Pianist Hannes Minnaar speelt in mei met philharmonie zuidnederland onder leiding van chef-dirigent Duncan Ward drie keer Mozarts 25e pianoconcert. ‘Het is een blik in de hemel, als het ware.’
Hij kwam zelf met de wens en het idee om Pianoconcert nr. 25 uit te voeren met philharmonie zuidnederland. ‘Er zijn schitterende Mozartconcerten, een aantal heb ik al gedaan, maar deze nog niet,’ zegt Hannes Minnaar (Goes, 1984) vanachter zijn negentiende-eeuwse piano thuis in Nederhorst den Berg. ‘Beter wordt het natuurlijk niet, hè.’ Om daar meteen aan toe te voegen dat Beethoven 4 en 5 ook op zijn lijstje staan, net als de pianoconcerten van Brahms en Ravel. ‘Dat zijn voor mij de echte hoogtepunten.’
Wat er nou zo speciaal is aan die pianoconcerten van Mozart? ‘Het is sublieme muziek. Alles klopt. Je wordt er zo gelukkig van als je daarmee bezig bent. Het is gewoon een blik in de hemel, als het ware. Ik bedoel, nummer 25 is ook nog eens relatief zonnig. Een groot contrast met het voorgaande, in c mineur, een van de meest donkere pianoconcerten die je je kunt voorstellen. En ook heel bijzonder eigenlijk, die mineurconcerten, want pianoconcerten hadden zeker in die tijd de bedoeling mensen te verpozen en te vermaken. Maar ze zijn allemaal heerlijk om te spelen.’
‘Dit pianoconcert wordt vaak te gehaast gespeeld, daar wordt het oppervlakkiger van’
Toch zegt Minnaar dat Mozart uitvoeren misschien wel enger is dan muziek van andere componisten. ‘Omdat de muziek zo transparant is, hoor je ieder klein misslagje en juist omdat het zulke sublieme muziek is, is ieder vlekje meteen een smet. Als je er bij Liszt of Sjostakovitsj eens een akkoord naast timmert, hoeft dat aan de muziek niet meteen veel afbreuk te doen. Het gaat niet alleen om misslagen hoor, ook het tempo luistert nauw. Mozart wordt vaak een beetje te gehaast uitgevoerd, vind ik. En daar wordt de muziek oppervlakkiger van – dan klinken al die toonladders en loopjes als vingeroefeningen. Terwijl er zoveel in zit: vreugde en drama. En zelfs de vanzelfsprekende passages zijn nooit oppervlakkig.’
Hij heeft nog nooit gehoord van iemand die Mozart niet kon waarderen. Hij herinnert zich nog een eerder concert met philharmonie zuidnederland waar hij vanuit zijn ooghoek iemand op de eerste rij met de ogen dicht helemaal zag wegdromen in gelukzaligheid. ‘Ik dacht dit is gewoon wat die muziek bij mensen doet. Dan is het dankbaar werk hoor, om pianist te zijn.’
Kan hij zich voorstellen dat Mozart twaalf van dit soort concerten schreef in drie jaar tijd of daaromtrent? ‘Afgelopen najaar bracht ik mijn laatste cd uit met 24 preludes en fuga’s van Sjostakovitsj die hij tussen 10 oktober en 25 februari 1951 componeerde voor de Russische pianiste Tatjana Nikolajeva. Dan vraag je je inderdaad af, wat er in het hoofd van zo’n componist om gaat. Is hij daar dan de hele dag van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat mee bezig? Kan hij er niet van slapen? Of is het ook gewoon werk: je gaat ’s ochtends om half 10 aan je schrijftafel zitten? Van Mozart wordt wel gezegd dat hij het af en toe uit zijn mouw schudde, dat het stuk in zijn hoofd al af was voor hij het opschreef. Ik geloof niet dat hij een groot piekeraar was, maar in ieder geval van dit concert zijn er ook schetsen en verbeteringen in zijn handschrift te zien.’
Tijdens het repeteren ontdekte Hannes Minnaar dat Mozarts pianoconcert no 25 het pad effent voor componisten die na hem kwamen. ‘Hier hoor je Beethoven echt al aankomen. In het ritme zitten dingen van Beethoven 4. En in de grandeur hoor ik eigenlijk al een beetje Beethoven 5 aankomen. Hij wisselt bovendien steeds tussen majeur en mineur, waardoor je een heel mooi schaduweffect krijgt, net zoals Schubert dat ook vaak doet. Dus hier hoor je echt het vervolg van de muziekgeschiedenis al in.’
‘In de huid kruipen van zijn schepper is zijn tweede natuur’, schreef het Eindhovens Dagblad in een recensie over Minnaar. Is dat een schoen die hij makkelijk aantrekt?
Hannes Minnaar lacht. ‘Ik neem aan dat je de schepper van het stuk bedoelt? Anders wordt het direct een theologische discussie. Ik voel me geen god als ik op het podium sta. Dat je je probeert te verplaatsen in de componist voelt voor mij als iets heel natuurlijks. Maar er is meer dan dat. Een componist kan alles noteren in zijn partituur maar soms zitten er meer lagen in dan iemand had kunnen bedenken. Een zekere magie die ook de componist ontgaat. En die je zelf ook wel eens voelt als je speelt. Dat je jezelf overstijgt. Dus zo heilig is de componist voor mij ook niet. Het belangrijkste is dat ik dit kunstwerk zo goed mogelijk presenteer, het verhaal zo vertel dat iedereen erin meegenomen wordt.’
Mozart, pianoconcert no 25., philharmonie zuidnederland en Hannes Minnaar. Op 25 mei in Muziekgebouw Eindhoven, op 26 mei in Chassé Theater Breda en op 28 mei in Het Concertgebouw Amsterdam. philharmoniezuidnedrland.nl
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.