Hoewel hij maar liefst dertien keer genomineerd werd voor de Nobelprijs, lijkt de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels (1871-1969) vervaagd in het collectieve geheugen.

Ongetwijfeld ligt dat aan het feit dat hij voornamelijk streekromans schreef, niet meteen het meest sexy genre anno 2021. Toch blijven zijn naturalistische klassiekers De vlaschaard en De teleurgang van de Waterhoek lezenswaardige romans die getuigen van een uitzonderlijk observatievermogen.

Bij zijn 150ste geboortedag haalt het Letterenhuis in Antwerpen de romancier op een verrassende manier van onder het stof. Behalve schrijver was Streuvels een fervent amateurfotograaf; een selectie uit zijn meer dan vijfduizend kiekjes tellende archief wordt nu tentoongesteld in de expositie Oogen die kijken.

Wie het oeuvre van Streuvels kent, zal niet verbaasd zijn door de thematiek van zijn foto’s. De schrijver legt het hem omringende landleven vast, evenals het reilen en zeilen van zijn gezin in hun beroemde Lijsternest. Hoe vertederend en verrassend hedendaags die huiselijke snapshots ook aandoen, het zijn vooral de landschapsfoto’s die indruk maken. Ploegende boeren op hun akkers, grazende kuddes, bonte kermissen, plechtstatige begrafenissen en grootse Maria-processies worden met veel oog voor compositie vastgelegd. Net als in zijn proza doet Streuvels met zijn foto’s aan geschiedschrijving, waardoor je als toeschouwer een accuraat beeld krijgt van hoe mensen toen leefden.

Het meest verrassend in deze expo is het relaas van Streuvels’ reis in het Middellandse Zeegebied in 1935. Het bleek een openbaring voor de zo honkvaste schrijver, die uiteindelijk zelfs in Palestina belandde, waar hij geconfronteerd werd met het zo radicaal andere. Uit Streuvels’ foto’s spreekt onwennigheid, een toeristische blik op de bevolking. De andere omgeving fascineert hem, zo blijkt ook uit de notities die hij maakte en die in het Letterenhuis door een voice-over worden voorgelezen. Het levert een boeiend samenspel op, een literair én fotografisch verslag van wat duidelijk een confrontatie was met zijn eigen beperkte perspectief.

Het kroonstuk van Oogen die kijken is de zaal met de zelfportretten. Streuvels’ karakterkop met de kenmerkende weerbarstige snor komt er in al zijn levensfasen langs: van de zelfbewust uit de ogen kijkende jongeling via de literaire gigant op het toppunt van zijn kunnen tot de gefêteerde, Nobelprijswaardige bejaarde schrijver. Het portret waar hij in een bloesemende fruitboom staat, is even speels als pakkend.

Vooral die speelsheid is opvallend. De man die subtiel maar altijd ernstig over het landleven schreef, blijkt binnen- en buitenshuis ook een kijker met pretoogjes.

Oogen die kijken. Een blik in het fotografisch landschap van Stijn Streuvels. Van 2.10 t/m 31.12 in het Letterenhuis in Antwerpen.

Foto: ©Archief Stijn Streuvels