Honderd jaar oud en nauwelijks gespeeld, blijkt Kinderen van de Zon van Maxim Gorki verrassend actueel. Een jaar geleden voorvoelde regisseur Ivo van Hove dat dit stuk juist nu moest worden gespeeld, met zijn prangende vragen over een elite die zich geen raad weet met de turbulentie van de geschiedenis. door Annette Embrechts
<Gorki schreef zwanenzang op de klasse van de intellectuelen>
Zelden gebruikt regisseur Ivo van Hove pruiken, baardjes en lelijke broeken met hoog water. In Gorki’s Kinderen van de Zon gebruikt hij ze in overvloed. Maar onder alle hilariteit die de attributen oproepen, laat de Vlaamse regisseur van Toneelgroep Amsterdam, die in dit stuk samen optrekt met NT Gent, een sterk inhoudelijk engagement schuilgaan. Tegen het slot van de voorstelling spat deze maatschappijkritiek van het podium, direct in het gezicht van het publiek.
Natuurlijk, de bezetting van het weinig gespeelde stuk van Maxim Gorki is om van te watertanden, met Jacob Derwig, Halina Reijn, Gijs Scholten van Aschat, Wim Obrouck en Elsie de Brauw. Maar de grootste verbazing en bewondering – recensies repten van ‘een klein wonder’ en ‘een koude hand ik je nek’ – betreft echter vooral de actuele lading van dit meer dan honderd jaar oude portret van een groepje intellectuelen.
In 1905 veroordeelt Maxim Gorki, weeskind met een bewogen jeugd tussen kansarmen, het bloedbad dat de Kozakken aanrichtten onder arbeiders, vrouwen en kinderen tijdens een vreedzame protestmars in Sint-Petersburg. Het tsarendom loopt op zijn laatste benen, het morrende volk komt in opstand. In zijn ogen houdt de intellectuele elite zich te veel afzijdig. Hij belandt in de gevangenis waar hij de ontgoocheling van zich af schrijft in Kinderen van de zon, een stuk dat nog amper wordt gespeeld omdat Gorki te veel in herhaling zou vallen en gehinderd zou worden door zijn bevlogenheid. Het zou in de schaduw staan van zijn successen Zomergasten en Nachtasiel.
Daar nu denkt Ivo van Hove anders over: “Ik hou erg van het onaffe van vroege stukken van Russische schrijvers. Daarin zijn ze nog even wroetend als bevlogen en begeesterd. Je proeft hun ontgoocheling en hun worsteling met onbestemde gevoelens van ongenoegens. De stukken zijn nog niet zo uitgeklaard.”
Een kwart eeuw geleden regisseerde Van Hove al Kinderen van de Zon, toen met studenten van het Conservatorium van Dora van der Groen, waar hij (nog steeds) les geeft. “Ik was toen 24, 25 jaar en zoomde vooral in op de liefdesperikelen. Nu haal ik de maatschappelijke lading sterker naar voren.”
In Kinderen van de zon krijgen een wetenschapper en zijn vrouw, Pavel en Jelena Protassov, en de inwonende zus Lisa diverse vrienden over de vloer. Ze praten over het verbeteren van de wereld maar worstelen met het in praktijk brengen ervan. Steeds verder raken ze verstrikt in kleine liefdesperikelen en grote idealen. Steeds moeilijker kunnen ze de roerige geschiedenis buiten houden. Ze lijden onder hun grootse, onbeantwoorde gevoelens van liefde, eenzaamheid en machteloosheid. Opstand en cholera rukken op richting hun huis. Er moet verandering komen. Maar hoe en wat? Hun dappere retoriek over empathie en engagement slaat stuk op de verlammende werkelijkheid.
Honderdenvijf jaar later is het allemaal extreem herkenbaar. Ook nu weten kunstenaars, wetenschappers en andere intellectuelen zich nauwelijks raad met hun lastige positie in een broze boze samenleving. “Het stuk is bij mij altijd blijven sluimeren”, zegt Van Hove. “Ruim een jaar geleden, in de tweede helft van september 2009, besloot ik het in het repertoire op te nemen. In binnen- en buitenland kijken collega’s altijd naar Toneelgroep Amsterdam. Wat wij spelen wordt als toonaangevend repertoire beschouwd. Ik voelde dat Gorki in dit stuk genadeloos laat zien hoe ambivalent de elite is, ook nu, anno 2011.”
