De originele Darwin
De
klimaatcrisis, zei een man laatst in een straatinterview, komt door
de kantelende aarde. Op het noordelijk halfrond wonen veel mensen. Op
het zuidelijk halfrond, in Afrika en zo, wonen er, door al die
wegtrekkende vluchtelingen, steeds minder. Daardoor is alles gaan
verschuiven, ook het klimaat.
Mogelijk
maakt hij deel uit van de 150.000 Nederlanders die menen dat de aarde
plat is. Het is een gedachte die terrein wint: eind september was in
Amsterdam een congres voor wereldwijde flat earth-denkers. Het is
niet bekend of er die dag ook gebrainstormd is over de vraag wat zich
aan de onderkant van die platte aarde afspeelt.Twijfel
geldt als het begin van alle kennis. Wie zich tegendraads opstelt,
kan historisch gezien rekenen op pek en veren, levenslang huisarrest
of erger. Copernicus en Galileï, de mannen die tegen het denken van
hun tijd in beweerden dat de aarde om de zon (en zijn eigen as)
draait en niet andersom, wisten er alles van. Het verschil met de
tegendraadse flat earth-denkers van tegenwoordig is dat ze geen
zaagsel in hun hoofd hadden. Twijfel brengt ons alleen verder als er
kennis aan ten grondslag ligt.Een van
de grootste tegendraadse denkers in de historie is Charles Darwin
(1809-1882) die duidelijk maakte dat de mens niet het centrum van de
schepping is, maar hooguit een minuscuul onderdeel ervan, in de tijd
gezien niet meer dan een passant. Darwins evolutietheorie sloeg met
één klap de bodem onder het christelijke scheppingsverhaal weg. De
tentoonstelling Darwin,
l’original
in La Cité Miroir in Luik is interactief, speels en toegankelijk en
maakt het intellectuele traject dat Darwin in zijn leven doorliep
buitengewoon inzichtelijk. De bekroning van Darwins rijpingsproces
als onderzoeker en denker is On
the Origin of Species,
een boek dat even revolutionair was als de beschrijving van het
zonnestelsel door Copernicus, ruim drie eeuwen daarvoor. Darwins
leven bestond uit boeken en onderzoeken. Eer hij halverwege zijn
onderzoeksmissie was met de Beagle, een reis rond de wereld in 1741
dagen, had hij de scheepsbibliotheek van 404 boeken leeggelezen en
moest hij vanuit Londen nieuwe lectuur laten opsturen. On
the Origin of Species publiceerde
hij pas in1859,
bijna een kwart eeuw later. Het waren met verdere studie en onderzoek
gevulde jaren.Dat is
anders dan na een uurtje internetsurfen gaan staan roeptoeteren over
een kantelende aarde en de vluchtelingen die er de schuld van zijn.
Als tegenhanger van dit ‘nieuwe denken’ is de expositie in Luik,
die laat zien hoe consciëntieus een klassieke wetenschapper als
Darwin te werk ging, zeldzaam goed getimed.
Darwin, l’original (De originele Darwin). Van 12/10 t/m 2/2 in La Cité Miroir in Luik. expodarwin.be
Gemaskerd bal
Vogelveren,
raffia, speelgoedautootjes, spanbanden, purschuim en o ja, af en toe
ook verf: de kunstenaars die een masker maakten voor de expositie
Sign of the Times
in Museum Jan Cunen in Oss hebben alles uit de kast getrokken. Geen
twee maskers lijken op elkaar, terwijl de basisvorm bij iedere
kunstenaar dezelfde was.
Eindhovenaar
Frank van der Linden is initiatiefnemer van het project. Hij is al
jaren een stille kracht in de kunstwereld: hij doet transportwerk
voor beeldend kunstenaars, werkt als inrichter van exposities en
heeft inmiddels ook een aardige kunstverzameling. Eerder vroeg hij
kunstenaars een vaas te bewerken voor zijn ‘Vaasotheek’, die
onder andere te zien was in De Pont in Tilburg. “Toen dat afgerond
was, begon het al snel weer te kriebelen”, vertelt hij. “In een
etnografiegalerie, waar ik voor werk, vond ik die maskers zo
fascinerend, en het viel me op dat een aantal kunstenaars ook met
maskers bezig was. Na lang zoeken vond ik een goede vorm, een masker
uit Gabon.”
