NS16 gered

Tien jaar geleden werd hij aangezet tot schilderen door de Tilburgse illustrator, graficus en schilder Ivo van Leeuwen: vorkheftruckchauffeur Ad Fijneman (63). Het leverde fraaie vrouwenportretten op, zo’n tweehonderd werden er geëxposeerd, natuurlijk in NS16. Hier mag en kan alles, zolang het maar goed is.
Het complex in de Tilburgse Spoorzone, tegenover de Koepelhal, biedt niet alleen een expositieruimte van 200 vierkante meter en een alternatief concertpodium, het is ook het onderkomen van ontwerpers, kunstenaars, muzikanten, zoals Aart Strootman en Joost van Haaren (Krezip) en Novastar, en dansers: voorheen TRASH, nu Dans Brabant. In het pand staat ook een Vermijspers uit 1950, die door grafici en kunstenaars nog altijd intensief wordt gebruikt.
De stichting Ateliers Tilburg beheert NS16 sinds 2004, maar de toekomst was tot voor kort onzeker. Aan die onzekerheid is een einde gekomen nu de gemeente het pand verkoopt aan de stichting. Die zorgt voor een grondige opknapbeurt, waar gemeente weer zo’n drie ton aan bijlegt.
Een van de vaste gebruikersvis illustratrice Marjolein Schalk van onder meer het gezeefdrukte periodiek Wobby, voor wie NS16 een huiskamer is geworden. Waar haar geestverwante kompanen van ‘De Tilburgsche Absurdistenschool’, Jeroen ‘Eefje Wentelteefje’ de Leijer en Stephan de Weert, alias tekenaar/schilder S. Lloyd Trumpstein, door de onzekerheid hun atelier in NS16 verlieten, hoopt ze zelf met haar Wobby.club hier nu een vast atelierplekje te bemachtigen. “Dit is de ultieme plek voor presentaties en workshops. Centraal gelegen, kleinschalig en betaalbaar. En niet heel netjes, maar lekker rauw, past goed bij wat we doen, er zijn mogelijkheden voor allerlei gekke ingrepen. En er zit een bar in, ideaal.” Kunstplekken zoals NS16 zijn schaars in Tilburg, zegt Schalk. “Daar is de gemeente zich nu bewust van geworden. Zonder NS16 zou ik niet weten waar we heen zouden moeten.”
Beheerder Michiel Corten, zelf kunstenaars en vormgever, zette zich als geen ander in voor het behoud van NS16 als kunstenaarsplek. Nu dat gelukt is, denkt hij na over een artistieke koers, een definitieve identiteit. “Ook tegen een – met alle respect – kunstclubje uit de Reeshof zeggen we nu nog ja. Maar we moeten ons afvragen of we dat in de toekomst ook nog willen. Er is zoveel goeds in deze stad dat ook om een plekje schreeuwt.””

NS16, NS Plein 16, Tilburg. In juni is er de presentatie van de nieuwe Wobby. Zie ns16.nl

