Gebouw zonder ziel
Een vriend van me heeft een hekel aan architecten, met name de categorie die zich tot de major league van de beroepsgroep rekent. “Iedere architect zou verplicht moeten worden een tijdlang in zijn eigen ontwerp te wonen”, zegt hij. En vertelt het verhaal van een vriend die enkele maanden geleden een woning betrok in een nieuw appartementencomplex aan de rand van de stad. Langs de weg maakte een billboard melding van de naam van een gerenommeerde architect. Dat zat dus wel goed, dacht die vriend van een vriend.
Nadat hij het contract (850 euro huur per maand voor 82 vierkante meter woongenot) had ondertekend, kwam de twijfel. Hij was gevallen voor de ruime living en het riante dakterras, maar toen hij informeerde naar de manshoge afscheiding van melkglas die het terras zou scheiden van dat van de buren, bleek de architect van mening veranderd. De afscheiding werd niet hoger dan zeventig centimeter, dat oogde van de grond gezien beter, vond de architect. Dat de bewoners met één ferme stap hun neus tegen het slaapkamerraam van de buren kunnen drukken, weegt minder zwaar dan de esthetica van de architect.
Zo moet de man bij het ontwerpen van de slaapkamer met zijn gedachten in Madurodam hebben vertoefd. De afmetingen (2,70 bij 4,10 m) laten weinig meer toe dan een bed. Een kleerkast past alleen als die niet breder is dan 1,50 meter. Nachtkastjes, een stoel of ander meubilair maken, in welke opstelling ook, geen kans. Hoe zou de slaapkamer van de bewierookte architect zelf er eigenlijk uitzien?
De afwerking was eveneens zeer memorabel. De stekkerdozen zaten los, en de eerste keer dat hij de doucheslang in handen nam, brak het kreng doormidden. En de douchecabine zorgt vanaf het eerste begin na elke wasbeurt voor een stevige plas water.
Het complex is volledig geïsoleerd en beschikt over een interne luchtverversing die behalve voor lucht ook voor een permanente ruis zorgt. De afzuigkap in de keuken is erop aangesloten. De vriend van mijn vriend mag graag een potje koken; wanneer hij de afzuiging in werking stelt, lijkt het alsof bij de buren een straaljager begint warm te draaien.
Och, hij zou nog wel even kunnen doorgaan – over de brievenbus die aan de buitenkant van het gebouw zit, de parkeerkelder die bij regen onderloopt, het behang dat na twee weken van de muur krult, de vaatwasser die dienst weigerde omdat de monteur het apparaat had aangesloten met een afgedichte afvoerslang en de deuren die niet zijn ‘afgehangen’ waardoor de ene uit zichzelf vrolijk openvalt terwijl een andere pas na een Bouhlarouz-achtige schouderduw in het kozijn blijft.
Nee, het zal niet helpen om alleen architecten te verbannen naar hen ontworpen woningen, zoals mijn vriend suggereert. Ook opdrachtgever, projectontwikkelaar, aannemer, timmerman, schilder en installateur zouden er verplicht een jaar moeten doorbrengen. Iedereen draagt zijn steentje bij aan deze gebouwen zonder ziel – Nederland staat er vol van.
Dat het complex waar die vriend van een vriend woont voor negentig procent leeg staat, komt vooral door de huurprijzen. Maar volgens hem mogen we het ook zien als een vorm van rechtvaardigheid.