Meesterproef

“Een mens moet kunnen onderscheiden wat er gebeurt om hem heen. Daar ontsnapt niemand aan, ook een schilder niet.” Dixit Ger Lataster, een kunstenaar voor wie engagement even vanzelfsprekend is als ademen.
Het citaat komt uit een documentaire waarin te zien is hoe hij in 1987 in zijn atelier, een enorme loods in Amsterdam-Sloterdijk, een vierluik maakt met de titel Het haar van de vrouwen, de brillen van de dichters, de schoenen van de arbeiders en de as van allemaal II. Titel en concept zitten al in zijn hoofd voordat hij aan de slag gaat. “Als ik niet weet waarom ik iets wil maken, heeft het geen zin. Dan is schilderen überhaupt een zinloze bezigheid”, zegt hij in de documentaire, net als het werk zelf te zien in Museum Van Bommel Van Dam in Venlo.
In de documentaire wordt weinig gesproken. We zien en horen hoe Ger Lataster (Schaesberg, 1920) de vier nog maagdelijk witte doeken, samen 38 vierkante meter groot, te lijf gaat. Eerst met houtskool op een lange stok, dan met spuitbussen verf, dan met spatel en doek, dan weer met houtskool, et cetera. Er komt geen kwast aan te pas. Soms veegt of krabt hij iets weg. “Een verfstreek is als een zin”, zegt hij, “die kan te lang of te kort zijn.” Hoe weet je dat, vraagt de documentairemaker. Lataster: “Dat is moeilijk uit te leggen, het is een kwestie van gevoel, van talent, van meesterschap.” Na elke werkdag maakt hij polaroids, om zijn werk met een andere blik te kunnen bekijken.
Gaandeweg ontstaat wat de titel – zo abstract is het abstract-expressionisme ook weer niet – doet vermoeden: een berg met vrouwenhaar, een berg met brillen, een berg met schoenen en een berg met as. Dit gaat over de Holocaust, over wat mensen elkaar aan kunnen doen, over het onzegbare. Als Lataster met een spuitbus de berg met gouden haar kleur en vorm geeft, bedenk ik dat hij het gedicht Todesfuge van Paul Celan moet kennen, met die twee gruwelijke slotregels:
‘… dein goldenes Haar Margarete
dein aschenes Haar Sulamith.’
Wat in de documentaire niet duidelijk wordt, is dat Lataster in 1975 een eerdere, kleurrijkere versie maakte van Het haar etc, ook een vierluik, in bezit van het Bonnefanten in Maastricht. Met de versoberde reprise uit 1987 (“het mag niet te coloristisch worden”) gunt de schilder zichzelf een revanche. Vijftien jaar na de documentaire legt hij in een interview met Emile Hollman in Dagblad De Limburger uit hoe het zat: “Dat vierluik dat het Bonnefanten heeft, had ik eigenlijk nooit moeten doen. Het gaat over Auschwitz. Dat ik het in mijn hersens heb gehaald om deze afgrijselijke toestand in verf om te zetten! Het middel is hier echt ontoereikend, je staat gewoon machteloos.”
Als het erom gaat, staat de kunst altijd machteloos. Genoemde Paul Celan, zijn ouders werden vergast toen hij in een werkkamp zat, pleegde later zelfmoord. Net als Primo Levi, die een literair oeuvre baseerde op zijn verblijf in een concentratiekamp. Wat zij schreven over het onbeschrijflijke hoort tot het beste uit de 20e eeuwse literatuur. Ook Latasters engagement zit in de esthetisering van de machteloosheid. Zijn meesterproef is nu eindelijk – de vier doeken lagen twintig jaar opgerold in zijn atelier – te zien in Venlo. Tot 6 september. Mis het niet.

Het haar van de vrouwen, de brillen van de dichters, de schoenen van de arbeiders en de as van allemaal II, 1987. (4x 290 x 330 cm)
Ger Lataster, Na aan het hart. Van 6/6 t/m 6/9 in Museum Van Bommel Van Dam.
www.vanbommelvandam.nl