Jonge ontwerpers zijn kritisch en maatschappijbewust, kunnen we concluderen na de Dutch Design Week 07 in Eindhoven. “Ontwerpers zijn beter dan kunstenaars in staat om de beeldbeluste consumenten van deze tijd kritisch aan te spreken.”
Duurzaam zonder geitenwollen sokken
Het is lastig om niet in papagaaivisies te vervallen bij het beschrijven van de Dutch Design Week. De toonaangevende ontwerpweek werd ook dit jaar weer breed uitgemeten in de (inter)nationale pers. Geen wonder, want op maar liefst veertig plekken in de stad werd de nieuwste state of design-art getoond. Zoals in de Bijenkorf die de kleding in de etalages omringde met sloophouten meubelen. Een ontwerp van studenten van de mbo-opleiding Sint-Lucas dat benadrukt dat design een uitstekend communicatiemiddel kan zijn.
Het is de boodschap die op veertig plaatsen in de stad wordt uitgedragen: Eindhoven is dé designstad van Nederland. Grote motor daarin is de Design Academy, onlangs door Time Magazine uitgeroepen tot ‘School of Cool’, broedplaats voor talentvolle ontwerpers. De jaarlijkse graduation show besloeg dit jaar maar liefst drie etages in de voormalige Philips-lampenfabriek, waar de opleiding is gevestigd; de bijbehorende catalogus weegt ruim anderhalve kilo.
Het valt niet mee om eenduidige etiketten te plakken op het divers palet aan ontwerpen. Volgens de net afgestudeerde ontwerper Joris Visser komt dat omdat er te weinig woorden zijn om de huidige cross-over ontwerpen te beschrijven. Zo zijn veel vormgevers steeds meer samenstellers van diverse geuren en smaken geworden; Visser noemt ze ‘formponisten’ in een woordenlijst die hij samenstelde op basis van artikelen uit kranten en tijdschriften. De lijst vormt de basis voor de bundel ‘Sculptaal’, zijn afstudeerproject met daarin 650 nieuwe woorden die journalisten van dienst kunnen zijn bij het beschrijven van hedendaagse ontwerpen. “Maar het is ook een leuk sinterklaascadeautje”, zegt Visser van zijn werkstuk.
Vormgevers begeven zich van oudsher op het snijvlak van techniek, kunst en wetenschap. Nieuw is echter dat ze zich de laatste jaren ook laten horen in het publieke debat. Duurzaamheid en integratie zijn thema’s die ontwerpers niet langer ongemoeid laten. Deze tak van sport, die zich laat omschrijven als kritisch design, levert vaak invloedrijk werk op. Ontwerpers zijn misschien wel beter dan kunstenaars in staat om de hedendaagse beeldbeluste consumenten kritisch aan te spreken. Ze kennen de ‘taal van de verleiding’ en staan met hun onderwerpen en ontwerpen vaak dichterbij de dagelijkse praktijk dan kunstenaars.
Zoals blijkt uit het stadsproject van Anna Brons, die het was opgevallen dat er in het integratiedebat nauwelijks migranten aan het woord kwamen. Ze maakte een boek met verhalen en vakantie- en familiefoto’s van migranten in Nederland en laat daarmee Nederland door andere ogen zien. Ze is inmiddels al van diverse kanten benaderd voor advies over de multiculturele stad.
Ook de thema’s duurzaamheid en recycling komen veelvuldig aan bod. Zoals in parasollamp ‘Sunshade’ van Lianne van Genugten die overdag schaduw geeft en ’s avonds als schemerlamp dienst doet. De ‘City Swing’, een hippe groene taxi-scooter op biobrandstof valt eveneens in die categorie. Volgens ontwerper Gert-Jan Breugel verbruikt het voertuig, dat drie personen tegelijk kan vervoeren, slechts 1 op 70.
De blitse scooter toont aan dat duurzaam al lang niet meer riekt naar geitenwollen sokken. Recycling is fun zo toont ook Pim van der Bugt met zijn ‘Hussels’. Van der Burgt verzamelde oude knuffels uit tweedehands winkels en componeerde er hippe nieuwe hussels mee.
De hang naar traditie en oude spullen is al langer populair, getuige de retro behangetjes in veel interieurs of de nieuwe woonwijken in jaren dertig stijl. Volgens sociologen heeft dat te maken met de huidige angstcultuur, mede veroorzaakt door het doorgeslagen individualisme en de dreiging van terrorisme. Een andere verklaring is dat juist ambachtelijke ontwerpen weer een nieuwe uitdaging vormen voor jonge ontwerpers die zich realiseren dat technisch alles haalbaar is. Zo ontstaan mooie syntheses van oud ambacht met nieuw technisch vernuft. De Limburgse ontwerper Jeroen Verhoeven oogstte in 2004 al veel succes met zijn van een ambachtelijk kantklospatroon voorzien hekwerk. Dit jaar toont zijn provinciegenoot Steven Kessels een poëtische symbiose van techniek en ambacht met zijn ‘Ventilator inside out’, een Leonardo da Vinci-achtige installatie waarbij oude klokken een glasfiber vliegtuigvleugel aansturen die dient als ventilator. Duurzaam, vernuftig én een hebbeding.
Een ander voorbeeld is van maatschappelijk bewust ontwerpen is ‘Mbook’ van Unit040, een fotoboek uitgerust met sensoren en RFID-tags die het mogelijk maken een verhaal bij de foto’s vertellen. Het boek is speciaal ontwikkeld voor Altzheimer patiënten.
Al met al houdt de nieuwe generatie ‘formponisten’ zich niet langer bezig met het aanmeten van mooie jasjes, maar richt zich vooral ook op de voering (geen bont) en uitvoering (duurzaam materiaal), en het uitdragen (multicultureel) ervan. Volgens bestuursvoorzitter Lidewij Edelkoort van de Design Academy hebben we te maken met een “vanuit de kantlijn opererende generatie die zich vanuit het halfduister een weg tast naar een nieuwe bron van energie.” Als dat resulteert in zelfoplaadbare zonneschermen annex schemerlampen, groene taxi scooters en sprekende fotoboeken, gaan we een vrolijke en groene toekomst tegemoet.
Links genoemde ontwerpen:
www.sculptaal.nl
www.hussels.com
www.unit040.nl/mbook
www.liannevangenugten.nl
www.kesselsgranger.com
http://anna.brons@gmail.com
www.gjvanbreugel.nl
* De City Swing van Gert Jan van Breugel
* Stadsproject van Anna Brons
* Hussels van Pim van der Burgt