Charles Esche, directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven, en Stijn Huijts, directeur van het Bonnefantenmuseum Maastricht, denken in deze wisselcolumn schrijvend na over beeldende kunsten.

“Ik kan toch niet gezellig bloemstillevens gaan zitten schilderen terwijl de wereld in brand staat?” was de retorische vraag die een Limburgse kunstenaar me alweer jaren geleden stelde, toen ik hem in zijn atelier vroeg waarom zijn werk er zo apocalyptisch uitzag. Zelf is de kunstenaar in de omgang allerminst een ongezellig type – we hebben wat afgelachen in de loop der jaren – maar zijn engagement met de wereld om hem heen is intens, en zijn werk getuigt van een groot inlevingsvermogen. Oké, het is donker en beklemmend in zijn verschijningsvorm, maar ook poëtisch, zinnelijk en bij vlagen zelfs speels, waardoor het voor mij in esthetisch opzicht ‘mooi’ is, zoals alleen moderne kunst mooi kan zijn.

Dat engagement in de kunst vele uitingsvormen kent, heb ik onlangs weer ervaren, toen ik in Palermo Manifesta 12 bezocht. Poëzie, zinnelijkheid en speelsheid zijn ver te zoeken in deze editie van de nomadische biënnale; grote woorden domineren daarentegen het discours waarmee de tentoonstelling gepositioneerd wordt. Als de problemen van Europa en de wereld al niet door de curatoren zelf opgelost worden, dan is nog altijd de hoop gevestigd op de deelnemende kunstenaars die, uitzonderingen daargelaten, zich graag verliezen in een één op één verbeelding van de werkelijkheid, waarbij het soms is alsof je naar een deprimerende uitzending van Nieuwsuur zit te kijken, met livebeelden van mislukte reddingsacties van bootvluchtelingen en compilaties van honderd jaar luchtbombardementen.

Ik vrees dat de makers van die werken ook in de omgang zwaar op de hand zijn. Terwijl engagement, verbeelding en zinnelijkheid zowel in de kunst als in de dagelijkse realiteit heel goed hand in hand kunnen gaan, al is het maar om het leven draaglijk te maken. Zo is de kunstenaar-filmmaker die binnenkort in het Bonnefantenmuseum exposeert in de omgang een en al beminnelijkheid, terwijl je op grond van het duistere karakter van veel van zijn werk misschien iets anders zou verwachten. Zelf zei hij hierover: “Er is in deze wereld veel lijden, verwarring, duisternis, spanning en boosheid, maar de kunstenaar hoeft niet zelf te lijden om het lijden te kunnen verbeelden.”

Stijn Huijts


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.