De taal ligt onder vuur: ‘De taal toont de opvattingen van de dominante machtsgroep die, in de beschrijving van ‘de ander’, zijn eigen superioriteit en machtspositie versterkt ziet.’ Dit komt uit de inleiding van de recent gepubliceerde Handreiking Waarden Voor Een Nieuwe Taal. De Britse universiteit van Hull gaat met de principiële afwijzing van correct taalgebruik nog een stap verder. Omwille van de inclusiviteit worden studenten niet langer beoordeeld op hun fouten in spelling en grammatica. Dergelijke regels zijn ‘homogeen, Noord-Europees, wit, mannelijk en elitair’.

De eerste grammatica van een moderne westerse taal werd geschreven in opdracht van een vrouw uit een Zuid-Europees land: koningin Isabella I van Castilië. In 1492 – hetzelfde jaar dat ze Columbus naar India stuurde – werd op die manier een volkstaal veranderd in een standaardtaal. In feite kwam de standaardtaal erbij, want de meeste mensen bleven gewoon hun eigen taal spreken. Ook in ons land zijn na de publicatie van de eerste spelling en grammatica, begin 19e eeuw, de dialecten niet verdwenen. Integendeel, de traditionele streektalen staan volop in de belangstelling en er ontstaan weer nieuwe dialecten, zoals straattaal en Marokkaans Nederlands.

Via social media, urban muziek en spoken word klinkt de volkstaal tegenwoordig luider en veelkleuriger dan voorheen. Maar de standaardtaal bevindt zich in zwaar weer. Steeds meer kinderen die van de basisschool komen, kunnen niet goed lezen en schrijven. In zwakke wijken en op gekleurde scholen is dat probleem het grootst. De gebrekkige taalbeheersing heeft rampzalige gevolgen voor de ontwikkeling en latere loopbaan van kinderen. Daardoor verliest de standaardtaal haar bemiddelende karakter en raakt ze vervlochten met de tweedeling van de samenleving.

Dat betekent niet dat de standaardtaal op zichzelf ‘fout’ is. Natuurlijk, we moeten kwetsende woorden en uitdrukkingen vervangen. Natuurlijk, we moeten de taal blijven aanpassen en actualiseren. Maar de standaardtaal is een van de grootste verworvenheden van onze cultuur. Zorgvuldig en verfijnd taalgebruik is niet het privilege van een of andere elite, maar het fundament onder een gezamenlijke gedachtewereld. Daaraan hebben we het werk van onze grote dichters te danken, van Annie M.G. Schmidt tot Martinus Nijhoff, van Maud Vanhauwaert tot Mustafa Stitou.

DINGEMAN KUILMAN

Dingeman Kuilman is directeur van het Stedelijk Museum Breda.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.