Het nieuwe album van Peter Gabriel, zijn eerste in twaalf jaar, heeft een dark side en een bright side. Elk nummer komt twee keer voorbij, in een lichte versie en een donkere mix. Je zou het bijna vergeten, dat er na het pikzwarte 2023 nog ergens licht is. 

Wat me op de vraag brengt: hoe kijk je terug op zo’n ellendig jaar. Wentel je je in de somberte, of ga je op zoek naar de lichtpuntjes?

‘Save yourself. 

serve yourself 

World serves its own needs, 

listen to your heart bleed’ 

zong Michael Stipe (REM) in The End of the World (as We Know it).

‘Wij gaan de wereld niet redden’ mailde een vriend laatst toen we via de mail even G.B.J. Hiltermann speelden. ‘Misschien een heel klein stukje ervan zo lang mogelijk voor de ondergang behoeden.’ 

Engagement met het dichtbije als overlevingsmodus. Engagement vanuit de bubbel. Hoe was het in mijn bubbel, afgelopen jaar, waar vond ik mijn particuliere momenten van schoonheid en troost? 

Als eerste schiet me Cassandra te binnen, het jongste boek van Niña Weijers. Onconventionele true crime. Een pageturner, door Weijers’ behoedzaam opereren en haar fijne pen, zonder omhaal van woorden, zonder suggestie van een plot, zonder opgefokte suspense. Haar overwegingen om sommige dingen wel en andere niet op te schrijven zijn even belangrijk als het verhaal over een vermist en dood teruggevonden tienermeisje in Almere. Cassandra is een bijna fluisterend anachronisme in een tijd waarin de megafoon overuren maakt. 

‘Alles gaat voorbij, behalve het verleden’, staat op de cover van ZOUT 12. Waar zouden we zijn zonder het verleden? In de roman Lessen vertelt Ian McEwan het levensverhaal van Roland Baines, een babyboomer (al kom je die term nergens tegen) die als een literaire Forrest Gump langs de historische gebeurtenissen van zijn tijd scheert. Lessen is een royaal boek, vol troost die de herkenning nu eenmaal in zich draagt. Vol schoonheid ook, McEwan is een formidabele schrijver.

Het verleden is ook de bron waaraan Philipp Blom zich laaft in De onderwerping, een prettig meanderend boek over de misvatting dat de mens superieur is aan al het andere leven op aarde. Het is een iconoclastisch boek. Zich baserend op wetenschappelijke inzichten beschrijft Blom de mens als een manipuleerbaar wezen dat nooit echt meester is over zichzelf, ‘een schepsel dat zware intellectuele gebreken en problematische tendensen toont.’

Veel schoonheid en troost was er, als vanouds, in de muziek. Wat me uit 2023 bij zal blijven: Trixey Whitley’s live uitvoering van Dandy in CC Maasmechelen, van achter een drumstel, samen met een Palestijnse danseres. In Bochum zagen we een uitvoering van de opera Aus dem Totenhaus van Leoš Janáček waar de acteurs/zangers als gevangenen in een kooi zaten, samen met een deel van de bezoekers. De rest van het publiek bekeek het schouwspel van boven, als gevangenisbewaarders vanaf een galerij. Een beeld dat me niet meer loslaat.  

Wat ook indruk maakte: de expositie in Brussel over de 20e-eeuwse ontwerper/architect Josef Hoffmann. Inspirerend vanwege zijn onvoorwaardelijke engagement met de schoonheid en zijn onstuitbare scheppingsdrift. 

In een afgedankte garage in Luik belandden we in de door fotografe Lara Gasparotto samengestelde tentoonstelling met werk van jonge Oekraïense fotografen. Ukrainian Letters was een ode aan de vitaliteit, flessenpost uit een in doodsnood verkerend land. Dat we die ellendige oorlog niet uit het oog verliezen tot hij is gewonnen.

De film Past Lives gaat over een in tijd en ruimte uit elkaar gedreven Koreaans liefdesstel, een schrijnende vertelling over de melancholie van gemiste kansen. In de film Anatomy of a Fall liet de opnieuw onpeilbare Sandra Hüller zien dat niets is wat het lijkt, dat de werkelijkheid zich maar zelden laat kennen. Toneelgroep Maastricht overtuigde met het vlijmscherpe familiedrama Augustus Oklahoma van Tacy Letts in een trefzekere regie van Michel Sluysmans. Maria Kraakman glorieert in Prima Facie, een tergend stuk over een in zedendelicten gespecialiseerde strafrechtadvocate die verkracht wordt door een collega. Eenmaal in de rechtszaal wordt ze niet als slachtoffer behandeld, maar als aangeklaagde. 

De nog lang niet voltooide inhaalrace der vrouwen is de bestaansreden van theatercollectief Club Lam. Tijdens de voorstelling Rubens Meisjes stroomde de adrenaline van het podium zo de zaal in. Op een ander podium, dat van de beeldende kunst, grijpt de 27-jarige Morena Bamberger de macht in haar eerste solo I Still Believe. Op de valreep van 2023 verbouwde ze de expositieruimte van Odapark in Venray tot een hallucinante show waarin het overschatte brein het aflegt tegen het onderbewustzijn. Hoe kunnen we weten of iets waar is? Ja, als we dát eens wisten…

Bamberger stelt de zelfverzekerdheid van het weten ter discussie, zoals Philipp Blom het heeft over de arrogante dominantie van de mens over de natuur. Net als Peter Gabriel trouwens, die met i/o een fijne plaat heeft afgeleverd. Al verschillen de donkere en de lichte versies weinig van elkaar. Ik probeer er een statement in te zien, maar het lukt me niet.

Foto’s uit Ukrainian Letters