Cube design museum heeft niet alleen exposities over design maar is ook een laboratorium waar bezoekers, studenten en ontwerpers nieuwe ideeën lanceren en uitwerken. “Voor elk plantje heeft een student een flesje vol geplast.” Door Emile Hollman
Op het prikbord in de basement van het Cube design museum hangen zomaar wat ideeën van bezoekers over het toilet van de toekomst. Een wc met wi-fi. Een toilet dat de poep uit je darmen zuigt. Een broek met ingebouwd urinoir. Een duo-toilet, ofwel: twee potten gezellig naast elkaar.
Maró Postema (21) uit Haarlem, student industrial design in Eindhoven en stagiair bij Cube, heeft zo’n duo-toilet al eens gezien, in een Finse discotheek. Vandaag is aan haar de beurt om bezoekers aan te sporen mee te denken over de toekomst van het toilet.
Het is nadrukkelijk de bedoeling dat die bezoekers, onderzoekende studenten en ontwerpers contact leggen in het laboratorium van Cube. Die kruisbestuiving moet het onderzoek ten goede komen. Soms komt het onderwerp van onderzoek uit de tentoonstelling, idealiter komt er een vraag van buiten, van bedrijf, overheid of instelling, een zogenaamde ‘call’, waarin studenten hun tanden kunnen zetten. Ze worden met enige regelmaat via workshops aangespoord om in hun denken buiten de gangbare paden te gaan.
Sinds de opening van Cube in oktober 2015 werken studenten in het lab, als onderdeel van het Cube in Residence Program. Dit voorjaar zijn het er tien. Ze komen van hogescholen en universiteiten Eindhoven, Venlo, Den Haag, Maastricht, Deventer, Utrecht en Heerlen. “Het idee”, legt lab-coördinator Anja Köppchen uit, “is om tentoonstellingen met objecten te koppelen aan het design-proces. We nodigen bezoekers uit om mee te denken met jonge designers. En dat doen ze graag. Bezoekers komen er snel achter dat dit de onderzoeksruimte van het museum is. Natuurlijk is er een drempeltje maar de studenten zelf spreken de bezoekers aan. Je ziet dat die snel geïnteresseerd raken en meer willen weten. Ze stimuleren de studenten om nog meer te reflecteren op hun onderzoek. Daarom kiezen we ook voor onderwerpen die iedereen aangaat en waarover iedereen mee kan praten.”
Zoals voedselproductie, afvalverwerking, dementie of de toekomst van het toilet. Raoul Smeets (21) uit Wessem, student industrieel productontwerp in Venlo, was op zoek naar een stageplek. Hij zocht in de richting van interieurontwerp in auto’s maar kwam uiteindelijk in Kerkrade terecht, bij Think Shit zoals de werktitel van de ‘call’ over de toekomst van het toilet luidt. Zijn eerste idee ging uit naar een toilet in een auto, maar in de discussie met medestudenten ging het een andere kant op. Iemand tornde in een schets aan de vormen van het toilet zoals we dat kennen, maakte het vierkant. Wat Smeets op het idee bracht om er rupsbanden bij te denken en zo kwam hij op de Toil-E, een mobiel toiletje dat achter je aan hobbelt en beschikbaar is wanneer je het maar nodig hebt, ideaal voor mensen die bijvoorbeeld om medische redenen altijd een toilet in de buurt willen. Smeets begon met een schets maar werkte inmiddels ook een aantal prototypes uit, die net als die van zijn medestudenten te zien zijn in het Cube-lab.
“Het is niet per se de bedoeling dat we commercieel interessante producten ontwikkelen”, zegt Gene Bertrand van Cube, “ze moeten vooral raken aan ons dagelijks leven. Dus kort bij het publiek liggen.” Zo kwam er een ‘call’ van een stichting die meer orgaandonoren wil werven. De vraag luidde: hoe kunnen we meer mensen ertoe overhalen om zich als donor te registeren? Dat leidde uiteindelijk tot interactief programma dat binnenkort in het zustermuseum Continium Discovery Center zal draaien. “Maar het resultaat is hier niet heilig”, zegt Bertrand, “het gaat vooral om het proces.”
Uiteraard verzamelen de studenten data over hun onderwerp. Zo blijkt volgens Gina Hooiveld (24) uit Kerkrade, student aan de TU Eindhoven, dat negen op de tien mensen op de een of andere manier bedenkingen heeft om te poepen in een publiek toilet of als ze ergens op bezoek zijn. In het eerste geval spelen de hygiënische omstandigheden een rol. Gina bedacht een zoals zij dat noemt shape changing interface: een balletje dat je bij je kunt dragen en dat via blue tooth informatie van een sensor ontvangt die het aantal bacteriën meet in een openbaar toilet. Is het oppervlak van het balletje egaal dan is het schoon. Krijgt het stekels dan is het raadzaam een ander toilet te zoeken. Mooi idee, maar is het ook haalbaar? “Ik denk dat het wel mogelijk is ja. Als het niet werkt via een sensor dan misschien via een ander systeem. Je moet eerst iets uitproberen voordat je weet of het werkt. We proberen ook uit te vinden hoe mensen dit zouden ervaren. Misschien zou je zo’n sensor ook in het handvat van een tas of in he toilet zelf kunnen inbouwen.”
Maró Postema, student aan de TU in Eindhoven, moest even zoeken naar haar weg in het Cube-lab. Haar interesse ligt meer bij kunst en psychologie dan bij product design, ze zocht een stageplek in de richting van debat over design. Tijdens de opleiding ontwierp ze een abortus-/doodskist om een debat op gang te brengen, het bracht haar op het thema schaamte dat ze nu uitpluist in het kader van Think Shit. “Er zijn mensen die zich schamen als anderen hen horen poepen of ruiken. Ik wil niet zo zeer dat taboe verhullen door geluid en geur weg te nemen, maar ik wil ze er juist mee confronteren. Bijvoorbeeld door het geluid van poepende mensen te laten horen in een toilet.” Ook onderzoekt ze of planten kunnen groeien op menselijke mest. Ze wijst op een tafel vol plantjes op de binnenplaats. Voor elk plantje heeft een student een flesje vol geplast.