Je kunt de sculpturen van Johan Tahon in een museumzaal zetten met witte wanden en ze zullen je al zijn ongewisheden toefluisteren, al sta je aan de andere kant van de zaal. In het stadhuis van het Oost-Vlaamse Oudenaarde gaat het gefluister via middeleeuwse balken, hardstenen muren, in vitrines uitgestalde zilverkannetjes en gigantische wandtapijten voordat het onze oren bereikt. 

Het plaatselijke museum MUO dat in het laatgotische stadhuis is ondergebracht, heeft met beeldenmaker Johan Tahon (Menen, 1965) een lokale held binnengetrokken, het atelier van de beeldhouwer ligt een paar kilometer verderop. In de over vier verdiepingen verspreide tentoonstelling Universus wanen we ons op een reis door de menselijke geest.

In de donkere lakenhal werpen spots het licht op levensgrote gipsen beelden. De mensfiguren, niet zelden met meerdere hoofden, verhullen nooit dat zij uit verschillende stukken bestaan. Horen ze eigenlijk wel bij elkaar? De beelden trekken ons naar zich toe zoals het licht dat ze lijken op te slokken. Welkom in het onderbewuste. Het beeld Wir überleben das Licht bestaat uit twee figuren, toch lijkt het om één ziel te gaan die troost en rust zoekt bij zichzelf. 

Johan Tahon, Wir überleben das Licht. foto Zuiderlucht

De lift in het stadhuis brengt ons naar een hogere laag van het bewustzijn. Warm licht stroomt door de glas in lood ramen, maar de keramische, deels geglazuurde beelden worden er niet levendiger van. Ze staan er als zoutpilaren, voor de eeuwigheid verbannen in een houding of kwellende vraag. Net als De burgers van Calais die Auguste Rodin in 1888 in een bronzen standbeeld liet gieten, ter herinnering aan zes stedelingen die in 1347 de Engelse koning hun levens aanboden in ruil voor het beëindigen van de belegering van hun stad. Waren ze martelaren? Helden? Of allebei?

In een video die in de expositie te zien is, loopt Johan Tahon om Rodins beeld, zichtbaar onder de indruk van de ‘psychologische weergave van het drama’. Volgens Rodin, zo vertelt Tahon, moet je als beeldhouwer niet uitgaan van de buitenkant, maar vertrekken bij het innerlijke.

Nog een verdieping hoger dreigt het Oudenaardse zilverwerk ons te verblinden. Met bijna argeloos ertussen geplaatste kleine, zilver geglazuurde beelden van Tahon worden we uitgedaagd  om recent van oud te onderscheiden, en waardevol van minder waardevol. En ja, wat is dat eigenlijk, waardevol. 

Op de weg naar beneden komen we door de indrukwekkende bovenlakenhal, de Arche Noah getransformeerd in een laatmiddeleeuwse opslag- en keurplaats voor textiel. Hier zweeft de riviergod, Johan Tahons langgerekt beeld Dieu Fleuve III, tussen de Oudenaardse ‘verdures’, immense wandtapijten met landschappen van tienduizenden knopen. Is dit de weg naar buiten? Goede reis, fluistert de riviergod. 

Johan Tahon, Universus. T/m 30/9 in MOU in Oudenaarde. muo-oudenaarde.be