Om de hoek bij David Bowie
Dubbel failliet, zegt galeriehouder Geer Pouls over de economische toestand van ‘schuldenhoofdstad’ Berlijn. “Enkele jaren geleden had de stad er zich bijna aan ontworsteld, maar toen kwam de financiële crisis er overheen.”
Hoewel de recessie zich ook laat voelen in de kunstwereld, boet Berlijn in aan belang als kunststad. Er worden nog steeds goede zaken gedaan, bestaande ontwikkelingen zetten door. Zoals de trek van de Duitse kunsthandel van Keulen naar Berlijn. Inmiddels verplaatst ook de modewereld zich van Düsseldorf naar de hoofdstad. “Het cultuurtoerisme is een machine geworden”, zegt Pouls. De vraag is of de stad dat vol kan houden. Ik ken veel mensen die elk jaar wel een keer naar Berlijn komen en het kunstaanbod is op dit moment giga. Maar er zijn ook periodes dat ik niet weet waar ik de mensen naar toe moet sturen.”
Een van de trekkers is het Gallery Weekend, afgelopen voorjaar voor de zesde keer. Georganiseerd door zo’n veertig galeries, die er elk 6500 euro in steken. Pouls: “Er worden 700 tot 800 verzamelaars uit de hele wereld ingevlogen, die dan stevig in de watten worden gelegd. Inclusief hotelovernachting en een gezamenlijk diner in het Bode-Museum. In twee dagen worden ze met limousines voorgereden bij de deelnemende galeries.” Waar Pouls’ galerie Brutto Gusto overigens niet bij hoort. Waarom niet? “Ze hebben me nooit gevraagd. Het is een gesloten wereld waar je niet zomaar tussen komt.”
Bijna vier jaar geleden verhuisde Pouls (1952) met zijn galerie Brutto Gusto, Italiaans voor ‘slechte smaak’, van Rotterdam naar Berlijn. De Duitse hoofdstad was hem niet onbekend, eind jaren zeventig woonde hij er ook al een tijdje. “Ik ben een boerenzoon uit Baarlo”, zegt hij over zijn afkomst. “Daar op de zandgrond weten ze niet wat ze met je aanmoeten als je andere ideeën hebt.” Al jong wilde hij bloemist worden, maar na twee jaar werd hij van de middelbare tuinbouwschool geschopt. Enkele jaren later ontmoette hij Paul Wegener, die in het toenmalige West-Berlijn een bloemenzaak had. Hij noodde Pouls bij hem te komen werken. In eerste instantie wilde Pouls niet echt. “Berlijn was Duitsland. En dat was not done in die tijd, hé, in Duitsland gaan wonen. Dat lag nog heel gevoelig toen.” Maar blijven was evenmin een optie. “De bloemisterij in Nederland, dat was graftakjes, kransjes en tafelstukjes maken. Helemaal niks dus.”
Zo verkaste hij in november 1977 naar West-Berlijn. Hij kwam er terecht in Wilmersdorf, twee straten bij David Bowie vandaan, die er dat jaar het legendarische Heroes-album opnam. “Ik kwam om beter te worden in mijn vak, in de bloemen en de kunst. Na drie weken voelde ik me helemaal thuis. Ik snapte niet waarom mensen naar Amsterdam wilden. Nog steeds niet trouwens; Amsterdam is zo dood als een pier. En dan de arrogantie van die mensen, ze denken nog steeds dat ze in de 17e eeuw zitten.” Spottend: “Met hun wereldberoemde, door de Mondriaanstichting ondersteunde galerieën die tijdens Art Amsterdam een stand van maar liefst 25 vierkante meter hebben.”
In 1980 belandde Pouls in Japan, om een opleiding bloemsierkunst te volgen. Hij bleef er een jaar hangen. Terug in Nederland vestigde hij zich als kunstenaar, autodidact. “Ik ging installaties maken, en later foto’s. In 2002 heb ik nog werk getoond in het Fries Museum en het Frans Halsmuseum, daarna ben ik gestopt. Het werd me te veel, de combinatie met de bloemenzaak en de galerie. En wat ik als kunstenaar te vertellen had, had ik toen wel verteld.” Deze zomer toont hij in Brutto Gusto nog één keer foto’s uit die jaren, onder de veelzeggende titel At home.
De thema’s van zijn werk als kunstenaar vormen ook het handelsmerk van zijn bloemenzaak annex galerie: vergankelijkheid, ijdelheid, consumentendwang, te herkennen in schilderijen, tekeningen, glaswerk, keramiek en fotografie. In de Brutto Gusto stal zitten onder anderen Bernard Heesen, Robin Winters, Bas Meerman en Ritsue Mishima, kunstenaars die met verschillende media en uiteenlopende materialen met deze thema’s bezig zijn. Pouls: “De vaas en de bloem hebben altijd centraal gestaan. Ze staan voor cultuur en natuur, simpeler kan ik het niet maken.”
Voor die combinatie kun je trouwens ook in de ommelanden terecht, zegt Pouls, die er regelmatig op uittrekt. Brandenburg, Rügen, Mecklenburg-Vorpommern, noem maar op. “De sanering van het landschap is hier goed aangepakt. De oude DDR-industrie is opgeruimd, de wegen zijn opnieuw geasfalteerd – maar niet verbreed. Het is een prachtig jaren vijftig landschap. Waar Nederlanders voor naar Frankrijk trekken, heb je hier om de hoek.” Pouls verwacht niet dat hij nog ooit weggaat uit Berlijn. “Ik kom nog wel in Nederland, in Baarlo, Amsterdam en Rotterdam. Maar na een paar dagen is er niets wat me weerhoudt om het gaspedaal diep in te trappen om zo snel mogelijk terug te keren.”
At home. Fotografie van Geer Pouls, van 26/6 t/m 6/9 in galerie Brutto Gusto, Torstrasse 175, Berlijn. www.bruttogusto.com