Los van elkaar vielen Anneke Eussen en Bram Braam voor de rauwheid, de doe-het-zelf-mentaliteit en anarchistische inslag van de kunstenaarsstad Berlijn. Die invloeden, constateert EDO DIJKSTERHUIS, komen nu samen in een duo-tentoonstelling.
Ze zijn geboren Limburgers, behoren tot dezelfde generatie en maken allebei sculpturaal werk waarin de link naar architectuur nooit ver weg is. Onbegrijpelijk eigenlijk dat het werk van Anneke Eussen (Kerkrade, 1978) en Bram Braam (Sittard, 1980) nooit eerder samen te zien was – zoals nu, met de presentatie Cycle in het Tilburgse Park.
Het zaadje voor de samenwerking werd geplant tijdens Art Rotterdam 2015. Daar werd Braam door een vriend geattendeerd op het werk van Eussen. ‘Braam: Hij noemde het werk dat hij daar had gezien ‘de vrouwelijke versie’ van mij. En ik herkende daar wel wat in.’ Eussen knikt: ‘Wij delen een bepaalde gevoeligheid voor dingen in de openbare ruimte die voor anderen onzichtbaar zijn.
Wat ze nog meer delen is een Duits verleden. Eussen trok in 2006 naar Berlijn. ‘Ik ben opgegroeid in Vaals en heb daarna gestudeerd aan de kunstacademie in Maastricht, allebei heel behapbaar. Mijn tweede fase opleiding was het HISK in Antwerpen, dat ook erg gezellig is. Maar als het te comfortabel wordt, zit dat verandering in de weg en gebeurt er creatief te weinig. Ik moet frictie voelen.’
Als het te comfortabel wordt, zit dat verandering in de weg en gebeurt er creatief te weinig. Ik moet frictie voelen.’
Die dacht ze te vinden in Brussel ,maar haar toenmalige vriend kwam daar vandaan en die wilde iets anders. Dus werd het Berlijn. ‘Ik had de stad een paar keer bezocht en ik snapte er niets van. Stapte je in een taxi en vroeg je naar het centrum dan werd je vreemd aangekeken. Er ís geen centrum. Ik liep er verloren en begreep eerlijk gezegd niet waarom iedereen die stad nou zo geweldig vond. Wij huurden een fabrieksetage in Neuköln en pas via collega-kunstenaars die ik ontmoette bij een werkplaats leerde ik Berlijn kennen. De omslag kwam toen ik de informatie leerde lezen die in mijn materiële omgeving lag opgeslagen, de geschiedenis die achter en onder de lelijke nieuwbouw zit. Toen pas begon ik Berlijn te koesteren als onuitputtelijke bron van verandering.’
Eussen maakte werk met objecten die hun oorspronkelijke functie hadden verloren. Maar het belangrijkste effect van Berlijn op haar kunstenaarschap was een toegenomen focus. ‘Te vaak wilde ik alle ideeën in mijn hoofd in het volgende werk stoppen. Nu volstaat één verhaal, en beperk ik me tot de essentie.’
Ook bij Braam heeft de grootstedelijke omgeving een directe invloed op zijn werk. Hij zoekt de visuele poëzie die opgesloten zit in lantaarnpalen, vuilnisbakken, hekken en brokken sloopafval, en verwerkt die tot Mondriaaneske collages of sculpturen waarbij de grens tussen readymade en constructie bewust vaag blijft. De grondstof voor zijn kunst vindt hij op de talloze bouwplaatsen in Berlijn of gewoon bij het grofvuil.
‘Ik wilde na mijn afstuderen werk maken over het organisme van de grote stad. Dan kun je beter terecht in Berlijn dan in een kleine stad in Nederland’, vertelt Braam, die in 2010 voor een residency in de Duitse hoofdstad terecht kwam. ‘In de drie maanden dat zo’n programma duurt, kun je zo’n stad niet leren kennen. Maar de rauwheid van de omgeving sprak me enorm aan. Toch was het de eerste jaren moeilijk en heeft het even geduurd voor ik mijn plek gevonden had.’
Wel was hij meteen gecharmeerd van de Berlijnse doe-het-zelf-mentaliteit. ‘De kraakbeweging was en is actief, er zijn urban gardeners en veel initiatieven van bewoners die actief invloed willen uitoefenen op hun leefomgeving. Dat tegen de regels ingaan zit in het DNA van de stad, en ook in mijn sculpturen.’
