Door de lockdown werd de Biënnale van Ninove tot twee maal toe de afgelast. Één kunstwerk ontsprong de dans en werd alsnog geplaatst, in de buitenlucht. WIDO SMEETS ging kijken. ‘Het kind in u begrijpt schoonheid van nature.’

Wacht even. Ninove, is dat niet dat Oost-Vlaamse stadje dat in 2018 de internationale pers haalde toen de rechtse Forza Flandria-partij veertig procent van de stemmen haalde, en toch werd geweerd uit het stadsbestuur? Inderdaad, dat is Ninove. 

De Muur van Geraardsbergen, heilige grond voor klassieke wielerliefhebbers, is niet ver van hier. Even verder weg komen ook boekenliefhebbers aan hun trekken; in de nabuurstad Aalst ligt de Kapellekensbaan waar Louis Paul Boon zijn gelijknamige meesterwerk situeerde. En in Ninove zelf, pal aan de doorgaande weg, ligt brouwerij Slaghmuylder, een naam die doet denken aan het personage Bert Vanderslagmulders van absurdist Kamagurka, over wie zo meteen meer. 

Het kunstwerk op het grasveldje bij de OLV Hemelvaartkerk. foto Robbert&Frank Frank& Robbert

Op deze frisse, maar heldere herfstochtend staat de geblokletterde naam van de brouwerij te blikkeren boven de toegangspoort aan de Denderhoutemlaan, aan de rand van de stad. De opkomende zon trekt lange schaduwen in het uitgestorven centrum. De winkels, de horeca, alles is dicht en blijft dicht. Ook Ninove is door de pandemie veranderd in een spookstad. 

Aan de achterkant van de OLV Hemelvaartskerk, laatste restant van de voormalige Norbertijnenabdij en een van de mooiste barokkerken van de lage landen, is het zo stil dat je je eigen adem hoort. Toch zijn er tekenen van leven, er staat wat te gebeuren hier. Schepen Henri Evenepoel, in spijkerbroek en bodywarmer, is als eerste op de afspraak, samen met een ambtenaar. Ze zijn vergezeld van een hoogwerker met bemanning die lijdzaam wacht op wat komen gaat. 

Even later arriveert Griet Menschaert, de in het nabijgelegen Vollezele opgegroeide kunstenares. Ze is curator van Krasj, de vijfde editie van de biënnale voor actuele kunst in Ninove. Het thema dat ze bedacht is Het kind in u. Kamagurka maakte de tekening voor het affiche.

Haar gedicht met die titel, tevens het manifest van Krasj, schreef Griet op een muur van het in restauratie verkerende gebouw van de Liberale Kring. In de afsluitende regels is het moeilijk om toespelingen te missen op de wankele situatie in de plaatselijke politiek:

Het kind in u begrijpt schoonheid van nature 

weet altijd even wat het wil en

klampt zich niet krampachtig vast 

Het leert dat het moet delen

dat je met gejengel niets verkrijgt

Het eet om te groeien

het zorgt voor de vrienden

het laat zich zonder angst vervoeren

en doet niet aan taboes. Het kind in u houdt dag en nacht

uw hand vast

Het trekt ons door alles heen.

Krasj 5 werd bedacht in een wereld die nog geen weet had van corona en covid, van overbevolkte ziekenhuizen, besmette verpleeghuizen, lockdowns en quarantaines. Het parcours, met werk van 25 kunstenaars, verspreid over zeven locaties in de stad, zou eigenlijk in september worden gehouden. Maar toen de staafdiagrammen met de coronabesmettingen weer als pijlen de lucht in schoten, werd het parcours afgeblazen. Op verzoek van Menschaert, die in een brief aan het stadsbestuur bezwoer een kleurrijk, toegankelijk én coronaproof traject te hebben samengesteld, werd de opening uitgesteld tot november – toen de tweede lockdown over stad en land was neergedaald. 

Laatste deel van het manifest Het kind in u. foto Zuiderlucht

Niemand wist nog hoe en wat. Was er nog hoop op een derde poging? En zo ja, wanneer zou dat kunnen? Sommige kunstenaars lieten hun werk achter, op hoop van zegen. Anderen pakten hun boeltje en vertrokken. Eind oktober schreef Griet Menschaert een brief aan de deelnemende kunstenaars. ‘Halen we de stekker er in stilte uit of nemen we de tijd om ons werk op te stellen en te hopen dat er af en toe dagen zijn dat het gezien kan worden?’ In afwachting van hun antwoord nam ze een time out van twee weken. Ze zat er even doorheen. 

Het gelobby achter de schermen ging door. Deze ochtend, op het grasveld achter de abdijkerk, zegt Menschaert, terwijl ze de condens uit haar mondkapje blaast: ‘Het is typerend voor deze Krasj. Er gebeurt van alles, maar je ziet het niet.’ 

De laatste zin is momenteel van toepassing op vrijwel de hele kunstwereld.

