ze op. Hij stond ermee aan de wieg van het minimalisme, maar ook van een heel legioen installatiekunstenaars – onder wie dus Jan Fabre.
In één van de zaaltjes in Kleve liggen acht verschillende opeenstapelingen van telkens 120 identieke blokken zandsteen. De stapelingen hebben steeds hetzelfde volume en vullen toch ieder op een andere manier de ruimte. Een mooie gedachte, maar op het werk ben je, eerlijk gezegd, vrij snel uitgekeken. Het is radicaal, maar ook kaal en streng. De onbewogen blik van Andre’s echtgenote maakt het er niet beter op.
Dan zie ik hoe 144 grafietblokjes, keurig in rijen opgesteld in een ruimte met hoge ramen, een schitterend patroon van diffuse schaduwen werpen. Een tientallen meters lange rij balken komt tot leven door de kleurverschillen in het hout. “Hout is de moeder van alle dingen. Hout is de bruid van het leven in de dood, van de dood in het leven”, zei Andre eens in een ongebruikelijk lyrische ontboezeming. Het gaat hem niet alleen om de ruimte, maar ook om het materiaal zelf. Dat brengt Jan Fabre ineens een stuk dichterbij: Andre werkt met hout en metaal, Fabre met tranen, bloed en sperma.
Aan het einde van de rondgang vertrouwt Melissa Kretschmer me toe dat haar man weliswaar met zware, elementaire materialen werkt, maar vrijwel altijd in delen die voor één persoon hanteerbaar zijn. De menselijke maat. Dat neemt je toch weer in voor zo’n steile revolutionair.
Carl Andre, Museum Kurhaus Kleve (Duitsland), t/m 28 augustus, www.museumkurhaus.de. Jan Fabre, Hortus/Corpus, Museum Kröller-Müller, Otterlo, t/m 3 september, www.kmm.nl.