Voor de derde keer maakt Maastricht zich op voor het festival Cement, dat van 20 tot en met 25 maart plaatsvindt op vijftien locaties in de stad. Cement biedt zo’n honderd voorstellingen van ruim 25 producties. Theater, dans, film, muziek en beeldende kunst komen aan bod, soms in verrassende combinaties. Rode draad door het festival zijn de jonge makers. Een gesprek met Maarten Verhoef, artistiek directeur van het Huis van Bourgondië en een van de initiatiefnemers van Cement.

Even was het afgelopen najaar nog spannend of de derde editie van het Cement festival in Maastricht wel doorgang kon vinden. Het evenementenbudget van de gemeente bleek plotseling bijna tot nul gereduceerd, waardoor onder meer de opening van het theaterseizoen Het Parcours, maar ook Cement dreigden te worden afgeblazen. Na hevige protesten werd er her en der wat geschoven met andere middelen, zodat het festival nu toch kan doorgaan.
Cement is een initiatief van Stichting Cement, Productiehuis Brabant en het Huis van Bourgondië. Het festival vindt elk jaar om en om plaats in een Brabantse stad en in Maastricht. De productiehuizen stimuleren en ondersteunen jonge kunstenaars die artistieke risico’s willen nemen. Tijdens Cement krijgen zij de kans zich in de kijker te spelen.

“Cement is bedoeld om datgene waar jonge makers mee bezig zijn, in de etalage te zetten”, zegt Maarten Verhoef. “Het is een feestje voor de stad, maar Cement wil nadrukkelijk meer zijn dan dat. Juist doordat je jonge makers een podium biedt, heb je een signalerende functie. Daar moet je iets mee doen, vinden wij. Vandaar dat we dagelijks lunches, ontmoetingen en debatten organiseren. Aan het eind van de middag hebben we een ‘portuurtje’ in de Groote Sociëteit tegenover het Theater aan het Vrijthof. Daar gaan we de diepte in, is er ruimte voor bezinning, reflectie. Het festivalhart is dit jaar de bovenzaal van het Theater, waar je andere festivalgangers kunt ontmoeten in het festivalcafé. De avond wordt afgesloten in de Specieclub. Daar kun je dansen, lachen, een onvergetelijke kleine theatrale ervaring opdoen, of misschien net die onverwachte ontmoeting hebben waar je op hoopte.”

Even terug naar de signalerende functie van Cement. Wat is volgens de organisatoren de belangrijkste trend van dit jaar?
“Er zijn op dit moment twee stromingen die bij de jonge makers sterk naar voren komen”, meent Verhoef. “Aan de ene kant is het beeldende theater sterk vertegenwoordigd, aan de andere kant zijn er steeds meer makers die hun eigen teksten schrijven. De nieuwe generatie beeldend theatermakers maakt visueel, poëtisch theater, vaak tegen de performance aan. Via beeldende metaforen weten zij de hectiek van de alledaagsheid te vatten. Hun voorstellingen zijn veelal kritisch of reflecterend. Enkele vertegenwoordigers van deze stroming bij Cement zijn Powerboat, Suzanne van der Horst , Jef Van gestel, Lieke Benders en Madeleen Bloemendaal, de laatste drie afkomstig van de Toneelacademie Maastricht.”
“Daarnaast zie je dat de nieuwe generatie geen behoefte meer heeft aan het spelen van de klassiekers uit de toneelliteratuur. Liever schrijven ze zelf hun teksten. Tijdens Cement vind je geen gekend repertoire. In de Groote Sociëteit reflecteren we daarop door middel van debatten met makers en betrokkenen uit de theaterwereld. Vooral voor vakgenoten en programmeurs is het manifest maken van deze stromingen heel interessant. Het tekent de tijdgeest.”

Maar Cement is natuurlijk niet uitsluitend bedoeld voor theatermensen. Begint het festival na twee keer in Maastricht voet aan de grond te krijgen?
“Laat ik voorop stellen dat we een publieksfestival zijn, maar dat we ons wel uitspreken voor een bepaald segment. Er is in Maastricht een enorme diversiteit aan evenementen. Cement begint net nadat de TEFAF is afgelopen. Wij hopen dat ons festival net zo stevig op de agenda komt als de kunstbeurs.”
“We merken wel dat er een voedingsbodem ontstaat. Het festival wordt gedragen door de culturele instellingen in Maastricht en omstreken: iedereen doet mee. In samenwerking met de Jan van Eyck Academie is er bijvoorbeeld een speciaal programma over de performancekunst en studenten van de Toneelacademie hebben hun eigen premières tijdens de zogenaamde Turbulentieroutes. Wat het publiek betreft: de vorige keer hadden we 5000 bezoekers. Het probleem blijft dat we te weinig accommodaties hebben. We spelen veel op locatie, maar daar kun je vaak minder mensen kwijt dan in een reguliere zaal.”

Anders dan in Brabant is de Maastrichtse variant van Cement interessant vanwege de ligging in de grensstreek, meent Verhoef. “Er is een artistieke vanzelfsprekendheid om samen te werken. Je kunt elkaars netwerken inzetten om wat voor elkaar te betekenen. Nu hebben we al voorstellingen van Belgische gezelschappen als De Queeste en Victoria, in de toekomst hopen we ook bijvoorbeeld Ludwig Forum uit Aken bij het festival te betrekken. Voor Maastricht heel erg belangrijk is de keten die er is ontstaan van de Toneelacademie via Het Huis van Bourgondië naar de theatergezelschappen Het Vervolg en Het Laagland. Makers die als student op de Toneelacademie beginnen, krijgen bij Het Huis de kans hun eerste stappen te zetten en daarna door te stromen in het reguliere theatercircuit. Via deze keten kunnen we interessante theatermakers langer vasthouden voor deze regio. Dat is goed voor de makers, voor de gezelschappen, voor het publiek en voor de stad.”

Alle informatie over het festival: www.festivalcement.nl

Foto-onderschrift Jef van gestel behoort tot een nieuwe generatie theatermakers.
Foto: Festival Cement