Keramiste Marlies Crooijmans maakte een mal, en
Peter Manders maakte de maskers van gegoten witte klei. Van der
Linden vroeg 32 kunstenaars om een masker te bewerken, soms vroegen
kunstenaars hém of ze mee mochten doen. “Zo’n vorm is echt een
uitdaging, heb ik gemerkt. Sommige kunstenaars smeerden de ogen
dicht, of zetten hem op z’n kop. Katinka Lampe, die portretten
schildert, heeft het masker helemaal egaal gemaakt en er vervolgens
een portret op geschilderd. Roos Holleman maakte er een eivorm van,
bedekt met felgekleurde veertjes.”
Alleen al voor het
ophalen van de maskers, uit ateliers van Groningen tot Zeeland en van
Den Haag tot Oostelbeers, heeft hij zo’n 2600 km gereden. En bij
veel kunstenaars was hij al twee, drie keer eerder langs geweest,
nieuwsgierig naar de voortgang. “Wat ik fantastisch vind, is dat er
bekende namen bij zitten, zoals Marc Mulders en Roy Villevoye, maar
ook veel jongere en minder bekende kunstenaars. Samen vormen ze een
mooi tijdsbeeld van de kunst van nu.”Op zijn onderarm heeft hij een tatoeage laten
zetten van het basismasker. Voor altijd draagt hij die langgerekte
vorm met ongelijke ogen en een smalle neus bij zich. “Het betekent
heel veel voor mij dat al die kunstenaars belangeloos zoveel aandacht
en tijd gegeven hebben aan deze maskers. Deze verzameling moet altijd
bij elkaar blijven, en zal mij als het goed is overleven.”
Sign of the Times, 5/10 t/m 26/1 Museum Jan Cunen Oss. museumjancunen.nl
Geblutste lijven
De eerste zaal is een
gongslag die alles stillegt. Drie lichamen op in rul zand geslagen
ruwhouten palen. Het werk heet Galgenfeld.
Ontkomen aan de associatie met Golgotha, de heuvel bij het oude
Jeruzalem waar Jezus, met twee misdadigers links en rechts naast hem,
zou zijn gekruisigd, is er niet meer bij.
Vooral
met dit werk maakte Paloma Varga Weisz naam op de Biënnale van
Venetië in 2005. Bij haar zijn het geen mannen, maar vrouwen die ter
dood zijn gebracht. Niet drie, maar twee. Ze zijn niet gekruisigd,
maar na hun berechting met dikke touwen vastgesnoerd aan palen, als
afschrikwekkend voorbeeld voor hun omgeving. De derde vrouw zit op
een plateau, haar benen bungelen over de rand, onder haar kleding
steken zes handen. Ze is aan die barre realiteit ontstegen. Haar
gezicht, sereen en berustend, lijkt verdacht veel op de Madonna
del Parto
van Piero della Francesca, een fresco van een hoogzwangere vrouw uit
1460 of daaromtrent, tegenwoordig te zien in Monterchi.
Het in
lindenhout gesneden gelaat komt regelmatig terug in de
overzichtstentoonstelling van Varga Weisz in het Maastrichtse
Bonnefantenmuseum. Zoals in Bumped
Body, een
sculptuur van een hoogzwangere vrouw. Het gelaat is van gepolijst
lindenhout, haar bolle buik is verzilverd. Een meesterwerk, de
expositie – die vooral ouder werk laat zien – is ernaar vernoemd.
Even verderop zit, op een krukje, een niet minder indrukwekkende
tegenhanger, de in hout gesneden en vervolgens van zuurstokkleuren
voorziene Bumpman,
een man vol builen. Een beeld dat niemand onberoerd zal laten.
Nadat ze aan de kunstacademie was afgewezen volgde Paloma Varga Weisz
(Mannheim, 1966) een opleiding
ambachtelijk houtsnijwerk. Daarnaast kreeg ze les van haar vader, een
Hongaars-joodse kunstenaar die tijdens de oorlog ternauwernood
ontsnapte aan de nazi’s en daar voor de rest van zijn leven een
trauma aan overhield.
