Wanneer voel je je ergens thuis? Wat is dat gevoel? En wat als je het niet hebt? Nu miljoenen mensen op de vlucht zijn, zijn deze vragen voor Michai Geyzen actueler dan ooit. Bij het Antwerpse Laika maakt hij er een voorstelling over, voor iedereen van 6 jaar en ouder.
Michai wilde piloot worden. En dat bleef geen jongensdroom. Als zestienjarige werd hij toegelaten tot de Belgische Luchtcadetten. Daar leerde hij zweefvliegen. Dus zweefde hij door naar de luchtmacht, waar hij als één van de weinigen aan de opleiding tot gevechtspiloot mocht beginnen. Maar het militaire leven was niets voor hem. In zijn ogen was de hiërarchie van het leger gestoeld op onrechtvaardigheid, favoritisme en frustraties van kaderleden. Creativiteit en een eigen mening kon je maar beter zo snel mogelijk droppen. En dat zag Michai (1983) niet zitten. Na een jaar kreeg hij zijn ontslag en reed rechtstreeks naar popfestival Rock Werchter. Zijn jongensdroom was gevlogen, maar hij had drie onvergetelijk fijne dagen. Zijn hoofd in de wolken, maar nu óók zijn voeten stevig op de grond. Dit was zoals hij het wilde.
De ene droom kwam in de plaats van de andere. Wat Michai voortstuwde was niet de straalmotor van een F-16. Nee, het was de innerlijke noodzaak om verhalen te vertellen. Om zijn diepste drijfveren vorm te geven. Dat ging hij doen op de Toneelacademie Maastricht. In 2012 haalde hij daar zijn bachelor aan de Parttime Opleiding tot Docent/Regisseur. Hij richtte samen met zijn artistieke bloedbroeder Stijn van de Wiel De Mannschaft op, zijn eigen gezelschap. Tegelijkertijd studeerde hij verder aan de Master Theater van dezelfde Toneelacademie. In 2016 rondde hij ook die af. Eindelijk geland, zou je denken.
Of toch niet? Michai’s nieuwe voorstelling De passant gaat over het wel of niet hebben van een thuisgevoel. Voor hem is dat een zeer persoonlijk thema. Drieëntwintig keer is hij in zijn leven al verhuisd. Hij noemt het een “nomadisch bestaan”, dat al vroeg in zijn kindertijd begon. Zijn ouders waren gescheiden en verhuisden vaak. Hij leerde zich niet te hechten aan plekken en spullen. Bij speelkameraadjes thuis voelde hij de vastigheid die in zijn eigen leven ontbrak. Bij hen was een huis een thuis in plaats van een plek waar je na korte tijd weer afscheid van moest nemen.
Die persoonlijke geschiedenis heeft zijn sporen nagelaten. Nog steeds leeft hij naar eigen zeggen erg “minimalistisch”. Al zijn bezittingen passen in drie koffers, want je weet maar nooit wanneer je weer moet verkassen. Vanuit die achtergrond is hij voor De passant op onderzoek gegaan. Hij heeft gesprekken gevoerd met ervaringsdeskundigen, onder andere -met medewerking van hulporganisatie Vzw Humain- met vluchtelingen die onder erbarmelijke omstandigheden leven in het kamp in Duinkerke. Maar Michai accepteert geen eenzijdige kijk op het onderwerp. Het nomadische bestaan heeft ook positieve kanten. In een steeds mobieler wordende wereld, is de nomade in het voordeel. Hij voelt zich thuis in het onderweg zijn. Hij kan niet veel meenemen en is dus minder ontvankelijk voor materialisme. En hij is sneller vertrouwd met vreemde culturen, omdat hij daar tijdens zijn omzwervingen nu eenmaal eerder mee te maken krijgt.
Juist die positieve kanten zoekt De passant op. Zeker omdat het een voorstelling voor 6-plussers is, vindt Michai dat onontbeerlijk. Het verhaal is niet vooraf verzonnen, het ontstaat tijdens de repetities, associatief zoals een kinderboek. De cast bestaat niet alleen uit acteurs, maar ook een danser en een muzikant. Ze hebben ieder hun eigen taal om over het thema van thuis of het ontbreken daarvan te vertellen. Meer nog: om dat voelbaar te maken. Michai is degene die de spelers stuurt in dat proces. Hij heeft hen bijvoorbeeld een wegwerpcamera meegegeven waarmee ze in hun dagelijks leven beelden schoten die voor hen te maken hadden met dat gevoel. Die foto’s zijn in de repetities gebruikt als basis voor improvisaties. Het resultaat van zo’n open en vrije werkwijze is een voorstelling die de toeschouwers veel ruimte geeft. Iedereen kan zijn eigen verhaal eruit opmaken, maar omdat er niet één enkel verhaal is, kan iedereen ook de verhalen van anderen erin zien. Voor iemand die in zijn leven nooit verhuisd is, betekent thuis iets heel anders dan voor een Syrische vluchteling.
Onderwerpen aanboren waar iedereen mee te maken krijgt, dat is Michai’s hoogste doel. Eerder deed hij dat met Liv, een jongerenvoorstelling bij Het Vervolg over jong zijn en sterven aan kanker. En met Über-Ich, gemaakt bij Laika, over verwachtingsdruk en burn-out bij jongeren. Daar kreeg hij op Theater aan Zee van de jeugdjury de Mu-zee-umprijs 2015 voor.
Laat De passant niet ongezien voorbij gaan. Voor je het weet moet je huis en haard verlaten en drijf je op een bootje in zee. Het kan iedereen overkomen.
De passant van Laika gaat op 25 februari om 14.00 uur in première bij cultuurcentrum Hasselt. Van 9 t/m 11 maart bij C-mine Genk. ccha.be, krokusfestival.be en ticketsgenk.be