Bent u, vraagt WIDO SMEETS zich af, ook tegen moderne slavernij? Bedenk dat er de komende weken regelmatig een slaaf bij u aanbelt. Scheep ze niet af.
Voor me ligt Midden in het onbewoonbare van Cyrille Offermans, een boek waar ik me wekenlang op heb verheugd. Niet alleen omdat ik geen van zijn boeken ongelezen laat, ook vanwege de vormgeving. Bent u, als tussendoortje, toe aan een kleine bekentenis? Ik heb de rug van het boek gestreeld, mijn vingertoppen over het omslag laten glijden, mijn hand tussen de pagina’s gelegd.
So far so good. Maar waar gaat het over?
Reken vooral niet op small talk in de 605 pagina’s die tussen de oogstrelende kaften op u wachten. Hoe gul en monter de auteur ook is, lees ik op een flaptekst, ‘uit veel van zijn stukken spreekt evenzeer verbijstering over een wereld die gevaarlijk uit zijn voegen barst’.
Midden in het onbewoonbare gaat onder andere over ongebreidelde economische expansie, natuurvernietiging, wereldwijde armoede, blind populisme en nog veel meer van dat – ingebed in Offermans’ onwaarschijnlijke eruditie. U en ik maken deel uit van die wereld, in ‘onze eigen omgeving, een eiland midden in het onbewoonbare’. Wie dat beeld tot zich laat doordringen weet wat de volgende fase zal zijn: leven op een onbewoonbaar eiland. Da’s leven in een paradox.
Ik denk aan Mondo, het cultuurprogramma van de publieke omroep dat moet wijken vanwege te lage kijkcijfers. Het nieuws werd bekendgemaakt in de week dat diezelfde omroep beloofde tien miljoen extra in cultuurprogramma’s te steken omdat daar in een tijd als deze zo’n behoefte aan zou zijn. De minister schrok er zo van dat ze er prompt vier miljoen bijlegde.
Enfin, in Mondo van afgelopen zondag verwees Adelheid Roosen naar de column Het bederf zit hem in de alledaagse krenkingen van Maxim Februari. Ik citeer: ‘De samenleving bestaat uit tien procent ellende en tien procent elite (…) en daarnaast uit tachtig procent welgezinde en omgankelijke mensen. Het gesprek gaat altijd over die tien procent ellende en tien procent elite, over die tachtig procent hebben we het nooit.’
Hoe dat bederf eruit ziet? In Mondo kwam Februari met praktijkvoorbeelden. Postbestellers en werknemers van distributiecentra van Amazon en andere commerciële platforms worden verschrikkelijk uitgebuit en onderdrukt en niet betaald. Ze werken vaak twaalf uur per dag voor minder dan het minimumloon.
Over die uitbuiting hadden we het jaren geleden al, zegt Februari – en nog steeds. Die bestellers worden nog steeds onderbetaald, en iedereen weet het. In het coronajaar steeg het thuisbezorgen naar recordhoogte. In de maand van Sint en Kerst in het vooruitzicht doen wij daar nog een schepje bovenop.
‘Wij’, dat zijn de mensen die verontwaardigd inzoomen op types als Trump en Baudet, op de tien procent elite c.q. tien procent ellende dus. ‘Wij’, u en ik dus, maken deel uit van die tachtig procent – in Februari’s woorden ‘de leuke mensen die niet antisemitisch zijn, niet racistisch, niet anti-vrouw, niet anti-weet-ik-veel. Om dat te vieren, geven we elkaar met Kerstmis nog een cadeautje extra, bezorgd door een onderbetaalde pakketbesteller.’
Binnen die tachtig procent van leuke mensen is iedereen tegen slavernij. Bedenk dat er dezer dagen regelmatig slaven bij u op de stoep staan met een pakketje, verstuurd door een beursgenoteerd miljardenbedrijf. De alledaagse krenkingen, zegt Februari, zitten hem in de pijn van die pakketbestellers. Ze denken: ‘Ik ben niets waard want ik krijg niets betaald.’ De afschuwelijke wereld achter de muisklik tast onze samenleving meer aan dan het Trumpisme.
In Midden in het onbewoonbare staat hoe wij leven in een omgeving van uitbuiting, groeiende inkomensverschillen en armoede. Die ‘wij’, die tachtig procent van Maxim Februari dus, zitten gevangen op een eiland, midden in het onbewoonbare. Willen we ontsnappen aan het perspectief dat dit eiland over niet al te lange tijd zelf ook onbewoonbaar wordt, dan moeten we iets doen.
Dus niet langer ach en wee roepen over die tien procent ellende en tien procent elite, over de showtjes die types als Trump en Baudet elke dag opvoeren – het is entertainment, en dwazen zijn van alle tijden. Doe liever iets aan de dreiging van rot en schimmel in die tachtig procent waartoe we zelf behoren.
Een Volkskrant-lezer opperde laatst in een ingezonden brief: geef in december iedere pakketbezorger die bij u aanbelt een envelop met een briefje van vijf euro. Klinkt goed, hoor ik u, als goedmens die deel uitmaakt van uit die tachtig procent, denken.
Scheep ze dus niet af, die pakketbezorgers. Het is december; geef ze bij elk pakketje dat ze bij u afleveren die envelop met vijf euro. En laat bij wet regelen dat hij of zij een fatsoenlijk betaalde vaste baan krijgt. Dat kan, over drie maanden zijn verkiezingen.
WIDO SMEETS