Moet Jan Terlouw ook na zijn negentigste boeken blijven schrijven? Ja graag! En dat ze zich vooral in het verleden blijven afspelen, hoopt WIDO SMEETS. ‘Zou Stephen Frears er één seconde over hebben nagedacht om Dangerous Liaisons naar het heden te halen?’
Boekhandel De Tribune in Maastricht heeft sinds kort een kinderboekenafdeling. Het is een succes, begreep ik van Henk Groenewegen, een van de uitbaters. Het was alweer vorige zomer dat hij dat zei, tijdens het interbellum tussen de twee lockdowns, toen een boekhandelaar nog aanspreekbaar was.
In België is dat geen probleem, de boekwinkels zijn er ‘gewoon’ open. Volgens Katelijne Kevelaers van boekhandel Grim in Hasselt, ik liet haar al eerder aan het woord, kan de lockdown ook een zegen in vermomming zijn voor lezende kinderen. Juist in deze tijd maken ze vorderingen, hoort ze van hun ouders. Ze zien lezen weer als aangename vrijetijdsbesteding, en niet als huiswerk. Er wordt meer samen gelezen, en voorgelezen.
Zoals in het gezin van Standaard-redacteur Filip Rogiers, zo las ik in een mooi stuk van hem over Jan Terlouw. De kinderboekenschrijver, bijna negentig, heeft laten weten ermee op te houden. Hij voelt zich te oud om te schrijven. ‘Kinderen zijn aan het podcasten, ik heb daar geen verstand van, ik sta iets te ver van die wereld’, laat hij weten – in een podcast, zo eigentijds is hij nog wel.
In zijn stuk smeekt Filip Rogiers hem om dóór te gaan. Zijn twee kinderen (10 en 12, hij leest ze elke avond voor) waren naar zijn zeggen ontgoocheld toen hij hun het nieuws vertelde. Het fijne van literatuur is dat lezers, kinderen net zo goed als volwassenen, het onderscheid (leren) zien tussen fictie en fake. Fictie verwoordt de zoektocht naar het ware, het echte – en dat valt niet altijd mee. Stach, de hoofdpersoon in Terlouws bestseller Koning van Katoren, strijdt tegen natuurschenders en oorlogstokers, tegen egoïsme, obscurantisme en onverdraagzaamheid.
What’s new, hoor ik u roepen.
Inderdaad. Koning van Katoren is vijftig jaar oud, en nog even actueel als de dag van morgen. ‘Er is niet zo veel veranderd’, zegt Terlouw in de podcast, ‘het zijn universele thema’s die nooit worden opgelost. Alle grote vragen in het leven zijn niet te beantwoorden.’
Dat is wat fictie ons leert, dat is het verschil met fake, waar de suggestie wordt gewekt dat die antwoorden wel bestaan. Geert Wilders, Thierry Baudet, Theo Vrancken, Tom Van Grieken en andere ophitsers hebben zelfs antwoorden op vragen die níet bestaan.
Rogiers kraakte in zijn stuk nog een code: de neurotische opvatting dat een oud boek moet aansluiten bij de leefwereld van jongeren. Hij neemt Terlouws verfilmde boek Briefgeheim (1973) als voorbeeld. Het dorpje Stellingwoude lijkt wel de Bijlmer, er duiken tablets en apps op, er staat een moskee. Waarom mogen kinderen niet weten dat er ook een Nederland zonder moskeeën heeft bestaan?
‘Het is een waanidee,’ schrijft Rogiers, ‘dat je een halve eeuw na het boek dat hedendaagse geneuzel nodig hebt om nieuwe, jonge lezers te bekoren.’ Misschien is het wel een typisch Nederlands idee, om bij een verfilming of theaterbewerking van een boek het verhaal te verplaatsen naar het hier en nu. Alsof het publiek te stom is om zélf zijn gedachten te formuleren over de tijdloosheid van de thema’s.
Juist omdát het universele thema’s betreft, kunnen regisseur en cineast er beter met hun vingers vanaf blijven. Laat de tijdgeest de tijdgeest. Dogma-regisseur Thomas Vinterberg keek wel uit om Thomas Hardy’s Far From the Madding Crowds (1874) naar het heden te halen. En zou Stephen Frears er één seconde over hebben nagedacht om Dangerous Liaisons naar het toenmalige heden van 1988 te halen?
De artistieke uitdaging was nou net om dat níet te doen.
WIDO SMEETS