Ze is model, actrice, pianist, componist, beeldend kunstenaar, schrijver, recensent en kunsthistorica. Multi-talent Sarah Neutkens praat met EMILE HOLLMAN over haar enorme geldingsdrang. ‘Maken is het enige wat het leven een beetje zin geeft.’ 

De grote muzikale doorbraak is aanstaande, en ze weet het. Ze trad met het Nederlands Saxofoon Octet op in het tv-programma Podium Witteman. Ze stond twaalf keer in een uitverkocht Carré met de live performance Within Without. Afgelopen jaar werd Sarah Neutkens, cum laude afgestudeerd als kunsthistorica, ambassadeur van Het Stedelijk Museum. Haar eerste roman is net uit, de opvolger ligt al klaar. Als model stond ze in Harper’s Bazaar. Nog iets?

Jazeker. Komend najaar is ze in de theater te zien als Lucinda in het stuk Gemma van Fabuch Social Cinema.  Ze componeerde er ook de muziek voor. 

Sarah Neutkens (Eindhoven, 1998) duizelt er zelf ook van. Letterlijk. Ze kampt nog met de naweeën van een burn-out, al blijft dat in de dagelijkse omgang grotendeels verborgen; ze is onbevangen, relativerend en goedlachs. Ze weet dat ze een overvol leven leidt, het is nooit anders geweest. ‘Ik was altijd bezig met muziek, tekenen en schrijven. Mijn moeder, meubelmaker en vormgever, dacht ik dat ik schrijver zou worden. Heel lang heb ik haar ongelijk kunnen geven. Nu zegt ze: “Zie je nou wel”.’

Neutkens’ vader, beeldend kunstenaar, ging als muzikant op tournee met onder andere Loes Luca. Hij nam zijn dochter mee. ‘Hij zette me op het podium zodat ik kon voelen hoe dat voelt. Ik dacht: ik heb dit niet in me, maar ik ga alles doen om er te komen.’

Sarah Neutkens: ‘Het enige wat ik heb is mezelf. En die rare afwijking dat ik er dingen uit moet gooien.’ foto Anna Perger

Het lukte, op zowat alle fronten. En ze is de eerste om het te relativeren: ‘Kunst op zich is niet essentieel. Gezondheid, veiligheid, een dak boven je hoofd, dát is essentieel. Kunst maakt het leven wel leuk. Het hoeft ook niet allemaal serieus te zijn. Hazes, H & M, Chanel, MOMA, het maakt niet uit. Iedereen is vrij om te winkelen.’

Wat niet wegneemt dat Neutkens haar kunst uitermate serieus neemt. Na de shows in Carré stortte ze in. In drie maanden schreef ze haar debuutroman, het kostte haar een burn-out. Het remt haar niet af. ‘Het is de enige manier: tot het uiterste pushen, zo diep mogelijk graven. Ik ga nu acteren in een theatervoorstelling. Geen idee of ik het kan, ik doe het gewoon.’ 

Waar die geldingsdrang vandaan komt? Zonder met haar ogen te knipperen smijt ze het antwoord in mijn gezicht. ‘Omdat ik het leven volslagen zinloos vind. Totaal. Maken is het enige wat een beetje zin geeft. Natuurlijk zijn er ook mensen van wie ik houd, maar die kun je kwijtraken. Het enige wat ik heb is mezelf, en die rare afwijking dat ik er dingen uit moet gooien. Dat exploiteer ik als ik weet niet wat.’

Maar waar komt het vandaan? ‘Creëren is voor mij diep graven om mezelf honderd procent te leren begrijpen. Dat gaat niet lukken, maar ik kan mezelf wel als een studieobject zien en dan maar kijken wat er uitkomt.’ 

Maakt het wat uit of ze componeert of schrijft? ‘Eerst is er een gevoel en dat moet in mijn hoofd tot een goed idee leiden. Als dat helemaal klopt, dan vraagt het om een vorm. Soms om noten, soms om woorden. Dat boek had ik niet in muziek kunnen omzetten.’