Een theatraal hoofdwerk als Galgenfeld
als introductie kan de aandacht wegnemen van de rest van een oeuvre.
Dat is hier gelukkig niet het geval. In de tweede zaal loop je tegen
Foreign
Body aan,
een staaltje middeleeuws aandoend houtsnijwerk van amper 20
centimeter hoog, een zittend vrouwenlichaam dat doorboord is met een
bot dat doet denken aan een penis. Niet minder confronterend dan
Galgenfeld,
ten bewijze dat Varga Weisz het ook zonder de grote gebaren kan.
De rest van het parcours, tot het eveneens theatrale Glory
Hole, een
peepshow in een hermetisch afgesloten Alpenschuur, laat het
subtielere werk van Varga Weisz zien, met veel geblutste lichamen in
hout en terra cotta. En niet te vergeten haar aquarellen die vaak als
ideeënvorming fungeren voor haar houtsnijwerk waarvan we, zeker in
een museum met zoveel middeleeuwse beeldensnijders in de collectie,
graag wat meer hadden gezien.
Paloma Varga Weisz – Bumped Body. Van 6/10 t/m 2/2 in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. bonnefanten.nl
De schilders van Dongen
Aardappelen? Boven de rivieren aten ze nog liever hun schoenzolen op. Niet in het Brabantse Dongen, zo legde Jozef Israëls in 1882 vast op zijn Boerengezin aan de maaltijd. Het schilderij bracht een zekere Vincent van Gogh op het idee om nog meer aardappeleters in Brabant te gaan schilderen.
Het werk van Israëls kon met de nodige moeite geleend worden van het Van Gogh Museum en staat nu (goed beveiligd) te pronken in het Stedelijk Museum Breda, op de expo De Heks van Dongen. Ondertitel: Een kunstenaarsdorp in de 19e eeuw. Want wat velen allang weer waren vergeten, wordt door het Bredase museum (samen met Van Goghhuis Zundert) met meer dan honderd werken weer opgerakeld: Dongen – tussen Tilburg en Breda – was een van de eerste kunstenaarsdorpen van Nederland. Het waren niet de minsten die vanaf de tweede helft van de 19e eeuw afreisden naar het toen nog nietige Dongen: behalve Israëls waren dat bijvoorbeeld August Allebé, Max Liebermann en Suze Robertson. Onder de grote rivieren vinden deze tijdgenoten van Van Gogh een romantisch en sprookjesachtig decor dat nog niet is aangetast door de moderne tijd – denk aan ambachtslieden als wevers en kantklossers – en een landschap dat lijkt op dat van de schilders uit de Gouden Eeuw.
Van een ‘Dongense school’ was echter geen sprake, weet museumdirecteur Dingeman Kuilman. “Wel van individuele geesten met eigen opvattingen. Het verhaal van Dongen is een diffuus, versnipperd verhaal. Dit is een poging dat verhaal bij elkaar te krijgen. Met een direct lijntje naar Van Gogh, die zich weer liet inspireren door de Dongense schilders.”
Behalve uit eigen collectie (zoals De Spinster van Liebermann en het onlangs aangeschafte Het Kleine Sint-Jorisgilde in Dongen van Allebé) komen de getoonde werken van onder meer Van Gogh Museum, Rijksmuseum, Dordrechts Museum en uit Düsseldorf. Niet al het spul uit Dongen was terug te halen naar Breda. Zoals Schusterwerkstatt van Liebermann, dat in de Nationalgalerie in Berlijn hangt. “Die krijg je met geen mogelijkheid daar weg.”
Oh ja, hoe zat het met die heks? Zowat alle schilders in Dongen kwamen een keer uit bij de boerin, waarzegster en toverkol Pietje Verhoef. Een oud vrouwtje met kromme rug en opvallende muts, dat maar wat graag poseerde. Wat wil een 19e-eeuwse impressionist nog meer?
De Heks van Dongen en Dongen Revisited (een actuele terugblik), 12/10 t/m 26/1, Stedelijk Museum Breda. stedelijkmuseumbreda.nl