Waarom zou Maastricht van de Nederlands kandidaatsteden de meeste kans maken om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa worden?
Omdat Maastricht geen ‘Hollandse’, maar een Euregionale, zeg maar internationale kandidaat is. Hier, op de grens van drie landen, schuren sinds eeuwen de Germaanse en de Franse cultuur langs en tegen elkaar. Die aanhoudende frictie heeft behalve tegenstellingen, isolement en niet te vergeten oorlogen ook een veelzijdig cultureel leven voortgebracht. Die rijkdom wil Maastricht in 2018 samen met Heerlen, Sittard-Geleen, Aken, Luik, Hasselt en zelfs Eupen (iemand ooit in Eupen geweest?) voor het Europese voetlicht brengen. Tussen Rijn en Maas, in dat ondergeschoven stukje van dat turbulente, post-karolingische Middenrijk wordt vanaf 2018 de culturele consequentie van het Europa van de regio’s in de praktijk gebracht.
Tot zover de theorie.
De ironie van de praktijk wil dat juíst die multi-nationale ambities de Maastrichtse kandidatuur in de problemen brengt. Om zeven steden in drie landen op één spoor te krijgen, vergt veel overredingskracht, geduld en tijd. Tijd die er niet is. Over een jaar moet het bidbook worden geschreven, maar de organisatie van Via 2018 – zoals het project heet – heeft behoorlijke achterstand opgelopen omdat de ambtelijke molens in de drie landen behalve langzaam ook langs elkaar heen draaien, en omdat bestuurders voortdurend de grenzen van hun territorium blijven bewateren.
Intussen was alvast naar goed Nederlands gebruik een extern bureau (Berenschot) ingehuurd om een nulmeting te houden onder allerlei belanghebbenden. In de rapportage daarvan worden nogal wat open deuren ingetrapt, om vervolgens met aanbevelingen en een strategie op de proppen te komen. Aanbevelingen en strategie? Was daar artistiek leider Guido Wevers niet voor ingehuurd? En heeft die niet al sinds het voorjaar een vuistdik plan de campagne in zijn la liggen dat daar niet uitmag vanwege die traag langs elkaar heen schurende bureaucratieën en dwarsliggende bestuurders? Waardoor zijn bureau nog steeds niet is bemand (m/v) en hij ook nog eens moest solliciteren naar zijn eigen functie? En die Berenschotters maar concluderen dat er tijd is verspild en er geen concreet programma voorhanden is.
Zo worden er heel wat vicieuze cirkels afgedraaid in Maastricht.
Dat is nog niet alles. Afgelopen maand lekte een concept van dat Berenschot-rapport uit. De eindversie laat nog op zich wachten omdat enkele deelnemende steden niet tevreden zijn over de culturele status die Berenschot hen toedicht. Moet overnieuw – van die dingen dus. Waarbij we ons twee dingen kunnen afvragen: 1. hebben de onderzoekers hun werk wel goed gedaan? 2. hoe onafhankelijk is zo’n rapportage als de deelnemende steden er vóór publicatie naar eigen goeddunken in kunnen klooien?
(Een stad die níet geageerd heeft tegen het rapport is Genk. Hoewel de afgelopen jaren met afstand de grootste euregionale investeerder in kunst en cultuur met een infrastructuur om van te watertanden, wordt de voormalige mijnstad in de plannen van Via 2018 niet genoemd. Vakkundig op afstand gehouden door het rivaliserende Hasselt, dat handig gebruik heeft gemaakt van de onwetendheid aan Nederlandse kant.)
Maakt allemaal niet uit, zegt de Maastrichtse cultuurwethouder Costongs. Wat in het rapport Berenschot staat, wordt leidend in het verdere proces. Dat riekt naar het kaltstellen van Guido Wevers, maar ook hier is niet alles wat het lijkt. Wevers heeft voor zichzelf drie hoofdpunten uit het rapport Berenschot gedestilleerd – het formuleren van economische doelen, het afhouden van bestuurlijke bemoeials en het primaat van de artistieke inhoud – die ook in zíjn plan leading zijn. Kortom: als de nog aan te stellen zakelijk leider niet boven, maar naast of onder Wevers wordt geplaatst, komt alles goed kan circus Via 2018 eindelijk op tournee.
WIDO SMEETS