Jaar voorbij, inventaris opgemaakt. Niet alleen de slager en de bakker, de bouwmarkt en de graszodenhandel, ook de kunstwereld deed kort na de jaarwisseling de meten-is-weten exercitie.
Na drie crisisjaren verheugden verreweg de meeste musea, theaters en filmhuizen zich over de royaal gestegen bezoekersaantallen, al werd de opluchting getemperd door zorgelijke disclaimers over niet te beteugelen energiekosten.
Maar liefst 9,5 miljoen Museumkaarthouders gingen vorig jaar naar het museum, 200.000 meer dan in het topjaar 2019. Waarschijnlijk was 2023 ook qua totaal aantal bezoekers een recordjaar. Opvallend is dat de meeste groei nu eens níet zit bij de oudere bezoekers, die tijdens en na corona veel minder naar het museum gingen. Volgens Vera Carasso, directeur van de Museumvereniging, is de aanwas bij de Museumkaarthouders ‘vooral te danken aan gezinnen met kinderen en 26- tot 45-jarigen.’
Ook qua weten-is-meten is de Museumkaart een nuttig vehikel; de kaart registreert wie welke musea bezoeken, en hoe oud ze zijn. Het maakt dat het record, zegt Carasso, laat zien dat er veel draagvlak voor musea is. Ze ziet het als een belangrijk signaal aan de vier politieke partijen die bezig zijn met een nieuw kabinet. De leidende van de vier, de PVV, wil alle cultuursubsidies afschaffen. ‘Het hoge bezoekcijfer van Nederlanders is een boodschap die we gaan meegeven aan de formateur’, zei Carasso vorige maand in De Volkskrant. ‘Ik hoop dat het belang van musea wordt ingezien. Het publiek zegt dat die ertoe doen.’
De groei zit nu eens níet bij oudere bezoekers
Het toeval wil dat die formateur, Ronald Plasterk, van 2007 tot 2010 minister van Cultuur was. Of dat een voordeel is? In de cultuursector wordt hij vooral herinnerd als ‘minister van feesten en partijen’. Bij uitreiking van literaire prijzen zat hij vaak vooraan. Hij liet zich graag voorstaan op zijn belezenheid, een ballonnetje dat indertijd door Jeroen Brouwers vakkundig werd doorgeprikt. Het opzoeken van dat pareltje polemisch vernuft teruglezen (in De Parelduiker, 2010, 1|2) levert een excellent kwartiertje leesplezier op.
Volgende maand gaat dit blad zijn achttiende jaargang in. In de zeventien voorafgaande jaargangen heeft de cultuur, als maatschappelijke factor van belang, fors ingeleverd – door ingrijpen van de overheid. De wrangste herinnering is die aan Halbe Zijlstra, de VVD-kroonprins die de bijl aan de wortel van de sector legde. In 2018 beitelde hij als minister van Buitenlandse Zaken zijn politieke grafsteen door de onthulling van zijn natste droom: zijn aanwezigheid in de datsja van Vladimir Poetin.
Ondanks de opleving in 2023 kijkt de cultuurwereld niet zonder zorgen naar de toekomst die, met een radicaal-rechts kabinet op komst, onzekerder is dan ooit. Niemand weet hoe het gaat uitpakken, al zal van feesten en partijen geen sprake zijn. Misschien denken we over een half jaar met weemoed terug aan het kabinet Rutte I.
WIDO SMEETS
hoofdredacteur
Oog voor cultuur – juist nu
Met een rechts kabinet in de maak is de onzekerheid in de cultuursector groter dan ooit. Juist nu is het zaak om het belang van kunst en cultuur onder ogen te zien. Steun ZOUT magazine en laat zien waar we voor staan. Maak een bedrag van 15 euro (of meer) over naar NL55 SNSB 093 67 79 675 t.n.v Stichting Zuiderlucht, onder vermelding van ‘steun 2024’. Stuur ter bevestiging een mailtje naar info@zoutmagazine.eu en maak kans op een gratis jaarabonnement of een gratis boek.