‘Elke week zaten wij met een groep kunstenaars in een barretje aan de Kottbusser Damm’, herinnert Eussen zich. ‘Wanneer de politie kwam om de drankvergunning te controleren, wezen we op een schilderij aan de wand: kijk, dit is een opening van een expositie. En dat mocht dan gewoon. Later begon ik met vrienden aan de Potsdammerstrasse een eigen ‘Produzentengalerie’ genaamd LSD. Ook dat kon zomaar.’
Die vrijheid heerst er nog steeds, zegt Braam, ondanks de gentrification, snel stijgende huren en opkomst van blue chip galeries die waardevast werk verkopen van bekende kunstenaars. ‘In Nederland moet je voor het openen van een pop-up bar of tentoonstellingsruimte eerst naar de Kamer van Koophandel en allerlei formulieren invullen.’
Aanvankelijk wilde Anneke Eussen twee jaar in Berlijn blijven; het werden er tien. ‘Voor mij was het een geweldige plek om te wonen en werken. Berlijn is de jongste stad van Europa, zij het dat wij sneller oud worden dan de stad. Op enig moment was ik toe aan een nieuwe fase. Er was een ander soort frictie ontstaan: ik was inmiddels alleenstaande moeder van een zoontje. Het was de omgekeerde wereld dat mijn familie telkens naar mij toe reisde. Ik had ook wel zin in Nederland, ik was er intussen vijftien jaar weg. Ik ging niet terug naar oud en bekend, maar naar iets nieuws.’
Inmiddels woont en werkt ze in Vaals, het stadje waar ze opgroeide, binnen bereik van Aken, Keulen en Brussel maar toch low budget. ‘Doordat ik uit de stroomversnelling van de stad was gestapt, kon ik eindelijk reflecteren op twintig jaar dag en nacht doorwerken. Ik heb nu voor het eerst een privéleven, met hobby’s. Ik realiseer me: dit ben ik ook. Je wordt completer.’
Braam voelt zich nog steeds op zijn gemak in Berlijn. Hij heeft een door de stad gesubsidieerd atelier op loopafstand van zijn huis; de straten, binnenhoven en pleinen blijven een ideale vindplaats voor de materialen waar hij mee werkt. Toch denkt ook hij wel eens over de verre toekomst. ‘Ik voel me verwant met de stad maar ik ben nog steeds een Nederlandse kunstenaar in Berlijn. Met mijn vriendin hebben we het wel over Gent als volgende woonplaats, of anders Eindhoven of Rotterdam.’
Dat Eussen en Braam elkaar voor dit dubbelinterview ontmoeten in Kasteel Oud-Rekem, waar Braam meedoet aan de groepstentoonstelling Mirrors of Time, is uitzonderlijk. Ze hebben een druk tentoonstellingsprogramma, terwijl door corona het sociale verkeer op een laag pitje is komen te staan. Niet dat ze het erg vinden. ‘Lekker hard doorwerken in het atelier’, vat Braam de afgelopen periode samen.
‘Ik heb in december vorig jaar een heel goede beurs gehad in Miami, waar al mijn werk werd verkocht, zelfs aan een bestuurslid van het Guggenheim Museum’, vertelt Eussen. ‘Dan maakt je carrière echt een sprongetje. Nu is het zaak om dat niveau vast te houden.’
Braam: ‘In deze bizarre crisis heb ik voor het eerst werk verkocht via Instagram. Maar ik maak me zorgen over de beurzen die dit jaar massaal zijn geannuleerd. Daar ben ik grotendeels van afhankelijk en het is de vraag of mensen straks nog durven te komen.’ Eussen stelt hem gerust. ‘Als ze voor voetbalwedstrijden een sneltest invoeren, dan zullen ze dat bij beurzen niet nalaten. Met timeslots en controles zullen de beurzen weer opstarten. Bovendien: het kunstenaarsbestaan is nooit echt zeker. Je moet je aanpassen, aanpakken en doorgaan.’
Bram Braam en Anneke Eussen, Cycle. Van 7/11 t/m 20/12 in Park, Tilburg. park.nl