Neem de tijd

In een tijd waar beeldende kunst steeds vaker in een kermisachtige entourage aan de man wordt gebracht, zijn er ook presentaties die gedijen bij rust en stilte. Zoals in Buitenplaats Kasteel Wijlre, het Gesamtkunstwerk van het verzamelaarsechtpaar Jo en Marlies Eyck, waar in de drie hectare grote kasteeltuin werken van Giuseppe Peppone en Ad Dekkers een onnadrukkelijk geheel vormen met de gecultiveerde natuur.
Tijdens een wandeling in de tuin kunnen bezoekers het Hedge House binnenlopen, een door architect Wiel Arets ontworpen kunstpaviljoen, waar nu de solo-expositie Resident is te zien van de Duitse schilder Tim Eitel, een van de smaakmakers van de Neue Leipziger Schule.
In het voormalige koetshuis van het 17e eeuwse kasteel is een selectie te zien uit uit de collectie van een ander Zuid-Limburgs verzamelaarsechtpaar, Albert en Hanny Groot, die de verstilling van de kasteeltuin voortzet. De presentatie heet Je marche, j’ouvre une porte, je ferme une porte, naar de titel van een van de getoonde werken, van Dominique Petitgrand. ‘Getoond’ is in het geval van Petitgrand misschien het verkeerde woord. Het is een installatie, eigenlijk een mise-en-scène van vier luidsprekers en een stoel, waar zinsnedes eindeloos worden herhaald. De woorden verwijzen naar alledaagse routines, maar ook naar de beleving van angst, verlies en lichamelijke sensaties.
Het is een tentoonstelling waarvoor je de tijd moet nemen, de sobere opstelling – een antipode van een kermis – nodigt daartoe uit. De vensters in de witte muren geven een filmisch uitzicht op de omgeving (de buitenplaats ligt in het hart van het Limburgse heuvelland), de ruimte heeft een zandkleurig geschilderde planken vloer, de gereciteerde, door de ruimte klinkende zinsnedes van Petitgrand houden de op passende afstand van elkaar gepresenteerde werken bij elkaar. Het zoeken naar zintuiglijkheid krijgt zo alle ruimte – nomen est omen, de naam van de kunstenaar doet ook nog een duit in het zakje.
Als tentoonstelling gaat Je marche, j’ouvre une porte, je ferme une porte over het stapelen van ideeën, beelden en gevoelens. Wat een mens zoal een leven lang doet, meestal onbewust; Charles Baudelaire schreef er al over in 1860, zo legt het programmaboekje uit. In Wijlre krijgt dit concept vorm aan de hand van werk van onder anderen Takashi Kawashima, Navid Nuur, Eylem Aladogan, Katincka Bock en Francisca Tropa. Andere trefwoorden behalve zintuiglijk: dromerig, poëtisch, consciëntieus, contemplatief.
Neem dus vooral de tijd. En ga dan in die prachtige tuin zitten. Met een boek. Zoek jezelf.

Je marche, j’ouvre une porte, je ferme une porte. Van 8 maart t/m 10 juni in Buitenplaats Kasteel Wijlre. kasteelwijlre.nl

Plakband

De Chinese stad Shenzhen (dertien miljoen inwoners) is de grootste producent van elektronica ter wereld. Het cliché dat ze daar westerse elektronica kopiëren in een inferieure kwaliteit, is allang achterhaald. In de fabrieken, elektronicamarkten en huiskamers van Shenzhen gaan handel, fabricage en innovatie naadloos in elkaar over.
In de film Born at Night, te zien in De Kazerne in Eindhoven, registreert de camera een dag en een nacht in een warenhuis voor elektronica-onderdelen in Shenzhen. In een enorm gebouwencomplex zijn honderden kleine handelaartjes gevestigd, in open stands, ieder met zijn of haar eigen specialisme. Van aan-uitschakelaartjes tot draaiende lampen, van usb-stekkers tot knoopbatterijtjes, alle denkbare onderdelen zijn er te vinden, in alle denkbare varianten.
Na sluitingstijd worden de kraampjes afgesloten door ze van onder tot boven in te pakken in krantenpapier en plakband, héél veel plakband. Dan, in de avond, wordt de tomeloze energie van Shenzhen pas goed duidelijk. Een vrouw adresseert pakketjes op de vloer van een magazijn, kinderen spelen met steekwagentjes en kartonnen dozen, mobieltje aan het oor. Zittend rond een pot thee zijn twee mannen, broers of neven waarschijnlijk, in de weer met printplaten en soldeerbouten. Dit is innovatie à la Shenzhen.
Behalve de film toont De Kazerne ook wat er in die Chinese nachten zoal geboren wordt: mobieltjes in de vorm van een Ferrari, karaoke-microfoons met ingebouwde speaker. Ook worden delen van de marktstands uit Shenzhen getoond: kartonnen platen met rijen gekleurde lampjes en andere onderdeeltjes, waarvan de Chinese karakters die er in potlood bij gekrabbeld staan de raadselachtigheid alleen maar vergroten.
Dit inkijkje in een wereld waar technologie, design en innovatie een totaal ander ecosysteem vormen dan wij kennen, is naar Eindhoven gebracht door de Brits-Italiaanse Joseph Grima, sinds juli 2017 creatief directeur van de Design Academy. Met Born at Night wil hij het traditionele Westerse denken over design, waarin het individueel auteurschap voorop staat, opschudden.

Born at Night, van 5 april t/m 17 september in De Kazerne in Eindhoven. kazerne.com