Het Hagen Kwartet laat niets aan het toeval over. Maar onder de onberispelijke oppervlakte bruist en kolkt het. Dit is de Champions League van de kamermuziek. “Je zou haast denken dat het kwartet echt volmaakt is.”

Op het allereerste gezicht lijken ze misschien een beetje saai. In ganzenpas, kaarsrecht, met een vage glimlach betreden ze het podium. Ze nemen plaats, controleren de stemming van hun instrumenten. Veelbetekenende blikken worden uitgewisseld. Twee broers, een zus en een vierde man, ze kennen elkaar van haver tot gort. Dan beginnen ze te spelen. Het is loepzuiver, geen inzet is ongelijk, de vier zijn met elkaar in gesprek zonder dat er iemand overheerst. Wat hier gebeurt is – voor zover mogelijk in het ondermaanse – perfect.

Het Hagen Kwartet bestaat al bijna dertig jaar uit Lukas Hagen (eerste viool), Rainer Schmidt (tweede viool), Veronika Hagen (altviool) en Clemens Hagen (cello). Zo’n lange periode is natuurlijk geen afdoende verklaring voor het tot in de puntjes verzorgde samenspel van het ensemble, maar het moet een belangrijke factor zijn. Kijk naar het Amadeus Kwartet, het Quartetto Italiano, het Melos Kwartet of het Alban Berg Kwartet, die ook decennia lang in (nagenoeg) dezelfde samenstelling optraden en steeds meer op de vier ledematen van één organisme gingen lijken.

Van dit illustere rijtje is het Hagen Kwartet misschien nog wel het meest perfect. Het Amadeus of het Alban Berg wilden nog wel eens onverhoeds uithalen om je bij de les te houden. Bij het Hagen Kwartet raak ik steevast in de eerste minuten diep onder de indruk van de timing, de beheersing, de stijlzuiverheid. Tegelijkertijd – er komt altijd een moment dat ik het mezelf moet toegeven – klinkt het alsof ze alles, maar dan ook werkelijk alles onder controle hebben. Dat kan heel saai zijn. En juist als dat door mijn hoofd gaat, geschiedt het wonder. Ik stel vast dat ik me ongemerkt heb laten meeslepen door het viertal. Het is onontkoombaar, het stuk is voorbij voor ik er erg in heb. Onder de precisie en het onberispelijke samenspel schuilt een ongekende felheid en intensiteit. Je zou haast gaan denken dat het Hagen Kwartet echt volmaakt is.

Aan hun instrumenten zal het niet liggen. Ze werden rond 1700 gebouwd door Antonio Stradivari en waren in het begin van de negentiende eeuw alle vier in het bezit van duivelsviolist Niccolò Paganini. Sinds 2013 worden ze bespeeld door het Hagen Kwartet.

Dat het kwartet op 24 november naar Maastricht komt past in het streven van directeur Hugo Haeghens van het Theater aan het Vrijthof naar meer kamermuziek in de programmering: “Het is een kwestie van langzaam opbouwen. Het publiek moet weten dat het iets kan verwachten op dit terrein, maar ook bij de ensembles moet je een naam opbouwen. De stad en de mooie locaties die we gebruiken, zoals de Janskerk en de Cellebroederskapel, helpen een handje.”

Werken van Joseph Haydn, Hugo Wolf en Béla Bartók door het Hagen Kwartet. Op 24 november 2015 in de St.Janskerk in Maastricht. theateraanhetvrijthof.nl

Boven: Hagen Kwartet. Foto: Regina Recht