Melancholie op de pot
Op het toilet van mijn vakantieadres ligt een stapel oude tijdschriften. Geen kranten. Die worden gebruikt om de open haard aan te maken. Ik kan het weten want ik kom er al jaren.
Al die jaren lees ik mezelf op dat toilet – met knalrode deksel en bril – terug in de tijd. Als bladen vermomde marketingfuiken als Hide & Chic en Happinez schuif ik ervoor opzij, ondanks een diepte-interview met Jane Birkin en een portret van een swami met als kop: ‘Maakt mediteren mooier? Ik zie nu dat er ook een dubbelgevouwen Telegraaf-pagina tussenzit. Aan de open haard ontsnapt, waarschijnlijk vanwege de twee half ingevulde sudoku’s.
De bladen die ik zoek, bestaan niet meer, althans niet zoals ze hier bewaard worden. Zoals die HP/De Tijd uit 2004, waar ik voor de zoveelste keer het interview lees waarin Ramsey Nasr vertelt over zijn eerste roman – die vijf jaar later nog steeds niet af is. Artikelen met titels als ‘Stop de importbruiden!’ en ‘De NOS blijft links’ waren hun tijd ver vooruit, deze journalistieke wegbereiders van de PVV waren er vroeg bij.
Opvallend is dat HP/De Tijd in die jaren een kwart van het blad inruimde voor kunst en cultuur. In de Vrij Nederland uit 2003, die eronder ligt, is dat zelfs de helft. Daarin tref ik interviews aan met Armando (zijn museum is dan nog niet door brand verwoest), Midas Dekkers, Hanif Kureishi en Cees van Leeuwen (ex-Kayak, ex-LPF), de onvolprezen rubriek De Kritische Keuze en een recensie van De asielzoeker, ook meteen het laatste boek dat ik van Grunberg las. Verder een royale reportage over de net geopende Biënnale van Venetië. Alles wat Lucette ter Borg daar zes jaar geleden over schreef, geldt ook voor de editie van dit jaar. Veel gespin, weinig wol.
VN moest toen, in 2003, nog niet zo nodig Newsweek en Der Spiegel imiteren, maar was gewoon zichzelf, op een lekker afwijkend formaat. Xandra Schutte was toen nog de baas, drie maanden later moest ze het veld ruimen na een door redacteuren onderschepte email over het personeelsbeleid. Dat was óók VN: redacteuren die post van collega’s onderschepten. Op de voorlaatste bladzijde stond Martin Brils feuilleton over grachtengordeldoos Evelien. Over haar vriendin Jenny die een coltrui zonder mouwen droeg en getrouwd was met een bekende advocaat “maar zich toch zo verveelde dat ze het niet kon laten allerlei moeders op het schoolplein te versieren; Evelien had ook bij haar in bed gelegen, nou ja, bijna – helemaal dus.”
Maar ook Martin Bril is er niet meer. Hij is pas drie maanden dood, en een PVV-verkiezingsoverwinning, een mislukte twitterrevolutie en een zonnebrildeclaratie verder beleven we alweer hele andere tijden. Ik orden de stapel tijdschriften, spoel mijn melancholische bui weg en verlaat het toilet met de knalrode deksel. Op tafel liggen nog wat oude kranten, ik leg ze vast bij de open haard.