‘Als ik een contrapunt gebruik in een compositie, zit daar net zoveel Bach als Beatles in’

In haar debuutroman Een blote man beminnen kan de lezer beter niet naar houvast zoeken. ‘Er valt niet veel aan te begrijpen, je moet het voelen. Mijn redacteur wilde er heel graag een verhaal van maken, maar ik ben geen verhalenverteller. Ik hou van gevoel. En wil dat mijn woorden beeldend zijn en ergens kruipen waar ze je bezighouden. Ik dacht heel vaak tijdens het schrijven: waar gaat dit heen? Het is eerder free jazz.’ 

Voorjaar 2021 begon ze te schrijven, ze voelde zich slecht. ‘Ik wilde niet toegeven dat ik in een burn-out zat. Ik was veel kwijtgeraakt, twee relaties achter elkaar, mijn woonruimte en mijn studentenleven in Nijmegen. Mijn kat overleed; ik moest de huur van mijn atelier opzeggen.  Met de som van die dingen wist ik me geen raad.’

Vooral een van de verbroken relaties bleef aan haar zuigen. ‘Het voelde echt als de grote liefde, hoe pretentieus dat ook klinkt voor een 23-jarige. Nou ja, dacht ik, ik heb het in elk geval ooit gevoeld. We gingen niet op een nare manier uit elkaar, maar het ging niet over. Het voelde alsof ik helemaal niets meer had, terwijl dat natuurlijk niet zo was. Waarom kon ik niet tevreden zijn met wat er was geweest: mijn oude woonruimte, mijn ex-geliefde, de kat die er niet meer was? Je kunt alles en iedereen altijd bij je houden.’

Het verlies bleek het zaadje waaruit haar eerste boek zou ontstaan. Ze was terug thuis bij haar ouders in het Brabantse Vessem, ingestort en wel, toen ze uit het niets een bericht kreeg van uitgeverij Prometheus. Moet jij niet eens een boek schrijven, vroeg een redactrice haar. Neutkens: ‘Ik kende haar niet, en dacht: is dit wel te vertrouwen? Maar ik zat in zo’n zwart gat dat ik toch reageerde. Ik ben meteen begonnen. Schrijven is ook je leven vastleggen, een soort anker.’ 

‘Ik wil de boel niet belazeren, dus hup, in de prullenmand ermee.’

Ze omschrijft zichzelf als een lezer en een luisteraar, maar voorbeelden heeft ze niet. ‘Als alles wat binnenkomt van invloed is, hoop ik dat dit net zo goed voor de trash geldt die ik beluister – ze recenseert popmuziek voor het Eindhovens Dagblad –  als voor de grote klassieke werken. Als ik een contrapunt gebruik in een compositie, zit daar net zoveel Bach als Beatles in. Het is alleen maar het gevoel dat er uitkomt. Theoretisch sla ik alles in de wind. Dat geldt ook voor mijn schrijven. Ik snap dat sommige mensen daar jeuk van krijgen maar het klopt wél. Soms krijg ik er buikpijn van en denk ik: waarom doe ik dit? Waarom zo zwaar, het kan allemaal zoveel makkelijker! Ik kan niet iets moois maken. Ik kan niet iets  maken dat zo klaar is, iets dat “wel oké” is. Ik wil de boel niet belazeren, dus hup, in de prullenmand ermee. Dat is niet altijd fijn voor mijn omgeving hoor. Ik hoop voor mijn ouders dat ik snel nieuwe woonruimte heb.’ 

Een blote man beminnen las ze integraal voor aan haar moeder. ‘Het is niet autobiografisch, maar ze had er nachtmerries van, mijn arme mama. Mijn vader beschreef het boek als een schreeuw, ook hij heeft behoorlijk zitten janken.’ 

Inmiddels is er een nieuw boek. Nieuwe muziek. Een theatertour. Geniet ze er ook een beetje van? ‘Genieten? Dat duurt bij mij maar een milliseconde. Voortdurend ben ik op de vlucht voor dat grote gevoel van zinloosheid. Ik ben te onrustig. Geen idee wanneer en of het moment komt dat ik rustig ga zitten en denk: ik ben, en dat is genoeg.’