Van Hove regisseert bij voorkeur stukken over de wederzijdse beïnvloeding van de maatschappelijke geschiedenis op de psychologie en het denken van mensen. Kinderen van de Zon is daar een mooi voorbeeld van. Personages lijden aan tunnelvisies. Pavel denkt dat de wetenschap een nieuwe mens kan creëren uit de kleinste moleculen, maar in zijn experimenteerdrift ziet hij zijn vrouw over het hoofd. Huisvriend en kunstschilder Dimitri Wagin wenst gewoon te maken wat hij zelf wil, onafhankelijk van de smaak van het publiek. Een recht dat hij bezeten opeist. Jelena slaagt er niet in haar intuïtieve hulpvaardigheid te koppelen aan morele standpunten over gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid. En zo schrijft Gorki een zwanenzang op de klasse van de intellectuelen die vrijblijvend en dadeloos fantaseert over een betere maatschappij. En bij Van Hove zien ze er allemaal ook nog aandoenlijk lelijk uit, met poezelige, ouderwetse kleren.
Van Hove: “Ik wilde dit keer geen geslaagde beauty’s laten zien. Maar mensen die zich misschien niet elke dag wassen en toch hun liefdes kennen. Allemaal hebben ze gelijk en ongelijk. Ik deel niet één standpunt. Ik breng geen moraal maar houd een spiegel voor. In de tijd van Gorki heeft het communisme geen oplossing gebracht. Daarna het fascisme al helemaal niet, het kapitalisme ook niet, evenmin als het terrorisme. Ik wil dat mensen daarover nadenken. Wat nu?”
In het prachtig benepen huiskamerdecor van Van Hoves vaste scenograaf (en partner) Jan Versweyveld komen al die revoluties in de geschiedenis uiteindelijk via een videowand als een tyfoon op het publiek af. Om daarna de stilte af te dwingen voor een indringende monoloog van Halina Reijn als de kwetsbare en gekwetste Lisa, waarin ze zich richt tot het publiek en zegt: “Ik heb zo met jullie te doen.” Een open eind waarin iedereen wordt aangesproken om na te denken over mogelijke oplossingen voor de crisisverhouding tussen elite en maatschappij.
En hoe staat het met Van Hove zelf? Hoe geeft hij zich als theatermaker rekenschap van zijn betrokkenheid bij maatschappelijk onrecht en rumoer? “Vooral door dit soort voorstellingen te maken”, zegt hij. “In het huidige gedruis van alle dreigende cultuurpolitiek wil ik niet als een Tijl Uilenspiegel op de barricaden gaan staan maar solidair optrekken om met genuanceerde visies afgewogen beleid af te dwingen.” Op televisie hoor je de razendsnel denkende en pratende Van Hove echter niet vaak in debatten: “Ook al ben ik directeur van het grootste toneelgezelschap van Nederland en België, ik ben niet bekend genoeg voor Pauw & Witteman. En ik praat niet graag in oneliners.”
Maar uitspreken doet hij zich wel. Zoals laatst in een groot interview in de Volkskrant over de noodzaak van nieuw leiderschap in de cultuursector. En in De Standaard in het kader van de publieke discussie over misbruik op internaten en seminaries. In een groot interview praatte hij openhartig en eerlijk over zijn vroegere, positieve ervaringen met pedofilie. “Toen ik veertien was heb ik een liefdesrelatie gehad met een leraar van tussen de 20 en 30 jaar. Ik ben hierover gehoord door de Belgische Opsporingsbrigade. Maar er was bij mij geen sprake van machtsmisbruik. Ik heb nooit iets tegen mijn zin gedaan. Ik was geen slachtoffer. De relatie draaide om veel meer dan de seksuele kant. Ik heb door hem voor het eerst voorstellingen bezocht, boeken gelezen, platen beluisterd. Hiermee wil ik de traumatische ervaringen van anderen niet ontkennen. Maar ik wilde er een andere ervaring tegenover zetten. In mijn geval heeft die man mij mijn jeugd niet heeft afgenomen maar verrijkt.”
Kinderen van de Zon door Toneelgroep Amsterdam. Op 4/1 en 5/1 in Theater a/h Vrijthof Maastricht. Op 15/1 in Parktheater Eindhoven. Toneelgroep Amsterdam speelt ook een reprise van Scènes uit een Huwelijk op 20/1 Parkstad Limburg Theaters Heerlen. www.toneelgroepamsterdam.nl