“Voordat je het weet sta je met een zethaak in de hand en mag je voor het eerst een regel zetten”, zei Jean Rosbeek ooit over het opgroeien in de drukerij van zijn vader. Samen met zijn boer Cor bouwde hij een unieke drukkerij op die lange tijd maatgevend was in de grafische industrie.
We schrijven 2008. Inktzwarte wolken pakken zich samen boven Drukkerij Rosbeek te Nuth, jarenlang een van de beste, meest gelauwerde drukkerijen van Nederland. De chemie tussen de broers Rosbeek is uitgewerkt: de plaats van Jean als technisch en zakelijk leider is al enige tijd ingenomen door verschillende opvolgers. Het bedrijf kan zijn reputatie niet meer waarmaken. In 2009 valt het doek. Niet alleen inconsistente bedrijfsvoering – de achilleshiel van vele familiebedrijven – en gezondheidsproblemen, ook concurrentie uit het buitenland, kwaliteitsverlies door digitale automatisering en snel verslechterende economische omstandigheden betekenen het einde van Drukkerij Rosbeek, het bedrijf dat boekdrukkunst personifieerde en cultuur schiep, het bedrijf waarin de broers hun ziel en zaligheid hadden gelegd.

Begin jaren zestig waren Cor (1944) en Jean (1945) Rosbeek de piepjonge eigenaars van een kleine handelsdrukkerij aan de Hommerterweg in Hoensbroek onder de rook van Staatsmijn Emma. Zij groeiden op in een bedrijvig en artistiek gezin waar zelfwerkzaamheid, creativiteit, betrokkenheid en kwaliteit groot geschreven werden. Vader was behalve meesterdrukker een in de regio bekend musicus, moeder dreef een winkel in kantoor- en tekenbenodigdheden. Thuis werd geplakt, getekend, gekleurd, gegutst, geknutseld. De kinderen kwamen veel in de drukkerij en waren zo al vroeg vertrouwd met de wereld van pers, inkt en papier. Jean: “Je raakt geïnteresseerd en voordat je het weet sta je met een zethaak in de hand en mag je voor het eerst een regel zetten. Op een kleine pers, een degeltje, drukte ik voor het eerst mijn naam. Wat jaren later stond ik in de vakanties mee te helpen.” Ook Cor was gegrepen, maar anders. Fantasierijk en nieuwsgierig was hij, de blik naar buiten gericht: de wereld van blue suede shoes en scherp gesneden kostuums. Gedistingeerd halbstark, perfect gesoigneerd op jonge leeftijd al. Verkoop en acquisitie werden zijn fort. Beiden wilden vooruit.
De jongens zaten midden in de puberteit toen hun vader plotseling stierf en zij de zaak, aanvankelijk met hulp van collega-drukkers, overnamen. De mijnen floreerden nog en het bedrijf groeide. De Rosbeeks legden de lat hoog. Hun voorbeelden vonden ze in de kwaliteitsdrukkerijen buiten Limburg, waar ontwerpers een belangrijke rol speelden en gedurfde staaltjes drukwerk afgeleverd werden.Tegelijkertijd kwamen ze in contact met klanten en relaties die op zakelijk en artistiek niveau de hoogste eisen stelden en zo rolden ze in de moderne scene van kunstenaars en vormgevers in Limburg, waar vooral de cultuurbegerige Cor zich als een vis in het water voelde.
De sluiting van de mijnen was voor de gebroeders geen neergang maar een impuls. De noodzaak van nieuwe opdrachtgevers bracht het bedrijf in een stroomversnelling: Jean innoveerde de techniek en Cor wierf klanten en verkocht. Kan niet bestaat niet. Kwaliteit voor alles. Kwaliteit en schoonheid werden synoniem. Functionele schoonheid in zakelijke objecten, dus met een belangrijke rol voor de grafisch ontwerper, creatieve schoonheid in de vrijere opdrachten, met een nog grotere invloed voor de ontwerper. Waar mogelijk werd het grafisch ontwerp even belangrijk als het drukproces. Vooral in dit opzicht speelden de contacten van Cor een belangrijke rol. Diens zelfvertrouwen groeide en hij liet zich steeds meer gelden als inleider, spreker en jurylid.
Het was dus niet verwonderlijk dat de Rosbeeks zich inmiddels hadden gewaagd aan drukkersdrukwerk, het ‘kaartje’ van de drukkerij dat per definitie moest beantwoorden aan de hoogste technische en artistieke eisen. Eind jaren zestig was de goodwillreeks gestart die niet alleen de staalkaart werd waarmee de drukker zijn positie in de commerciële en culturele context markeerde, maar hem ook poneerde als initiator, ‘medeschepper van cultuur’.
Dat er prestigieuze opdrachten uit de wereld van kunst en cultuur kwamen, bewees dat ze op de goede weg zaten en gaf hun vleugels. De tijd was gunstig. Geld rolde, communicatie, creativiteit en kwaliteit lagen in ieders mond bestorven, vormgeving was een cult. The sky was the limit.
Mogelijk ging hun vlucht te hoog, en verloren de broers het zicht op de verhoudingen. Ze gingen er prat op dat de drukkerij zich in de onmogelijkste omstandigheden kon bewijzen. Kwaliteit is duur, soms te duur. Hoge taakopvatting, beroepseer en verbeeldingskracht zijn sleutelwoorden voor succes. Maar de literatuur leert dat dan de hoogmoed dreigt. Zo gezien bloedde de goodwillreeks dood in esthetische tolerantie en verstikte het bedrijf in twijfelachtige innovatie.
“Er zullen altijd mensen blijven, al is het een kleine culturele elite, die om kwaliteit zullen blijven geven”, zegt Cor. Maar er is geen drukkerij Rosbeek meer om die kwaliteit te leveren.