Met Le regard de personae, een reeks portretten van vrouwen, gaat Malou Swinnen op herhaling, zij het dat de foto’s nu in kleur zijn, en meer dan levensgroot. “Kleine onvolmaaktheden werk ik niet weg, maar laat ik zien. Dat is veel boeiender dan het ideaal van de reclame- en modewereld waar niemand aan kan voldoen.”
Voor haar 25ste verjaardag als fotografe wilde Malou Swinnen iets bijzonders doen. “Geen retrospectieve, zoals van je verwacht wordt bij zo’n jubileum. Dat is niet interessant. Bovendien ben ik nog lang niet van plan om te stoppen.” In de plaats daarvan koos ze ervoor om haar eigen werk te actualiseren.
“Ik heb een vervolg gemaakt op de reeks waarmee ik bekend ben geworden, Personae, kleine zwart-witportretten van vrouwen met een attribuut dat bij hen paste. Met Le regard de personae maak ik nu meer dan levensgrote, imposante vrouwenportretten in kleur. Ze dragen kleren van modeontwerpers. Daarvoor kon ik putten uit de collectie van de kunstbank in Brussel met kledij van onder meer Martin Margiela, Dries van Noten, Ann Demeulemeester en Bernhard Willhelm.”
Twee jaar lang werkte Malou Swinnen (Neerpelt, 1944) aan Le regard de personae. Ze zocht jonge vrouwen die ze mooi vond en zette die voor haar lens. “Voor elk model zocht ik een kledingstuk dat bij hen paste. Zo heb ik een beeld gemaakt van een blonde vrouw met een heel bleke huid. Ik heb haar een doorzichtig wit latex T-shirt van Raf Simons laten aantrekken, waardoor haar bleekheid nog benadrukt werd. Zo geef ik mijn visie en laat ik tegelijkertijd hun persoonlijkheid spreken.”
In Le regard de personae zitten tal van subtiele verwijzingen naar de eerste reeks. In het Modemuseum worden de nieuwe foto’s dan ook geconfronteerd met een aantal beelden uit Personae, de reeks van weleer. “Zo heb ik een zwart-wit beeld waarop er parels uit de mond van een vrouw komen. Die parels komen terug in een nieuw beeld waarop een vrouw een turquoise bloesje draagt van A.F. Vandervorst. Bovenaan zitten allemaal parels, waardoor het bijna afvalt. Haar borsten zijn net niet zichtbaar, maar het lijkt alsof het kledingstuk elk moment naar beneden kan zakken. Een heel sensueel beeld.”
Elk beeld in de reeks beschouwt Swinnen als een zelfportret. “In elk portret zie je de maker. Toen ik pas begon met fotografie was ik gefascineerd door Richard Avedon, voor mij dé portretfotograaf bij uitstek. Over zijn reeks Observations zegt hij zelf: ‘Het zijn allemaal portretten van mezelf’.” De foto’s geven de persoonlijkheid van het model weer, maar tegelijk reflecteren ze dus het karakter van de fotografe. “Net die dubbelheid maakt mijn beelden interessant. Zo onderscheiden ze zich ook van de reclame- of modefotografie.”
De Limburgse fotografe is steeds op zoek naar schoonheid, maar tegelijk geven haar foto’s commentaar op het schoonheidsideaal zoals het in de reclame gepropageerd wordt. “Ik streef naar de perfectie, maar ik hou van de imperfectie. Kleine onvolmaaktheden werk ik niet weg, maar laat ik zien. Zo voel je dat er mensen van vlees en bloed geposeerd hebben voor mijn camera. Dat is veel boeiender dan het ideaal van de reclame- en modewereld waar niemand aan kan voldoen.”
Het is de cinema die Swinnen in de richting van de fotografie dreef. “Film blijft bij mij nog steeds zinderen. Morocco bijvoorbeeld, waarin Marlène Dietrich haar beroemde smoking draagt. Het androgyne daarvan sprak me enorm aan. Maar ook Ingrid Bergman is prachtig in die oude films.” Het is vooral de manier waarop vrouwen geportretteerd worden die Swinnen raakte. Maar ook een film als Nosferatu, de zwart-witfilm van F.W. Murnau uit 1922 waarin de eerste vampier uit de filmgeschiedenis te zien is, heeft haar beïnvloed. “Ik heb ooit een vrouwenportret gemaakt dat mijn visie op Nosferatu weergeeft. Film noir en de dramatische belichting in dat genre spreken me enorm aan. Ik voel mij de regisseur en de modellen zijn mijn actrices. Ze nemen mijn plaats voor de camera in, als mijn alter ego.”
Af en toe heeft Swinnen een man voor haar lens, maar dat blijft een zeldzaamheid. “Ik ben zelf een vrouw en ik heb in de fotografie een veel beter contact met vrouwen. Zij veranderen echt voor de camera. Dat is ongelooflijk. Over Marilyn Monroe zei men: ‘The camera loves her’. In elke vrouw schuilt nog het kleine meisje dat ervan droomde prinses, actrice of fotomodel te worden. Een leven in de spotlights. Een vrouw is zich er altijd van bewust dat ze bekeken wordt. Een man is daar niet zo mee bezig. Hij blijft altijd gewoon zichzelf. Maar een vrouw kan 1001 gedaantes aannemen.”
Identiteit en pose zijn thema’s die geregeld terugkomen in Swinnens oeuvre. In de reeks Visage d’Amour fotografeerde ze prostituees die werken op de zogenaamde Chaussée d’Amour, de Luikersteenweg in Sint-Truiden. “Meestal mocht ik hen wel fotograferen in de bar in een niemendalletje, maar mocht ik geen portretfoto maken. Ze wilden in hun rol blijven en zich niet blootgeven als persoon. Ze vonden het gemakkelijker om zich te tonen als lustobject dan als mens, want dan moesten ze hun masker laten vallen.”
Le regard de personae, van 28 oktober t/m 8 januari in het Modemuseum in Hasselt. www.modemuseumhasselt.be