Eén geitenpaadje werd er gevonden tijdens dat officieuze overleg, één kunstwerk glipte door de mazen van de corona-restricties. De installatie Ga weg, leed van de wereld van het kunstenaarsduo Robbert&Frank Frank & Robbert zal deze ochtend worden opgebouwd op dit met een schapenhek van de abdijkerk afgescheiden grasveld. Schepen Evenepoel (Open VLD) wil met zijn presentie laten zien dat Ninove de biënnale blijft steunen. Hij heeft er weinig woorden voor nodig. ‘De stad is in afwachting om de draad weer op te pakken. We zijn nog steeds beschikbaar.’ 

Cultuur is belangrijk, zegt de schepen, juist in deze tijd. Niet voor niets organiseerde de stad deze zomer, in het interbellum tussen eerste en tweede lockdown, op dit grasveld elke vrijdag een openlucht filmvoorstelling. Op de koer van het stadhuis was op elke maandag een concert, en er was straattheater. Maar in augustus, toen het virus zich opmaakte voor zijn comeback, moest alles weer dicht. De schepen vertelt het ‘om maar te zeggen hoe gekluisterd we zijn.’ 

Tegen elven, vanwege een opstopping bij een bouwwerf een uur later dan gepland, arriveert een gemeentelijke camion met in de laadbak de onderdelen van het kunstwerk: een stalen sokkel van een meter in het kwadraat, een daarop te monteren huls en een elf meter hoge lichtpaal die de hoogwerker er zo meteen in moet laten glijden. Bovenop komt, als sluitstuk, het frame met de tekst Ga weg, leed van de wereld

Overleg ter plekke tussen curator Griet Menschaert (2e van links), schepen Henri
Evenepoel (2e van rechts) en twee ambtenaren. foto Zuiderlucht

Het concept van het kunstwerk stamt uit 2008, toen het inmiddels ook gearriveerde kunstenaarsduo Robbert&Frank Frank&Robbert in het laatste jaar van het middelbaar zaten. Bij toeval belandden ze op dezelfde kunstacademie, sindsdien vormen ze een duo. Er bestaan twee versies van het werk. Meestal is het duo op stap met de mobiele versie: een koffertje met daarin een kleine sokkel, een paal van drie meter en de tekst. Ze trekken er de hele wereld mee over. ‘Van elke actie maken we een foto en een postkaart’, vertelt Frank. ‘Inmiddels hebben we 159 van die kaarten.’ 

Vaak treden ze op in winkelstraten. En al hebben ze dan een vergunning, toch worden ze vaak opgepakt door politieagenten die de anti-terreurinstructies serieus nemen. Frank, lachend: ‘Een koffertje in een volle winkelstraat waar een vreemde constructie uitkomt, dat wordt niet altijd begrepen. Het heeft ons a heel wat processen-verbaal opgeleverd.’ 

Ga weg, leed van de wereld (de kreet is bedacht door Robbert) mag gezien worden als een mantra, bekend van het boeddhisme. Voor boeddhisten heeft het eindeloos reciteren van zo’n mantra een magische betekenis. Frank: ‘Wanneer mediterende monniken het blijven herhalen, ontstaat er een vibratie in het universum. Dan gebeurt er echt iets.’

Terwijl de hoogwerker in stelling wordt gebracht en de vrachtwagen zich ontdoet van zijn lading, komt schepen Evenepoel terug van even weggeweest. Tegen het decor van een langzaam overeind komend kunstwerk ontstaat er een spontaan overleg tussen de schepen, inmiddels geflankeerd door twee ambtenaren, en curator Griet Menschaert.

‘Wanneer de situatie het toelaat, moet de biënnale worden hernomen’, vindt de schepen. ‘We staan klaar als de tijd er is.’

‘Was het maar zo eenvoudig’, riposteert Menschaert. ‘Ik kan geen twintig agenda’s beheren. Sommige kunstenaars hebben soms nog niet voltooid werk achtergelaten. Anderen zijn vertrokken. Moet ik ze vervangen? En past het werk van de nieuwkomers bij datgene wat er al staat?’

‘Voor 2021 is er nog budget beschikbaar’, zegt een van de ambtenaren geruststellend. 

‘Zolang we maar niet opnieuw voor een heel concept moeten betalen’, geeft de schepen als disclaimer mee. Maar hij draait er niet omheen: aan de gemeente zal het niet liggen. ‘Alle zalen blijven beschikbaar.’ 

Als de klok van de kerktoren twaalf uur slaat, laat de hoogwerker de elf meter hoge paal in de huls glijden. De gemeentewerkers pakken hun boeltje om te gaan lunchen. Na de schaft zetten ze de kroon op het werk: om kwart over een gaat het frame met de tekst in top; daarna leggen ze de boomstammen op de sokkel, voor extra gewicht, maar toch ook wel decoratief. Rond twee uur zit de klus erop. Achteraf gezien ging het vrij makkelijk, zeggen de kunstenaars.

‘Ook vanwege de boodschap is het belangrijk dat het is gelukt’, zegt Frank met een tevreden blik. Dan komt een trein voorbij, vaart minderend om te stoppen bij station Ninove. Frank: ‘En al die mensen in de trein gaan het zien, hé.’

WIDO SMEETS